Samenvatting orthopedagogiek

Hoofdstuk 1 pedagogiek

Pedagogiek = opvoeden
En het kind staat hier centraal

Wat is opvoeden?

 Omgang > afhankelijkheid relatie
 Unieke omgang > wederzijdse betrokkenheid
 Doelgericht invloed
 Veiligheid, emotioneel, fysiek ( verzorgen)
 Stimuleren
 Natuurlijke band > georganiseerde activiteiten (school)

Intentioneel = doelgericht > een doel hebben tijdens het opvoeden wat je met het kind wild
bereiken.

Pedagogiek

 Wetenschap waarin opvoeden centraal staat, opvoedingskunde
 Richt zich op ‘normale opvoeding’ en ondersteuning hierin

Doel: Zelfredzaamheid en handhaving in de maatschappij. Opvoeden is een proces van korte en lange
termijn doelen.

Orthopedagogiek
Het gaat er binnen de orthopedagogiek om te onderzoeken welke factoren in het opvoedingsproces
verstoord zijn, hoe dat komt, welke invloed er van de omgeving uitgaat en te onderzoeken welke
mogelijke oplossingen er voorhanden zijn

Het verschil tussen pedagogiek en orthopedagogiek is : Normaal tegenover Bijzonder

Doelgroep van orthopedagogiek:

 Kinderen met gedragsproblemen
 Kinderen met verstandelijke beperking
 Dove en blinde kinderen

Orthopedagogiek is =

 een wetenschap van de opvoeding van het in zijn ontwikkeling bedreigde kind
 bijzondere wijze van opvoeden in een bijzondere situatie
 Orthopedagogiek (ortho: recht): onderzoeken welke factoren in het opvoedingsproces
verstoord zijn, hoe dat komt (kind- en omgevingsfactoren) en zoeken naar oplossingen.

Opvoedzorgen

 Ontwikkelingstaken kind
 Ontwikkeling opgaven ouders
 Normale problemen

,  Ernstige problemen > orthopedagogiek
Orthopedagogiek is vaak complex, er spelen meerdere factoren een rol.


Orthopedagogiek vraagstelling van kok
-Wat voor handelen vraagt het kind door middel van zijn gedrag tegenover de opvoeders.-
Kind stelt met zijn gedrag de juiste vraag om aangepast opvoeden, de opvoeder moet leren deze
vraag correct te lezen/verstaan.

Opvoedingsmilieus

 Rol van maatschappij (overheid)
 Wetgeving > Leerplicht
 Het gezin
 De school
 De buurt
 Leeftijdsgroep


Opvoedingsdoelen

 Zelfstandigheid
 Ontplooien
 Ontwikkeling van eigen identiteit

Opvoeddoelen van ouders zijn meer gericht op interactie met anderen en vanuit de wetenschap op
het kind zelf.

Opvoedingswaarde moeten aanwezig zijn om het opvoedingsdoel te behalen:
Opvoedingswaarde >

 Opvoedingsrelatie
 Veiligheid
 Uitdaging
 Echtheid/ authenticiteit > respecteren van het kind zelf.

Hoe ontstaan doelen?

 Hoe ouders zelf zijn opgevoed
 Persoonlijkheidsontwikkeling van ouders
 Sociale netwerk van ouders
 Maatschappelijk-culturele omgeving

, Functioneringsproblemen

 Zintuiglijke functionering problemen > hieronder vallen mensen met een visuele of
audiotieve beperking
 Motorische functionering problemen >hieronder vallen de personen die in hun bewegingen
( motoriek) worden belemmerd, hun fysieke gesteldheid geeft problemen
 Cognitieve functionering problemen > hierbij kan het gaan om personen die in hun
intellectuele ontwikkeling bijvoorbeeld zo ernstig belemmerd zijn dar zij niet in staat zijn om
welke vorm van onderwijs dan ook te volgen. Of we denken aan mensen met een
verstandelijke beperking
 Emotionele functionering problemen > hieronder vallen personen die door allerlei factoren
in conflict zijn met zichzelf en/ of hun omgeving.
 Meervoudige functionering problemen > Hierbij gaat het om een combinatie van de
beperkingen.

Hulpwetenschappen voor de orthopedagogiek > (kinder) psycholigie, ontwikkeling psychologie, de
sociologie en de filosofie.