Criminalistiek Samenvatting | FLO2 – 19/20
Les 1 | Wat is criminalistiek?
Criminalistiek: Het natuurwetenschappelijk deel van de forensische wetenschappen, gaat
over onderzoek in strafzaken, de interpretatie van de waarnemingen in forensisch onderzoek
en de rol van de forensisch deskundige en zijn rapportage in het strafrecht.
Volgorde strafzaak:
1. Opening zaak: staat de juiste persoon terecht?
2. Aanklacht voorlezen
3. Politieverslag, ondervraging van getuigen
4. Ondervraging verdachte
5. Requisitoir OvJ
6. Pleidooi advocaat verdachte
7. Laatste woord verdachte
8. Rechtbank spreekt vonnis uit
Terug redeneren: Conclusies doen met de bewijzen die je hebt in plaats van uit onzekerheid
zaken in te vullen.
Oorzaa
Gevolg
k
Voorbeeld: Je weet dat je te maken hebt met een dier met 4 poten, maar dat betekent niet dat het
een hond is.
Onderzoeksdoelen
Identificatie Classificatie Kwantificatie Individualisatie Associatie Reconstructie
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Niveau 1: Bepalen herkomst sporenmateriaal (source level)
Niveau 2: Wijze en tijdstip waarop spoor is ontstaan (activity level)
Niveau 3: Wat is er precies gebeurd aan de hand van vorige niveaus? (offence level)
, Criminalistiek Samenvatting | FLO2 – 19/20
Associatie en Reconstructie spelen centrale rol bij interpretatie bewijsmateriaal
Identificatie: bepalen samenstelling spoor
- Uit welke stof bestaat het? Wat voor object is het onderzochte materiaal?
- ‘’Het is vezel’’
Classificatie: bepalen klasse/soort spoor
- Wat voor vezel is het?
- ‘’is het natuur of wolvezel?’’
Kwantificatie: bepalen hoeveelheid/concentratie
- Hoeveel is het?
- ‘’Hoeveel vezels zijn het?’’
Individualisatie: bepalen herkomst
- Van welke unieke stof, voorwerp of lichaam is het materiaal afkomstig?
- ‘’Rode trui, merk x’’
Associatie: bepalen relevant contact
- Impliceert de relatie tussen spoor en de bron fysiek contact tussen dader en slachtoffer?
- Relevant bijvoorbeeld ‘’er ligt glas bij’’
Reconstructie: bepalen toedracht strafbaar feit
- ‘’Bij zijn vlucht naar buiten is de dader achter het raam blijven hangen.’’
Bepalen verschil classificatie en individualisatie:
- Classificatie: één tot velen (welke vezel uit duizenden is het?)
- Individualisatie: één tot één (Afkomstig van dit type trui)
Deskundigenbewijs in rechtspleging is een recht. Wetenschap wordt gebruikt dat het recht in staat
stelt de doeleinden van de rechtspleging te optimaliseren. Rechter is vrij in bewijswaardering. Hoe
goed de conclusie van de deskundige is, rechter is absoluut en beslist.
Eisen deskundigenbewijs (Daubert Criteria)
Gebruikte methoden moeten getoetst zijn of moeten getoetst kunnen worden
Onderzoek is gepubliceerd
De foutmarge van de methode mag niet te groot zijn
De methode door vakgenoten moet algemeen geaccepteerd worden (consensus)
Les 1 | Wat is criminalistiek?
Criminalistiek: Het natuurwetenschappelijk deel van de forensische wetenschappen, gaat
over onderzoek in strafzaken, de interpretatie van de waarnemingen in forensisch onderzoek
en de rol van de forensisch deskundige en zijn rapportage in het strafrecht.
Volgorde strafzaak:
1. Opening zaak: staat de juiste persoon terecht?
2. Aanklacht voorlezen
3. Politieverslag, ondervraging van getuigen
4. Ondervraging verdachte
5. Requisitoir OvJ
6. Pleidooi advocaat verdachte
7. Laatste woord verdachte
8. Rechtbank spreekt vonnis uit
Terug redeneren: Conclusies doen met de bewijzen die je hebt in plaats van uit onzekerheid
zaken in te vullen.
Oorzaa
Gevolg
k
Voorbeeld: Je weet dat je te maken hebt met een dier met 4 poten, maar dat betekent niet dat het
een hond is.
Onderzoeksdoelen
Identificatie Classificatie Kwantificatie Individualisatie Associatie Reconstructie
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Niveau 1: Bepalen herkomst sporenmateriaal (source level)
Niveau 2: Wijze en tijdstip waarop spoor is ontstaan (activity level)
Niveau 3: Wat is er precies gebeurd aan de hand van vorige niveaus? (offence level)
, Criminalistiek Samenvatting | FLO2 – 19/20
Associatie en Reconstructie spelen centrale rol bij interpretatie bewijsmateriaal
Identificatie: bepalen samenstelling spoor
- Uit welke stof bestaat het? Wat voor object is het onderzochte materiaal?
- ‘’Het is vezel’’
Classificatie: bepalen klasse/soort spoor
- Wat voor vezel is het?
- ‘’is het natuur of wolvezel?’’
Kwantificatie: bepalen hoeveelheid/concentratie
- Hoeveel is het?
- ‘’Hoeveel vezels zijn het?’’
Individualisatie: bepalen herkomst
- Van welke unieke stof, voorwerp of lichaam is het materiaal afkomstig?
- ‘’Rode trui, merk x’’
Associatie: bepalen relevant contact
- Impliceert de relatie tussen spoor en de bron fysiek contact tussen dader en slachtoffer?
- Relevant bijvoorbeeld ‘’er ligt glas bij’’
Reconstructie: bepalen toedracht strafbaar feit
- ‘’Bij zijn vlucht naar buiten is de dader achter het raam blijven hangen.’’
Bepalen verschil classificatie en individualisatie:
- Classificatie: één tot velen (welke vezel uit duizenden is het?)
- Individualisatie: één tot één (Afkomstig van dit type trui)
Deskundigenbewijs in rechtspleging is een recht. Wetenschap wordt gebruikt dat het recht in staat
stelt de doeleinden van de rechtspleging te optimaliseren. Rechter is vrij in bewijswaardering. Hoe
goed de conclusie van de deskundige is, rechter is absoluut en beslist.
Eisen deskundigenbewijs (Daubert Criteria)
Gebruikte methoden moeten getoetst zijn of moeten getoetst kunnen worden
Onderzoek is gepubliceerd
De foutmarge van de methode mag niet te groot zijn
De methode door vakgenoten moet algemeen geaccepteerd worden (consensus)