Strak verslag behorende bij examen K1-W2:
Communiceert met en begeleidt de communicatie met doelgroepen in de GHZ
Situatie:
.
Als gevolg van mobiliteitsbeperkingen en initiatiefproblemen is Mevr. niet in staat om zelfstandig sociale
contacten aan te gaan. En de cliënt uitnodigen om deel te nemen aan gesprekken. Mevr. helpen om zich
verstaanbaar te maken. Dit probleem speelt Mevr. parten bij vermoeidheid.
Belangrijk aandachtspunt bij Mevr. is te stimuleren om een eigen mening te geven (assertiever zijn).
Cliënt komt 3 maal per week een hele dag naar de dagbesteding waar ik op dit moment werkzaam ben.
Mevr. houdt ervan om te schilderen, dit doet ze dan ook altijd. Mevr. heeft een vriendschap gesloten met
een vrijwilligster die ons team komt versterken. Deze vrijwilligster komt nu ook alleen op de dagen dat
desbetreffende cliënt aanwezig is. De vrijwilligster (die zelf een fervent schilder is) is dan ook alleen bezig
met het helpen van Mevr. De vrijwilligster is een zeer aanwezig persoon met een hard stemvolume en een
zeer sterke persoonlijkheid.
Het moment waar het hele voorval om gaat is het volgende:
Tijdens de ochtend op de afdeling creatief van onze dagbesteding heeft zich een incident voorgedaan met
een vrijwilligster op ons Activiteitencentrum.
Een cliënt was aan het schilderen en de desbetreffende (bazige) vrijwilligster A was nog niet aanwezig, dus
kreeg de cliënt op dat moment hulp van een andere vrijwilligster B. Vrijwilligster A komt binnen en begint
meteen met dit heb je niet goed gedaan, dat is fout en dat moeten we weer herstellen. Er was meteen een
bepaalde sfeer in het lokaal die niet prettig aan voelde en andere cliënten hadden hier dan ook last van. Ze
gaven meteen aan dat de desbetreffende cliënt hier niets van durfde te zeggen.
Naar aanleiding van deze situatie ben ik met de cliënt het gesprek aangegaan. Hierover volgt een
uitvoerige beschrijving bij de actie.
Taak:
Mijn taak op dat moment was om een groep cliënten te begeleiden bij de afdeling creatief.
Het is mijn taak om de cliënten een zinnige dagbesteding aan te bieden. Met als doel een gezellige en
ongedwongen sfeer te creëren en cliënten te stimuleren in de voor hun gestelde doelen. Ook is het mijn
taak om de groepsdynamiek en de sfeer goed te houden en sfeerbepalende uitspraken de kop in te
drukken. En hier de leiding in te nemen ik wil niet hebben dat er geroddeld en gefluisterd gaat worden
over andere cliënten. Ik vond dat het mijn taak was om de cliënt te bevragen of Mevr. het gedrag van de
vrijwilligster ook als vervelend ervaarde.
Tevens moet ik wel de signalen die constateer en die ik krijg van andere cliënten serieus te nemen. En hier
actie op te ondernemen indien nodig. Mijn plan was om met de cliënt waarvan ik dacht dat ze onheus
benaderd werd in gesprek te gaan.
Resultaat:
Het resultaat van ons gesprek is, dat er gebleken is dat er geen probleem was en dat de cliënt zich prettig
voelt bij de vrijwilligster. De cliënt gaf aan het toch wel prettig te vinden dat ik met haar in gesprek ben
gegaan. Ik was opgelucht dat het voorval van mijn kant op een misverstand berustte. Ik heb na het gesprek
aangegeven in de groep dat cliënt geen bezwaar heeft tegen de benadering van de vrijwilligster. Nadat ik
dit kenbaar heb gemaakt aan de groep is de sfeer weer ontspannen geworden en hebben we weer in een
ongedwongen en gezellige sfeer verder kunnen werken. Door mijn actie heb ik bereikt wat ik wilde
Communiceert met en begeleidt de communicatie met doelgroepen in de GHZ
Situatie:
.
Als gevolg van mobiliteitsbeperkingen en initiatiefproblemen is Mevr. niet in staat om zelfstandig sociale
contacten aan te gaan. En de cliënt uitnodigen om deel te nemen aan gesprekken. Mevr. helpen om zich
verstaanbaar te maken. Dit probleem speelt Mevr. parten bij vermoeidheid.
Belangrijk aandachtspunt bij Mevr. is te stimuleren om een eigen mening te geven (assertiever zijn).
Cliënt komt 3 maal per week een hele dag naar de dagbesteding waar ik op dit moment werkzaam ben.
Mevr. houdt ervan om te schilderen, dit doet ze dan ook altijd. Mevr. heeft een vriendschap gesloten met
een vrijwilligster die ons team komt versterken. Deze vrijwilligster komt nu ook alleen op de dagen dat
desbetreffende cliënt aanwezig is. De vrijwilligster (die zelf een fervent schilder is) is dan ook alleen bezig
met het helpen van Mevr. De vrijwilligster is een zeer aanwezig persoon met een hard stemvolume en een
zeer sterke persoonlijkheid.
Het moment waar het hele voorval om gaat is het volgende:
Tijdens de ochtend op de afdeling creatief van onze dagbesteding heeft zich een incident voorgedaan met
een vrijwilligster op ons Activiteitencentrum.
Een cliënt was aan het schilderen en de desbetreffende (bazige) vrijwilligster A was nog niet aanwezig, dus
kreeg de cliënt op dat moment hulp van een andere vrijwilligster B. Vrijwilligster A komt binnen en begint
meteen met dit heb je niet goed gedaan, dat is fout en dat moeten we weer herstellen. Er was meteen een
bepaalde sfeer in het lokaal die niet prettig aan voelde en andere cliënten hadden hier dan ook last van. Ze
gaven meteen aan dat de desbetreffende cliënt hier niets van durfde te zeggen.
Naar aanleiding van deze situatie ben ik met de cliënt het gesprek aangegaan. Hierover volgt een
uitvoerige beschrijving bij de actie.
Taak:
Mijn taak op dat moment was om een groep cliënten te begeleiden bij de afdeling creatief.
Het is mijn taak om de cliënten een zinnige dagbesteding aan te bieden. Met als doel een gezellige en
ongedwongen sfeer te creëren en cliënten te stimuleren in de voor hun gestelde doelen. Ook is het mijn
taak om de groepsdynamiek en de sfeer goed te houden en sfeerbepalende uitspraken de kop in te
drukken. En hier de leiding in te nemen ik wil niet hebben dat er geroddeld en gefluisterd gaat worden
over andere cliënten. Ik vond dat het mijn taak was om de cliënt te bevragen of Mevr. het gedrag van de
vrijwilligster ook als vervelend ervaarde.
Tevens moet ik wel de signalen die constateer en die ik krijg van andere cliënten serieus te nemen. En hier
actie op te ondernemen indien nodig. Mijn plan was om met de cliënt waarvan ik dacht dat ze onheus
benaderd werd in gesprek te gaan.
Resultaat:
Het resultaat van ons gesprek is, dat er gebleken is dat er geen probleem was en dat de cliënt zich prettig
voelt bij de vrijwilligster. De cliënt gaf aan het toch wel prettig te vinden dat ik met haar in gesprek ben
gegaan. Ik was opgelucht dat het voorval van mijn kant op een misverstand berustte. Ik heb na het gesprek
aangegeven in de groep dat cliënt geen bezwaar heeft tegen de benadering van de vrijwilligster. Nadat ik
dit kenbaar heb gemaakt aan de groep is de sfeer weer ontspannen geworden en hebben we weer in een
ongedwongen en gezellige sfeer verder kunnen werken. Door mijn actie heb ik bereikt wat ik wilde
