100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Inleiding rechtswetenschappen

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
35
Geüpload op
12-12-2014
Geschreven in
2014/2015

Samenvatting studieboek Over recht gesproken. Een inleiding tot het recht van A. Soeteman (1 t/m 6, 7.1 t/m 7.8, 8, 9.3 t/m 9.7 ) - ISBN: 9789069168050, Druk: 2, Uitgavejaar: 2010











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
1 t/m 6, 7.1 t/m 7.8, 8, 9.3 t/m 9.7
Geüpload op
12 december 2014
Aantal pagina's
35
Geschreven in
2014/2015
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Soeteman

Hoofdstuk 1 Inleiding (t/m 6 + 7.1 t/m 7.8 + 8, 9.3 t/m 9.7, 10)
1.1 Wat komt aan de orde?
De volgende vragen komen aan bod:
1. Wat is recht? Zie hoofdstuk 2
2. Waarom is er recht? Zie hoofdstuk 3
3. Hoe komt recht tot stand? (Leerstuk van rechtsbronnen) Zie hoofdstuk 4
4. Wat is de geschiedenis van het recht? Zie hoofdstuk 5
5. Kunnen we iets zeggen over de rechtvaardigheid van recht? Zie hoofdstuk 6
6. De nationale staat is centrale machtsfactor in de moderne samenleving: riskant of noodzakelijk?
Zie hoofdstuk 7
7. Wat betekent de soevereiniteit van de staat tegenwoordig nog? Zie hoofdstuk 8
8. In welke verschillende deelgebieden kunnen we recht onderverdelen? Zie hoofdstuk 9
9. Hoe wordt recht toegepast? Zie hoofdstuk 10

1.2 Onderwijsdoel
Het recht is een continue poging om antwoorden te geven op maatschappelijke vragen. Het is dus
een maatschappelijk proces. Hierdoor staat niet het uit het hoofd leren van in het verleden
gevonden antwoorden centraal, maar het leren inzien hoe deze antwoorden betekenis kunnen
hebben voor het heden, en het leren vinden van nieuwe antwoorden op nieuwe of oude problemen.

Recht maakt deel uit van onze sociale werkelijkheid, maar op een specifieke manier: het recht
formuleert zijn ordeningsprincipes.

 Taal is het instrument waarmee een jurist werkt

Hoofdstuk 2 Wat is recht?
2.1 Subjectief en objectief recht
Met recht doelen we enerzijds op ons recht om te krijgen wat ons toekomt, en anderzijds van het
Nederlandse recht. Dit eerste noemt men subjectief recht, het tweede is objectief recht.

Met objectief recht wordt bedoeld: het geheel van regels en beginselen waarin is vastgelegd wat
men moet doen, welke rechten (en diens inhoud) men heeft. De inhoud hiervan noemen we vaak ‘het
recht’, waarbij ‘objectief’ wordt toegevoegd om duidelijk te maken dat het niet over recht in
subjectieve betekenis hebben. De regels van het objectieve recht zijn van algemene aard: ze gelden
voor een open klasse van gevallen. Wanneer in het wetboek staat dat “hij die opzettelijk een ander
van het leven berooft als schuldig aan doodslag wordt gestraft met een gevangenisstraf ten hoogste
van 15 jaren (Art. 287 Sr)”, van toepassing is op ieder die zich schuldig maakt aan dit misdrijf.

Bij subjectief recht gaat het om de rechten die we hebben. Bijvoorbeeld het eigendomsrecht; men
beslist zelf wat hij/zij met zaken die hij/zij bezit doet. Of wanneer men een koopcontract tekent, een
contract voor een auto, of de vrijheid van meningsuiting en godsdienst. De dragers van subjectieve
rechten worden rechtssubjecten genoemd, wat ‘onderworpen aan het recht (in objectieve zin)’
betekent. Het rechtssubject is een drager van rechten maar tegelijkertijd ook onderworpen aan het
recht: enerzijds legt het (objectieve) recht ons plichten op (belasting betalen, buurman niet doden,
etc.) maar anderzijds bestempeld het ons tot vrije dragers van het recht.

1

,Waar in het moderne recht gesproken wordt van rechtssubject, spreekt een jurist van natuurlijke
personen. Daarnaast zijn er ook rechtspersonen. Rechtspersonen zijn organisaties die eveneens
plichten hebben, denk aan verenigingen, stichtingen, naamloze vennootschappen, kerk-
genootschappen, corporatieve verenigingen, BV’s, NV’s, politieke partijen, etc.
Rechtspersonen kenmerken zich door bepaalde dingen:
1. Een organisatie die is vastgelegd in statuten of reglementen
2. Er moet bepaald zijn wie het gezag heeft, deze persoon moet aanspreekbaar zijn
3. Er moet een afgescheiden vermogen zijn (gescheiden van het vermogen van de natuurlijke
persoon die deel uitmaakt van een rechtspersoon)
4. Kunnen eveneens strafbaar worden gesteld


2.2 Positief recht
Het recht zoals dat daadwerkelijk functioneert in onze samenleving wordt ook wel het bestaande
recht genoemd. Dat wil zeggen; het recht dat vast is gelegd in wetten en andere documenten, dat
wordt toegepast door rechters, en desnoods met de sterke arm van politieke kracht wordt bijgezet.
Dit bestaande recht wordt door juristen vaak het positieve recht genoemd. Dit is recht dat door
mensen gemaakt wordt (wetgevers). Bevat tevens ook voorschriften over de manier waarop nieuw
recht wordt gemaakt, en welke personen daartoe bevoegd zijn.

Echter hoeft positief recht niet altijd wenselijk recht te zijn. Moord en doodslag is bijvoorbeeld
verboden in het positief recht, terwijl velen dat wel wenselijk vinden. Het kan ook dat het positieve
recht regels bevat waar sommigen het niet mee eens zijn: belastingtarieven zijn te hoog, etc.


2.3 Recht en macht
Het (objectieve recht) heeft op verschillende manieren te maken met macht. Doordat het dwingend
is: wie zich niet aan het recht houdt loop het risico op een juridische sanctie. Het gaat hierbij dan niet
om individuele macht van de ene persoon of de ander, maar om collectieve macht; de macht van de
georganiseerde samenleving die wordt ingezet om publieke of private rechten/belangen te
beschermen.

Deze collectieve macht kan echter niet naar willekeur gehanteerd worden. Het recht kan niet alleen
gezien worden als het geheel van regels en beginselen waarin onze rechten en plichten worden
vastgelegd, maar ook als het geheel van regels en beginselen dat bepaalt onder welke voorwaarden
deze macht wordt ingezet of juist niet. Dit is een tweede aspect van de relatie tussen recht en macht:
recht normeert de macht.


2.4 Recht en moraal
Rechtsregels vallen veelal samen met morele regels: niet een ander doden, niet een ander
mishandelen, etc. Er zijn echter ook gedragingen die door de moraal worden voorgeschreven maar
niet tot het recht behoren: op je beurt wachten, je aan sociale afspraken houden, etc. Omgekeerd
zijn er ook rechtsregels die ons gedragingen verbieden die moreel niet vanzelfsprekend zijn:
verjaring, rechts houden in het verkeer, hoe(veel) leden van de Tweede Kamer worden gekozen, etc.

Regels kunnen ook immoreel zijn: bijvoorbeeld als de Koning de leden van de Tweede Kamer zou
kiezen.

2

, Recht en moraal kunnen ook met elkaar in conflict komen: positief recht zal in het algemeen niet het
moreel best mogelijke positieve recht zijn. Dit kan zo simpel mogelijk verklaart worden door onze
meningsverschillen: de één wil een lagere belasting, de ander eist hogere straffen, etc.. Ook als recht
bedoelt is om rechtvaardig te zijn, zal het daar nooit helemaal in slagen. Recht kan ook heel
onrechtvaardig zijn: corruptie of racisme.

Onze opvattingen over de inhoud van recht en hoe recht hoort te zijn botsen wel eens met elkaar.
 vrouw die tasjesdief dood reed krijgt steun van politici.
Het positieve recht is de uitkomst van deze strijd. Dat relativeert de uitkomst: recht is altijd voor
verbetering vatbaar.


2.5 Rechtsnormen
Rechtsnormen verschillen van bijvoorbeeld natuurwetenschappelijke of sociologische
wetmatigheden. Deze laatste zijn descriptief: hoe iets feitelijk in elkaar zit. Rechtsnormen zijn
prescriptief: zeggen niet wat is of wat gebeurt, maar wat hoort te gebeuren. Echter zijn feiten wel
van belang voor normen, kunnen normen nooit afgeleid worden uit feiten.

Om te kunnen normeren moeten normen een inhoud hebben. Bij primaire normen bestaat dit uit
menselijke handelingen  gedragsregels. Deze handeling kan geschreven worden in de vorm van
een activiteit (dronken rijden), maar ook in termen van het door de handeling bereikte resultaat
(doden). Ook behoort tot de inhoud een aanduiding van normsubjecten: wie zijn de personen
waartoe de norm zich richt? Staat duidelijk weergeven in het Wetboek van Strafrecht: “Hij die een
ander opzettelijk van het leven beroofd…”. Andere normen kunnen ook een bepaalde persoon
treffen, denk aan de verplichting voor winkeliers om zich aan de winkeltijden te houden.

Daarnaast moet er ook een aanduiding zijn van plaats en tijd. Echter blijven deze aanduidingen vaak
impliciet; de normen die fundamentele rechten formuleren en strafrechtelijke verboden gelden
doorgaans overal en altijd (in de bebouwde kom niet harder dan 50 km/u rijden).

Rechtsnormen zijn nooit absoluut. Zelfs bij fundamentele rechten zijn er uitzonderingen: EVRM “niet
strafbaar is hij die een feit begaat waartoe hij door overmacht is gedrongen (Art. 40 Sr)” en een
civielrechtelijke verplichting om schadevergoeding te betalen geldt pas als aan bepaalde
voorwaarden is voldaan. Deze voorwaarden kunnen positief (als aan bepaalde voorwaarden voldaan
is dan…) of negatief (als zich geen uitzondering voordoet dan…) zijn.

Tenslotte is er een normatieve operator: het normsubject mag, moet of mag niet als aan de
betreffende voorwaarden is voldaan, de betreffende handeling op die plaats(en) en op die tijd(en)
verrichten. Een primaire regel staat dus iets toe (verlof), schrijft iets dwingends voor (gebod) of staat
een handeling niet toe (verbod).

Dus in een juridische gedragsnorm staat:
1. Handeling
2. Normsubject
3. Normatieve operator
4. Voorwaarde
5. Tijd en plaats


3

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
Daisybeek Vrije Universiteit Amsterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
999
Lid sinds
12 jaar
Aantal volgers
572
Documenten
7
Laatst verkocht
3 maanden geleden

Hello there! Ik ben Daisy, derdejaars (officieel vierdejaars) student criminologie op de Vrije Universiteit (Amsterdam). Wanneer ik de tijd heb maak ik graag zelf mijn samenvattingen aangezien ik erg perfectionistisch ben en de dingen graag op een bepaalde manier doe.

4,0

215 beoordelingen

5
47
4
129
3
28
2
6
1
5

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen