Begrippenlijst
kruising geslachtelijke voortplanting tussen 2 organismen die in 1 of meer kenmerken
van elkaar verschillen.
hybride nakomeling van 2 ouders die minstens in 1 kenmerk verschillen
gen erffactor
allel vorm waarin een gen kan voorkomen; voorgesteld door een letter
fenotype het geheel van waarneembare kenmerken
genotype het geheel van genen; voorgesteld door een combinatie van letters
homozygoot (=raszuiver of zaadvast), genotype met identieke allelen
heterozygoot genotype met niet-identieke allelen
dominant allel allel dat in een heterozygoot genotype tot uiting komt in het fenotype
recessief allel allel dat in een heterozygoot genotype niet tot uiting komt in het fenotype
Chromosoom verzameling lineair geordende genen
Locus plaats van gen op chromosoom (p- en q- arm)
overerving complex afwijkende frequenties komen voor
Lethale genen Lethale allelen leveren in een homozygoot genotype geen levensvatbaar
individu
Multiple allelen Als er meer dan 2 allelen bestaan van een gen
polygenie Interactie tussen 2 genen; meerdere genen werken samen om 1 fenotypisch
kenmerk tot stand te brengen.
cryptomerie Interactie tussen genen waarbij het ene gen het effect van een ander gen
beïnvloedt. Bij sommige genotypen blijven 1 of meer genen verborgen
Recombinatiefreq. maat voor relatieve afstand tussen genen
HLA-genen (Humane genen die coderen voor aanwezigheid glycoproteïnen in celmembraan
Leukocyten menselijke cellen
Antigenen)
Monohybride kruising
Thema 1: chromosomale mechanismen van overerving 1
, Enkel met dominante overerving = kruising ouders + zelfbestuiving van F1
Telkens 3:1 verhouding tss dominante & recessieve kenmerk
intermediaire overerving codominante overerving
1:2:1-verhouding in de F2-generatie 1:2:1-verhouding in de F2-generatie
mengvorm → iets nieuws uitgevonden elk afzonderlijk
wit + rood = roos wit + zwart → gespikkeld Wit + zwart
Splitsingswet of Seggregatiewet = Erffactoren komen in paren voor.
Bij de vorming van de gameten worden de paren van erffactoren gescheiden, gesplitst en
Thema 1: chromosomale mechanismen van overerving 2
kruising geslachtelijke voortplanting tussen 2 organismen die in 1 of meer kenmerken
van elkaar verschillen.
hybride nakomeling van 2 ouders die minstens in 1 kenmerk verschillen
gen erffactor
allel vorm waarin een gen kan voorkomen; voorgesteld door een letter
fenotype het geheel van waarneembare kenmerken
genotype het geheel van genen; voorgesteld door een combinatie van letters
homozygoot (=raszuiver of zaadvast), genotype met identieke allelen
heterozygoot genotype met niet-identieke allelen
dominant allel allel dat in een heterozygoot genotype tot uiting komt in het fenotype
recessief allel allel dat in een heterozygoot genotype niet tot uiting komt in het fenotype
Chromosoom verzameling lineair geordende genen
Locus plaats van gen op chromosoom (p- en q- arm)
overerving complex afwijkende frequenties komen voor
Lethale genen Lethale allelen leveren in een homozygoot genotype geen levensvatbaar
individu
Multiple allelen Als er meer dan 2 allelen bestaan van een gen
polygenie Interactie tussen 2 genen; meerdere genen werken samen om 1 fenotypisch
kenmerk tot stand te brengen.
cryptomerie Interactie tussen genen waarbij het ene gen het effect van een ander gen
beïnvloedt. Bij sommige genotypen blijven 1 of meer genen verborgen
Recombinatiefreq. maat voor relatieve afstand tussen genen
HLA-genen (Humane genen die coderen voor aanwezigheid glycoproteïnen in celmembraan
Leukocyten menselijke cellen
Antigenen)
Monohybride kruising
Thema 1: chromosomale mechanismen van overerving 1
, Enkel met dominante overerving = kruising ouders + zelfbestuiving van F1
Telkens 3:1 verhouding tss dominante & recessieve kenmerk
intermediaire overerving codominante overerving
1:2:1-verhouding in de F2-generatie 1:2:1-verhouding in de F2-generatie
mengvorm → iets nieuws uitgevonden elk afzonderlijk
wit + rood = roos wit + zwart → gespikkeld Wit + zwart
Splitsingswet of Seggregatiewet = Erffactoren komen in paren voor.
Bij de vorming van de gameten worden de paren van erffactoren gescheiden, gesplitst en
Thema 1: chromosomale mechanismen van overerving 2