PROBLEEM 1
Leerdoelen:
1. Wat is de basis voor het doen van onderzoek? (onderzoeksplan)
2. Wat voor soort onderzoeksvragen zijn er?
3. Wat is de rol van theorie in wetenschappelijk onderzoek?
Bronnen:
- Onderzoeksmethoden - Schepers, Tobi en Boeije
- Methoden en technieken van onderzoek in de criminologie - Bijleveld
- Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie - Decorte en Zaitech
- Qualitative research methods - Hennink, Hutter
- Empirisch onderzoek in de Nederlandse criminologie. Een inventarisatie van 25 jaar
methoden en technieken – Van der Leun & Bijleveld
- Research Design. Qualitative, Quantitative and Mixed Methods Approaches – Creswell
Wat is de basis voor het doen van onderzoek? (onderzoeksplan)
Tien onderdelen van een onderzoeksplan:
Probleemstelling: wat en waarom?
1. Vraagstelling: wat wil je precies weten?
2. Doelstelling: waarom wil je dit weten?
3. Theoretisch raamwerk, eventueel weergegeven als conceptueel model
Onderzoeksontwerp: hoe?
4. Hoe wil je je onderzoek opzetten?
Bijv. grootschalig veldonderzoek, experiment, etnografisch veldonderzoek, analyse
van de inhoud van teksten, gebruik van bestaande data
5. Wat voor data wil je verzamelen?
Dataverzamelingsplan
6. Bij wie wil je die data verzamelen?
Steekproefplan
7. Wanner wil je die data verzamelen?
8. Waar wil je die data verzamelen?
9. Hoe wil je die data analyseren?
Data-analyseplan
10. Hoe wil je rapporteren?
Probleemstelling
Opgebouwd uit drie onderdelen:
1. Vraagstelling: wat wil je als onderzoeker weten, geformuleerd in een overkoepelende vraag,
meestal met deelvragen
Geeft weer wat jij wilt weten
2. Doelstelling: waarom en eventueel voor wie wil je het onderzoek uitvoeren
1
, 3. Theoretisch raamwerk of conceptueel model: vanuit welk perspectief of wetenschappelijke
theorie wordt de vraagstelling beantwoord?
Vraagstelling:
3 typen
- Beschrijvende vraagstellingen: beginnen met woorden als wie of wat voor, welke wanneer en
hoe …?
o Beschrijvende trendvraagstellingen: ten minste twee tijdstippen vergelijken
Bijv. Wat is het percentage Nederlanders dat tegenwoordig zondag
regelmatige naar de kerk gaat vergelijken met het percentage dat dat twintig
en veertig jaar geleden deed?
o Beschrijvende comparatieve vraagstelling: ten minste twee locaties vergeleken
Bijv. zijn er verschillen tussen de grote steden in Nederland met betrekking
tot het percentage Nederlanders dat op zondag regelmatig naar de kerk
gaat?
- Verklarende vraagstellingen: start met een verschijnsel waarvoor men vervolgens een of
meer verklaringen zoekt. Herkennen aan woorden als waarom, waardoor, hoe komt het dat
en wat is de reden voor …?
o Bijv. waarom is het aantal Nederlanders dat op zondag naar de kerk gaat zo sterk
afgenomen in de afgelopen decennia?
o Onderzoekers kijken vaak naar eerdere theoretische inzichten en vormen hieruit
hypothesen (stellige verwachtingen over bepaalde aspecten van de sociale
werkelijkheid)
- Voorspellende vraagstellingen: concrete voorspellingen van data die je in het onderzoek
verwacht aan te treffen. Gaat niet om voorspelling van toekomstige gebeurtenissen. wordt
geformuleerd met termen als ‘tot welke… leidt…? en ‘wat gebeurt er als gevolg van …’
o Deze vraagstellingen zijn veelal het uitganspunt voor het toetsen van hypothesen
Causale (oorzakelijke) vraagstellingen: ze vragen naar de oorzaken van een verschijnsel
- Verklarende vraagstellingen: beginnen bij gevolg (wat zijn de mogelijke oorzaken van y?)
- Voorspellende vraagstellingen: beginnen bij de oorzaak (wat zijn de mogelijke gevolgen van
x?)
Doelstelling
- Geeft aan waarom een onderzoek wordt gedaan
- Moet worden aangegeven wat de wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie van het
onderzoek is
Kennisproblemen & praktijkproblemen
- Kennisproblemen: fundamenteel wetenschappelijk onderzoek (onderzoekers willen meer
kennis en inzicht krijgen om daarmee het kennisprobleem op te lossen -> wetenschappelijke
relevantie)
- Praktijkproblemen: toegepast wetenschappelijk onderzoek (praktische problemen van
aanwijsbare mensen of groepen in de samenleving vormen het uitgangspunt voor het
onderzoek. Onderzoekers beogen data en/of inzichten aan te dragen die gebruikt kunnen
worden bij het vinden en uitproberen van praktische oplossingen voor deze problemen)
2
Leerdoelen:
1. Wat is de basis voor het doen van onderzoek? (onderzoeksplan)
2. Wat voor soort onderzoeksvragen zijn er?
3. Wat is de rol van theorie in wetenschappelijk onderzoek?
Bronnen:
- Onderzoeksmethoden - Schepers, Tobi en Boeije
- Methoden en technieken van onderzoek in de criminologie - Bijleveld
- Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie - Decorte en Zaitech
- Qualitative research methods - Hennink, Hutter
- Empirisch onderzoek in de Nederlandse criminologie. Een inventarisatie van 25 jaar
methoden en technieken – Van der Leun & Bijleveld
- Research Design. Qualitative, Quantitative and Mixed Methods Approaches – Creswell
Wat is de basis voor het doen van onderzoek? (onderzoeksplan)
Tien onderdelen van een onderzoeksplan:
Probleemstelling: wat en waarom?
1. Vraagstelling: wat wil je precies weten?
2. Doelstelling: waarom wil je dit weten?
3. Theoretisch raamwerk, eventueel weergegeven als conceptueel model
Onderzoeksontwerp: hoe?
4. Hoe wil je je onderzoek opzetten?
Bijv. grootschalig veldonderzoek, experiment, etnografisch veldonderzoek, analyse
van de inhoud van teksten, gebruik van bestaande data
5. Wat voor data wil je verzamelen?
Dataverzamelingsplan
6. Bij wie wil je die data verzamelen?
Steekproefplan
7. Wanner wil je die data verzamelen?
8. Waar wil je die data verzamelen?
9. Hoe wil je die data analyseren?
Data-analyseplan
10. Hoe wil je rapporteren?
Probleemstelling
Opgebouwd uit drie onderdelen:
1. Vraagstelling: wat wil je als onderzoeker weten, geformuleerd in een overkoepelende vraag,
meestal met deelvragen
Geeft weer wat jij wilt weten
2. Doelstelling: waarom en eventueel voor wie wil je het onderzoek uitvoeren
1
, 3. Theoretisch raamwerk of conceptueel model: vanuit welk perspectief of wetenschappelijke
theorie wordt de vraagstelling beantwoord?
Vraagstelling:
3 typen
- Beschrijvende vraagstellingen: beginnen met woorden als wie of wat voor, welke wanneer en
hoe …?
o Beschrijvende trendvraagstellingen: ten minste twee tijdstippen vergelijken
Bijv. Wat is het percentage Nederlanders dat tegenwoordig zondag
regelmatige naar de kerk gaat vergelijken met het percentage dat dat twintig
en veertig jaar geleden deed?
o Beschrijvende comparatieve vraagstelling: ten minste twee locaties vergeleken
Bijv. zijn er verschillen tussen de grote steden in Nederland met betrekking
tot het percentage Nederlanders dat op zondag regelmatig naar de kerk
gaat?
- Verklarende vraagstellingen: start met een verschijnsel waarvoor men vervolgens een of
meer verklaringen zoekt. Herkennen aan woorden als waarom, waardoor, hoe komt het dat
en wat is de reden voor …?
o Bijv. waarom is het aantal Nederlanders dat op zondag naar de kerk gaat zo sterk
afgenomen in de afgelopen decennia?
o Onderzoekers kijken vaak naar eerdere theoretische inzichten en vormen hieruit
hypothesen (stellige verwachtingen over bepaalde aspecten van de sociale
werkelijkheid)
- Voorspellende vraagstellingen: concrete voorspellingen van data die je in het onderzoek
verwacht aan te treffen. Gaat niet om voorspelling van toekomstige gebeurtenissen. wordt
geformuleerd met termen als ‘tot welke… leidt…? en ‘wat gebeurt er als gevolg van …’
o Deze vraagstellingen zijn veelal het uitganspunt voor het toetsen van hypothesen
Causale (oorzakelijke) vraagstellingen: ze vragen naar de oorzaken van een verschijnsel
- Verklarende vraagstellingen: beginnen bij gevolg (wat zijn de mogelijke oorzaken van y?)
- Voorspellende vraagstellingen: beginnen bij de oorzaak (wat zijn de mogelijke gevolgen van
x?)
Doelstelling
- Geeft aan waarom een onderzoek wordt gedaan
- Moet worden aangegeven wat de wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie van het
onderzoek is
Kennisproblemen & praktijkproblemen
- Kennisproblemen: fundamenteel wetenschappelijk onderzoek (onderzoekers willen meer
kennis en inzicht krijgen om daarmee het kennisprobleem op te lossen -> wetenschappelijke
relevantie)
- Praktijkproblemen: toegepast wetenschappelijk onderzoek (praktische problemen van
aanwijsbare mensen of groepen in de samenleving vormen het uitgangspunt voor het
onderzoek. Onderzoekers beogen data en/of inzichten aan te dragen die gebruikt kunnen
worden bij het vinden en uitproberen van praktische oplossingen voor deze problemen)
2