, HET RECHT
Contextualisme = de bredere vorm van het recht. Er wordt gekeken naar concrete gevallen, en
het recht zien in de omstandigheden waarin het functioneert en tot stand is gekomen.
DRIEHOEKSMODEL:
Normatieve recht: het positieve recht en de
geldende regels op een bepaalde tijd en
plaats.
Ideële moment: ook wel het filosofische
moment. De ideeën en opvattingen die aan
de geldende regels ten grondslag liggen.
Mensen laten zich leiden door overtuigingen.
Het belang die het recht zou moeten
bereiken.
Actuele moment: ook wel het sociologische
moment. De maatschappelijke gebruiken die
aan de geldende regels ten grondslag liggen.
De effectiviteit is hier belangrijk en het idee
over welke aanpak het beste werkt.
Euthanasie = verboden (normatief), echter is
hier discussie over (actueel), andere normen en waarden (ideëel).
Positieve recht = recht dat in een land op een bepaald moment geldt.
Juridische dogmatiek = recht als een systeem van regels.
Multi- en interdisciplinaire visie = het recht wordt ook benaderd vanuit andere wetenschappen.
Er is wetenschappelijke verbondenheid tussen hun grondslagen. Dit is de bredere opvatting van
het recht.
Ultimum remedium = het uiterste redmiddel. Voorkomt dat mensen zelf voor rechter gaan
spelen.
Taal in het recht:
Belangrijk in het recht. Het zorgt voor ordening en je kan het consequent toepassen.
Open texture, de taal sluit niet altijd aan:
1. Algemeenheid van begrippen (bijv. aan het lichaam in het lichaam)
2. Veranderende werkelijkheid (bijv. ongeluk met tesla)
Discursieve grootheid = het probleem met taal in het recht. Woorden zijn niet op voorhand
duidelijk en de context heeft invloed op de betekenis ervan.
Regelvinding (wat doet de rechter?):
1. Regelgeleide rechtsvinding = het strikt houden aan de regels/wet. Rechtseenheid,
rechtsgelijkheid en rechtszekerheid centraal. Rechtssysteem wordt toegepast.
2. Casuïstische rechtsvinding = kijken naar de context van het geval en de beste oplossing
vinden op basis van de omstandigheden. Rechtvaardigheid is hier het belangrijkst.
Bezwaar is wel: ongelijkheid, geen uniformiteit.
Casuïstisch is niet (!) hetzelfde als contextualisme. In het geval van contextualisme kan
ook in de context van het geval worden besloten om de wet strikt te volgen.
Contextualisme houdt niet (!) in dat er geen regels en beginselen moeten zijn, juist wel tegen
willekeur. Er wordt altijd eerst gekeken of regelgeleide rechtsvinding kan worden toegepast.
2