Lecture 1: Introduction: Netwerk, afhankelijkheden en network
governance
Achtergrond thema:
- samenleving moet omgaan met complexe problemen.
- er zijn veel actoren met verschillende meningen over wat er aan de hand is
betrokken bij deze complexe problemen.
- voorbeelden: coronavirus, klimaatverandering, bouw van infrastructurele werken,
uitbreiding van schiphol.
- proces is complex, kan veel tijd kosten en de uitkomsten zijn onvoorspelbaar.
Network governance gaat om omgaan met ‘wicked problems.’
Wicked problems:
● Ill-defined (geen overeenkomst over probleemdefinitie).
● Oplossingen zijn met elkaar in conflict of ontbreken.
● Ontembaar? (je wordt het niet eens over de probleemdefinitie, dus ook niet over de
oplossing).
Voorbeeld: multiple problem families
Families die met meerdere problemen tegelijkertijd te maken heeft, zoals criminaliteit,
geldproblemen, drugsgebruik. Deze problemen zijn aan elkaar gerelateerd. Vanwege al
deze verschillende problemen, zijn er ook veel verschillende professionals bij betrokken
(politie, financiële hulp, mentale zorg). Deze professionals focussen allemaal op één van de
problemen. Het is van belang dat deze professionals samenwerken om tot een
geïntegreerde oplossing voor al deze problemen samen te komen.
,Wicked problems zijn complex (NIET complicated)
● Substantive complexity: actoren met verschillende percepties van problemen,
oplossingen, de status van informatie en (wetenschappelijke) kennis.
● Strategic complexity: veel interacterende actoren met conflicterende interesses en
strategieën.
● Institutional complexity: actoren van divergerende institutionele achtergronden
(bijvoorbeeld juridische, zorg, of financiële achtergrond), en de aanwezigheid van
veelvoud aan regels, protocollen, normen, etc: welke regels te volgen?
Netwerken!
Verschillende (wederzijds afhankelijke) actoren betrokken bij het omgaan met (wicked)
publieke problemen en complexe publieke diensten.
Conclusie
● Wicked problems kunnen niet eenvoudig worden opgelost.
● Wicked problems houden ook een netwerk van actoren in met verschillende
percepties van problemen en oplossingen.
- deze actoren en ideeën kunnen niet simpelweg worden genegeerd of
weggehaald, anders kom je nergens (je mist bronnen of steun).
● Dus, omgaan met wicked problemen vereist het omgaan met netwerken.
Hoe doe je dit?
Missie van dit vak
● Government opereert in netwerken.
● Klassieke aanpak van sturen (hiërarchisch, top down, command en control) werkt
meestal niet.
● Er is een shift nodig naar Network Governance.
● Waar gaan netwerken over en hoe kunnen ze worden geregeerd?
Outline van de lecture
- Wat kun je verwachten?
- Wat zijn (governance) netwerken?
, - Wat zijn onderlinge afhankelijkheden?
Structuur boek:
- Inhoud (substantive complexity), process (strategic complexity) en instituties
(institutional complexity).
- Analyse (deel 1) en management (deel 2) van de complexiteiten.
- Normatieve vragen: evaluatie, democratie en verantwoording (deel 3).
Lectures
1. Wicked problems, networks, interdependencies.
2. Governance.
3. Substantive complexity.
4. Strategic complexity.
5. Institutional complexity.
6. Network management.
7. Evaluation.
Netwerken en onderlinge afhankelijkheden
Interactieproces als een spel, waarbij actoren afhankelijk zijn van elkaar.
Het spel kan niet worden gespeeld als actoren niet meedoen aan het spel en hun bronnen
niet willen investeren.
Wicked problems impliceren netwerken van actoren die onderling afhankelijk zijn.
Deze actoren kunnen problemen niet alleen oplossen!
… hoewel ze misschien denken dat ze dat wel kunnen.
→ bijv. Boris Johnson denkt dat het VK problemen alleen op kan lossen, een
‘global Britain’ dat onafhankelijk is van de EU, terwijl VK eigenlijk afhankelijk is
van andere landen.
Zien actoren hun afhankelijkheden?
Vaak niet.
→ bijv. tijdens huwelijk van Grapperhaus werd er geen afstand gehouden,
Grapperhaus was zich niet bewust van de dependencies; als hij geen afstand
houdt, waarom moeten anderen dat wel? → invloed op media, handhaving, etc.
Wat maakt actoren afhankelijk van elkaar bij het oplossen van problemen en het
verlenen van diensten?
Ze hebben elkaars bronnen nodig!
Wat zijn bronnen?
Formele en informele middelen die nodig zijn voor oplossingen en publieke diensten.
De bronnen zijn verspreid over meerdere partijen.
, Voorbeeld corona crisis: bronnen zijn verdeeld over verschillende partijen!
1. Geld (economische crisis als gevolg van lockdown, overheid kan steunpakket geven;
geld is in handen van de overheid).
2. Productiemiddelen (beschikbaarheid mondkapjes, testcapaciteit,
ziekenhuisbedden, politie om regels te handhaven; verspreid over verschillende
partijen).
3. Bevoegdheden/autoriteit (wie heeft de formele autoriteit om beslissingen te maken:
centrale of lokale overheden; rechtbanken).
4. Informatie (bijv. door ziekenhuizen over capaciteit, sociale media, burgers over of ze
besmet zijn).
5. Kennis/expertise (virologen, doctoren, economen; eerst vooral virologen en
doctoren, later ook aandacht voor economen en impact op economie; kennis is
verspreid over verschillende partijen).
6. Legitimiteit/steun (burgers, cateraars, bedrijven; houden ze zich aan de regels,
steunen ze de overheid en de maatregelen?).
7. Relaties (RIVM; experts in OMT, maar ook Redteam met andere experts en
alternatieve ideeën, worden ook gezien door de overheid met hebben wel meer
moeite om gehoord te worden dan OMT).
8. Media toegang (overheden hebben persconferenties; experts hebben
mediatoegang, je ziet ze dagelijks in talkshows; tegenstanders hebben meer moeite
om mediatoegang te krijgen, leidt tot demonstraties om zo toch toegang te krijgen)
De bronnen zijn verdeeld over verschillende actoren in de samenleving!
Actoren kunnen problemen niet zelf oplossen, maar moeten dus samenwerken met andere
actoren.
⇒ De bronnen zorgen voor de onderlinge afhankelijkheid.
governance
Achtergrond thema:
- samenleving moet omgaan met complexe problemen.
- er zijn veel actoren met verschillende meningen over wat er aan de hand is
betrokken bij deze complexe problemen.
- voorbeelden: coronavirus, klimaatverandering, bouw van infrastructurele werken,
uitbreiding van schiphol.
- proces is complex, kan veel tijd kosten en de uitkomsten zijn onvoorspelbaar.
Network governance gaat om omgaan met ‘wicked problems.’
Wicked problems:
● Ill-defined (geen overeenkomst over probleemdefinitie).
● Oplossingen zijn met elkaar in conflict of ontbreken.
● Ontembaar? (je wordt het niet eens over de probleemdefinitie, dus ook niet over de
oplossing).
Voorbeeld: multiple problem families
Families die met meerdere problemen tegelijkertijd te maken heeft, zoals criminaliteit,
geldproblemen, drugsgebruik. Deze problemen zijn aan elkaar gerelateerd. Vanwege al
deze verschillende problemen, zijn er ook veel verschillende professionals bij betrokken
(politie, financiële hulp, mentale zorg). Deze professionals focussen allemaal op één van de
problemen. Het is van belang dat deze professionals samenwerken om tot een
geïntegreerde oplossing voor al deze problemen samen te komen.
,Wicked problems zijn complex (NIET complicated)
● Substantive complexity: actoren met verschillende percepties van problemen,
oplossingen, de status van informatie en (wetenschappelijke) kennis.
● Strategic complexity: veel interacterende actoren met conflicterende interesses en
strategieën.
● Institutional complexity: actoren van divergerende institutionele achtergronden
(bijvoorbeeld juridische, zorg, of financiële achtergrond), en de aanwezigheid van
veelvoud aan regels, protocollen, normen, etc: welke regels te volgen?
Netwerken!
Verschillende (wederzijds afhankelijke) actoren betrokken bij het omgaan met (wicked)
publieke problemen en complexe publieke diensten.
Conclusie
● Wicked problems kunnen niet eenvoudig worden opgelost.
● Wicked problems houden ook een netwerk van actoren in met verschillende
percepties van problemen en oplossingen.
- deze actoren en ideeën kunnen niet simpelweg worden genegeerd of
weggehaald, anders kom je nergens (je mist bronnen of steun).
● Dus, omgaan met wicked problemen vereist het omgaan met netwerken.
Hoe doe je dit?
Missie van dit vak
● Government opereert in netwerken.
● Klassieke aanpak van sturen (hiërarchisch, top down, command en control) werkt
meestal niet.
● Er is een shift nodig naar Network Governance.
● Waar gaan netwerken over en hoe kunnen ze worden geregeerd?
Outline van de lecture
- Wat kun je verwachten?
- Wat zijn (governance) netwerken?
, - Wat zijn onderlinge afhankelijkheden?
Structuur boek:
- Inhoud (substantive complexity), process (strategic complexity) en instituties
(institutional complexity).
- Analyse (deel 1) en management (deel 2) van de complexiteiten.
- Normatieve vragen: evaluatie, democratie en verantwoording (deel 3).
Lectures
1. Wicked problems, networks, interdependencies.
2. Governance.
3. Substantive complexity.
4. Strategic complexity.
5. Institutional complexity.
6. Network management.
7. Evaluation.
Netwerken en onderlinge afhankelijkheden
Interactieproces als een spel, waarbij actoren afhankelijk zijn van elkaar.
Het spel kan niet worden gespeeld als actoren niet meedoen aan het spel en hun bronnen
niet willen investeren.
Wicked problems impliceren netwerken van actoren die onderling afhankelijk zijn.
Deze actoren kunnen problemen niet alleen oplossen!
… hoewel ze misschien denken dat ze dat wel kunnen.
→ bijv. Boris Johnson denkt dat het VK problemen alleen op kan lossen, een
‘global Britain’ dat onafhankelijk is van de EU, terwijl VK eigenlijk afhankelijk is
van andere landen.
Zien actoren hun afhankelijkheden?
Vaak niet.
→ bijv. tijdens huwelijk van Grapperhaus werd er geen afstand gehouden,
Grapperhaus was zich niet bewust van de dependencies; als hij geen afstand
houdt, waarom moeten anderen dat wel? → invloed op media, handhaving, etc.
Wat maakt actoren afhankelijk van elkaar bij het oplossen van problemen en het
verlenen van diensten?
Ze hebben elkaars bronnen nodig!
Wat zijn bronnen?
Formele en informele middelen die nodig zijn voor oplossingen en publieke diensten.
De bronnen zijn verspreid over meerdere partijen.
, Voorbeeld corona crisis: bronnen zijn verdeeld over verschillende partijen!
1. Geld (economische crisis als gevolg van lockdown, overheid kan steunpakket geven;
geld is in handen van de overheid).
2. Productiemiddelen (beschikbaarheid mondkapjes, testcapaciteit,
ziekenhuisbedden, politie om regels te handhaven; verspreid over verschillende
partijen).
3. Bevoegdheden/autoriteit (wie heeft de formele autoriteit om beslissingen te maken:
centrale of lokale overheden; rechtbanken).
4. Informatie (bijv. door ziekenhuizen over capaciteit, sociale media, burgers over of ze
besmet zijn).
5. Kennis/expertise (virologen, doctoren, economen; eerst vooral virologen en
doctoren, later ook aandacht voor economen en impact op economie; kennis is
verspreid over verschillende partijen).
6. Legitimiteit/steun (burgers, cateraars, bedrijven; houden ze zich aan de regels,
steunen ze de overheid en de maatregelen?).
7. Relaties (RIVM; experts in OMT, maar ook Redteam met andere experts en
alternatieve ideeën, worden ook gezien door de overheid met hebben wel meer
moeite om gehoord te worden dan OMT).
8. Media toegang (overheden hebben persconferenties; experts hebben
mediatoegang, je ziet ze dagelijks in talkshows; tegenstanders hebben meer moeite
om mediatoegang te krijgen, leidt tot demonstraties om zo toch toegang te krijgen)
De bronnen zijn verdeeld over verschillende actoren in de samenleving!
Actoren kunnen problemen niet zelf oplossen, maar moeten dus samenwerken met andere
actoren.
⇒ De bronnen zorgen voor de onderlinge afhankelijkheid.
