Scheikunde NOVA samenvatting
Hoofdstuk 7,8,9,10,11
,H7 Zuren en Basen.............................................................................................................1
§7.1 Zure en basische oplossingen .............................................................................................3
§7.2 Sterk en zwak ....................................................................................................................3
§7.3 Bijzondere zuren en basen .................................................................................................3
§7.4 Zuur-basereacties ..............................................................................................................4
§7.5 Rekenen met zwakke zuren en basen .................................................................................6
H8 Ruimtelijke bouw van moleculen ..................................................................................7
§8.1 Lewisstructuren .................................................................................................................7
§8.2 Ruimtelijke bouw ..............................................................................................................7
§8.3 Cis-trans-isomerie..............................................................................................................8
§8.4 Spiegelbeeldisomerie ........................................................................................................9
H9 Redoxchemie ............................................................................................................. 10
§9.1 Elektronenoverdracht ...................................................................................................... 10
§9.2 Redoxreacties.................................................................................................................. 10
§9.3 Energie uit redoxreacties ................................................................................................. 11
§9.4 Brandstofcellen ............................................................................................................... 12
Extra:...................................................................................................................................... 13
H10 Organische verbindingen .......................................................................................... 15
§10.1 Klasse van organische verbindingen ............................................................................... 15
§10.2 reacties van alkanen, alkenen en alkynen ....................................................................... 16
§10.3 Condensatiereacties ...................................................................................................... 17
§10.4 Zuur- base- en redoxreacties .......................................................................................... 19
H11 Reactiemechanismen ............................................................................................... 22
§11.3 Nuceolfiele substitutie - Deel 1 SN-2 Reacties ................................................................. 26
§11.3 Nuceolfiele substitutie - Deel 2 SN-1 Reacties ................................................................. 28
§11.5 Katalyse ........................................................................................................................ 30
....................................................................................................... Error! Bookmark not defined.
,H7 Zuren en Basen
§7.1 Zure en basische oplossingen
Meer H3O+ > Ph < 7 dus zuurder
Meer OH- > Ph > 7 dus basischer
PH = -log [H3O+] [H3O+] = 10-PH
Aantal significantie in concentratie = aantal decimalen
PH = sterkte van een zure oplossing
POH = sterkte van een basische oplossing
POH = -log [OH-]
[OH-] = 10-POH
PH + POH = 14,00
Indicatoren om PH te bepalen > binas 52A
§7.2 Sterk en zwak
Sterke zuren/sterke basen = aflopende reactie
Zwakke zuren/zwakker basen = evenwichtsreactie
Kz = […][…]/[…] Hoe hoger waarde van Kz, hoe sterker zwakke zuur dus hoe meer evemwicht
aan kan van H3O+ ligt
Kb = […][…]/[…] Hoe hoger waarde van Kb, hoe sterker zwakke base dus hoe meer evemwicht
aan kan van OH- ligt
Kz x Kb = Kw = 1,0 x 10-14
§7.3 Bijzondere zuren en basen
Zouten met zure of basische eiegnschappen:
- bijv ammoniumchloride reageert met NH4+ als zuur
,gehydrateerde metaalionen:
- binas tabel 49 staan enkele als zwak zuur tusssen haakjes
meerwaardige zuren en basen:
- meer dan 1 H+ deeltje afstaan/opnemen
instabiele zuren:
- zoals H2CO3 > H2O + CO2
amfolyt:
- kan zowel met zuur als base reageren
- Kz of Kb: hoogste Kz > reageert als zuur
§7.4 Zuur-basereacties
1. deeltjesinventarisatie:
- zoutoplossing > vrij ionen.
- vast zout > vaste stof
- oplossing sterk zuur het zuurrestion en H3O+
- opgelost zwak zuur/base in niet gereageerde vorm
2. sterkste zuur en sterkste base
3. reactieverglijking:
- zuurr/base sterk > aflopend
- overmaat? meerwaardige zuren en basen? instaiele zuren?
Buffers:
= PH verandert nauwelijks wanneer beetje zuur/base wordt toegevoegd
bijv: Wat is verhouding [HC2O4-] : [C2O4-] bij een PH = 4,00
[base] : [zuur] 1:1 want als iets erbij komt, verandert PH hee; erg door buffer
1. reactie zuur met water
HC2O4- + H2O <> C2O42- + H3O+
2. Kz opstellen
Kz = [H3O+] [C2O42-] / [HC2O4-]
3. buffer formule
Kz = [H3O+] x [C2O42-] / [HC2O4-]
,[H3O+] = 1 x 10-4
Kz = 1,6 x 10-4
1,6 = [C2O42-] / [HC2O4-] dus verhouding [HC2O4-] : [C2O4-] = 1 : 1,6
, §7.5 Rekenen met zwakke zuren en basen
1. reactieverglijking
2. evenwichtsvoorwaarde
3. omzettingstabel
4. vul evenwichtsvoorwarde in
5. bereken onbekende
Onbekende berekenen bij bijv Kz = x,25 - x
- cz/Kz > 100 ? > mag je x verwaarlozen in noemer dus x = wortel Kz x cz
VB:
k = [HI]2/[H2][I2] = 56
[H2] [I2] [HI]2
V 0,03 0,03 0
Delta -x -x + 2x
E 0,03 - x 0,03 - x + 2x
k = (2x2) /( 0,03 – x)(0,03 – x)
x = 0,024