TOETS Minor Psychiatrie
Doelstellingen Voeding
Werkcollege week 1 – inleidend werkcollege
De student heeft kennis van en inzicht in
De belangrijkste macro- en micronutriënten
Je kunt voeding onderverdelen in macronutriënten en micronutriënten. Macronutriënten zijn de
grote bestanddelen van de voeding, terwijl micronutriënten de kleine onderdelen vormen.
Macronutriënten
Eiwitten – bouwstof
Koolhydraten – brandstof
Vetten – brandstof
Micronutriënten
Vitamines
Mineralen
Spoorelementen
De voornaamste kenmerken van RGV uitleggen
1. Eet gevarieerd
2. Eet niet teveel & beweeg erbij
3. Eet minder verzadigde vetten – verkeerde vetten
4. Eet meer groente, fruit en brood
5. Eet veilig
Globale relatie tussen gezonde voeding en gezondheid uitleggen
Een goede voeding zorgt voor een goede gezondheid.
Bijvoorbeeld:
1. Hoge vetinname hoog cholesterolgehalte
2. Teveel zout hoge bloeddruk
3. Energierijk voedingspatroon overgewicht
4. Hoge groente & fruit inname verlaagt hart- en vaatziekten en kanker
5. Vezelrijke voeding verlaagt de kans op hart- en vaatziekten
6. Verzadigde en transvetzuren verhogen de kans op coronaire hartziekten
7. Hoeveelheid vet heeft invloed op diabetes mellitus type II
8. Visolievetzuren verlagen de kans op coronaire hartziekten
9. Beperkt keukenzoutgebruik verlaagt bloeddruk
Werkcollege week 1
De student kan:
de rol van voedingsstoffen in de preventie en behandeling van dementie beschrijven;
Foliumzuur
,Van foliumzuur of vitamine B11 was al bekend dat het bepaalde lichamelijke klachten kon
verminderen. Foliumzuur komt met name voor in spruitjes, broccoli, sperziebonen, spinazie en
volkorenproducten. Foliumzuur zou tegen de ziekte van Alzheimer beschermen doordat het de
concentratie van het aminozuur homocysteïne in het bloed verlaagt. Uit eerder onderzoek is
gebleken dat er een verband bestaat tussen een hoog gehalte van dit zuur en de ziekte van
Alzheimer.
Onverzadigde vetzuren
Andere stoffen waar al lang van bekend is dat ze een belangrijke bijdrage leveren aan onze
gezondheid zijn de onverzadigde vetzuren. Vooral de zogenaamde omega-3-vetzuren, die met name
voorkomen in vette vis zoals haring, zalm en makreel, bieden mogelijk bescherming tegen het
ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer. Een zelfde werking wordt toegeschreven aan vitamine E.
Anti-oxidanten
Vrije radicalen zijn agressieve bijproducten van zuurstofgebruik die vrijkomen in ons lichaam. Ze
kunnen schade veroorzaken aan onze cellen. Dit geldt in het bijzonder voor ons erfelijk materiaal, de
chromosomen. Er wordt aangenomen dat gebeurtenissen in de cel, die worden veroorzaakt door
vrije radicalen, een standaard route vormen. Dit zou leiden tot het afsterven van hersencellen en tot
het ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer. Stoffen die vrije radicalen kunnen verwijderen, worden
Anti-oxidanten genoemd. Deze omvatten bekende stoffen zoals vitamine A en vitamine C.
Alfa-liponzuur is een stof die in ons lichaam voorkomt. Het is niet alleen een sterke antioxidant, het
versterkt ook de werking van andere Anti-oxidanten. Er zijn aanwijzingen dat alfa-liponzuur mogelijk
een remmende werking heeft op het ontstaan van de ziekte van Alzheimer.
de gevolgen van dementie op het verlies van vaardigheden beschrijven
Verlies van vaardigheden bij dementerende
Apraxie handelingen niet uit kunnen voeren – eten niet naar de mond kunnen brengen
Agnosie voorwerpen niet kunnen herkennen – voedsel niet kunnen herkennen
Afasie moeite met de taal – niet aan kunnen geven dat men wilt eten
Amnesie geheugenverlies – vergeten te eten
de relatie tussen symptomen van dementie en het ontstaan van ondervoeding, onder- en
overgewicht verklaren
Mensen met dementie hebben last van apraxie, agnosie, afasie en amnesie. Door deze gebreken kan
ondervoeding, ondergewicht of overgewicht ontstaan door een verkeerde manier van eten.
Ondervoeding - dit kan ontstaan als er sprake is van voldoende eten, maar de verkeerde stoffen
binnen krijgen. Als de dementerende wel voldoende eet, maar bijvoorbeeld alleen maar vetten tot
zich benuttigd, ontstaat er een tekort aan andere essentiële stoffen, waardoor er ondervoeding
ontstaat.
Ondergewicht – dit kan ontstaan omdat de dementerende simpelweg niet genoeg eten. Dit kan
komen doordat ze het bijv. vergeten, niet weten hoe, of niet kunnen aangeven dat ze trek hebben.
Daarnaast neemt hun conditie nodig, dus hebben ze meer energie nodig. Ook hebben sommige
bewegingsdrang, waardoor ze meer energie nodig hebben.
Overgewicht - mensen kunnen last hebben van ongeremd eetgedrag en daarnaast niet aan
beweging doen.
advies geven over de eetomgeving van de dementerende;
Veilige omgeving
Prettige omgeving
Gezellige omgeving
o Dek de tafels: leg een tafelkleed op tafel en gebruik bij
, o voorkeur geen plastic glazen, servies en bestek.
o Zet een bloemetje op tafel.
o Serveer het eten in (dek)schalen.
o Zorg voor achtergrondmuziek.
o Zorg voor goede, maar sfeervolle verlichting.
o Eet in kleine groepjes van 4-6 bewoners aan een tafel.
Overige tips:
Deel bijvoorbeeld de medicijnen voor of na de maaltijd uit, en loop geen artsenvisites
tijdens de maaltijd.
Verwijder etenskarren uit de huiskamer.
Sluit de deur van de huiskamer.
Neem onrustige medebewoners mee en laat ze in een aparte ruimte of aan een
aparte tafel eten.
Vermijd wisseling van personeel tijdens de maaltijd.
benoemen wat het voedingsbeleid is bij terminale voedingszorg;
Bij vergevorderde dementie en in de terminale fase is het doel van de voeding veiligheid en
maximaal comfort. Dit kan worden bereikt door het soort voedsel, de hoeveelheid en de consistentie
aan te passen aan de dementerende. Als het stervensproces is begonnen, neemt de dementerende
vaak geen vocht en voedsel meer tot zich. Dit is een van de facetten van het stervensproces en niet
de oorzaak ervan. Mogelijk is er sprake van een verminderd dorstgevoel dat het welbevinden van de
dementerende ten goede komt. Dehydratie blijkt een natuurlijk anesthetisch effect te hebben. Door
hongeren in de terminale fase ontstaat een ketose door de vorming van bètahydroxyboterzuur. Dit
kan in de hersenen worden omgezet in gammahydroxyboterzuur, een bekend anaestheticum. In
geval van dehydratie en ondervoeding neemt de productie van endorfines toe.
Dementerenden bij wie de vochtbalans in evenwicht werd gehouden, bleken meer klachten te
hebben dan degenen met dehydratie. Pijn en ongemak kunnen worden voorkomen door de
slijmvliezen van de mond- en keelholte met kunstspeeksel te bevochtigen en de ogen te druppelen
met kunsttranen om uitdrogen van de cornea te voorkomen. Het proces van terminale dehydratie is
op deze wijze goed te begeleiden en resulteert meestal binnen enkele dagen in een rustig sterfbed
beschrijven wat de functie is van een multidisciplinair team bij de verzorging van
dementerenden.
Een multidisciplinair team houdt in dat er meerdere specialisaties van verschillende afdelingen in één
team functioneren. Op deze manier kan de dementerende geholpen worden waar de zorg nodig is.
http://www.platformouderenzorg.nl/uploads/files/guidelines/afweergedragrichtlijn20091.pdf
Doelstellingen Voeding
Werkcollege week 1 – inleidend werkcollege
De student heeft kennis van en inzicht in
De belangrijkste macro- en micronutriënten
Je kunt voeding onderverdelen in macronutriënten en micronutriënten. Macronutriënten zijn de
grote bestanddelen van de voeding, terwijl micronutriënten de kleine onderdelen vormen.
Macronutriënten
Eiwitten – bouwstof
Koolhydraten – brandstof
Vetten – brandstof
Micronutriënten
Vitamines
Mineralen
Spoorelementen
De voornaamste kenmerken van RGV uitleggen
1. Eet gevarieerd
2. Eet niet teveel & beweeg erbij
3. Eet minder verzadigde vetten – verkeerde vetten
4. Eet meer groente, fruit en brood
5. Eet veilig
Globale relatie tussen gezonde voeding en gezondheid uitleggen
Een goede voeding zorgt voor een goede gezondheid.
Bijvoorbeeld:
1. Hoge vetinname hoog cholesterolgehalte
2. Teveel zout hoge bloeddruk
3. Energierijk voedingspatroon overgewicht
4. Hoge groente & fruit inname verlaagt hart- en vaatziekten en kanker
5. Vezelrijke voeding verlaagt de kans op hart- en vaatziekten
6. Verzadigde en transvetzuren verhogen de kans op coronaire hartziekten
7. Hoeveelheid vet heeft invloed op diabetes mellitus type II
8. Visolievetzuren verlagen de kans op coronaire hartziekten
9. Beperkt keukenzoutgebruik verlaagt bloeddruk
Werkcollege week 1
De student kan:
de rol van voedingsstoffen in de preventie en behandeling van dementie beschrijven;
Foliumzuur
,Van foliumzuur of vitamine B11 was al bekend dat het bepaalde lichamelijke klachten kon
verminderen. Foliumzuur komt met name voor in spruitjes, broccoli, sperziebonen, spinazie en
volkorenproducten. Foliumzuur zou tegen de ziekte van Alzheimer beschermen doordat het de
concentratie van het aminozuur homocysteïne in het bloed verlaagt. Uit eerder onderzoek is
gebleken dat er een verband bestaat tussen een hoog gehalte van dit zuur en de ziekte van
Alzheimer.
Onverzadigde vetzuren
Andere stoffen waar al lang van bekend is dat ze een belangrijke bijdrage leveren aan onze
gezondheid zijn de onverzadigde vetzuren. Vooral de zogenaamde omega-3-vetzuren, die met name
voorkomen in vette vis zoals haring, zalm en makreel, bieden mogelijk bescherming tegen het
ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer. Een zelfde werking wordt toegeschreven aan vitamine E.
Anti-oxidanten
Vrije radicalen zijn agressieve bijproducten van zuurstofgebruik die vrijkomen in ons lichaam. Ze
kunnen schade veroorzaken aan onze cellen. Dit geldt in het bijzonder voor ons erfelijk materiaal, de
chromosomen. Er wordt aangenomen dat gebeurtenissen in de cel, die worden veroorzaakt door
vrije radicalen, een standaard route vormen. Dit zou leiden tot het afsterven van hersencellen en tot
het ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer. Stoffen die vrije radicalen kunnen verwijderen, worden
Anti-oxidanten genoemd. Deze omvatten bekende stoffen zoals vitamine A en vitamine C.
Alfa-liponzuur is een stof die in ons lichaam voorkomt. Het is niet alleen een sterke antioxidant, het
versterkt ook de werking van andere Anti-oxidanten. Er zijn aanwijzingen dat alfa-liponzuur mogelijk
een remmende werking heeft op het ontstaan van de ziekte van Alzheimer.
de gevolgen van dementie op het verlies van vaardigheden beschrijven
Verlies van vaardigheden bij dementerende
Apraxie handelingen niet uit kunnen voeren – eten niet naar de mond kunnen brengen
Agnosie voorwerpen niet kunnen herkennen – voedsel niet kunnen herkennen
Afasie moeite met de taal – niet aan kunnen geven dat men wilt eten
Amnesie geheugenverlies – vergeten te eten
de relatie tussen symptomen van dementie en het ontstaan van ondervoeding, onder- en
overgewicht verklaren
Mensen met dementie hebben last van apraxie, agnosie, afasie en amnesie. Door deze gebreken kan
ondervoeding, ondergewicht of overgewicht ontstaan door een verkeerde manier van eten.
Ondervoeding - dit kan ontstaan als er sprake is van voldoende eten, maar de verkeerde stoffen
binnen krijgen. Als de dementerende wel voldoende eet, maar bijvoorbeeld alleen maar vetten tot
zich benuttigd, ontstaat er een tekort aan andere essentiële stoffen, waardoor er ondervoeding
ontstaat.
Ondergewicht – dit kan ontstaan omdat de dementerende simpelweg niet genoeg eten. Dit kan
komen doordat ze het bijv. vergeten, niet weten hoe, of niet kunnen aangeven dat ze trek hebben.
Daarnaast neemt hun conditie nodig, dus hebben ze meer energie nodig. Ook hebben sommige
bewegingsdrang, waardoor ze meer energie nodig hebben.
Overgewicht - mensen kunnen last hebben van ongeremd eetgedrag en daarnaast niet aan
beweging doen.
advies geven over de eetomgeving van de dementerende;
Veilige omgeving
Prettige omgeving
Gezellige omgeving
o Dek de tafels: leg een tafelkleed op tafel en gebruik bij
, o voorkeur geen plastic glazen, servies en bestek.
o Zet een bloemetje op tafel.
o Serveer het eten in (dek)schalen.
o Zorg voor achtergrondmuziek.
o Zorg voor goede, maar sfeervolle verlichting.
o Eet in kleine groepjes van 4-6 bewoners aan een tafel.
Overige tips:
Deel bijvoorbeeld de medicijnen voor of na de maaltijd uit, en loop geen artsenvisites
tijdens de maaltijd.
Verwijder etenskarren uit de huiskamer.
Sluit de deur van de huiskamer.
Neem onrustige medebewoners mee en laat ze in een aparte ruimte of aan een
aparte tafel eten.
Vermijd wisseling van personeel tijdens de maaltijd.
benoemen wat het voedingsbeleid is bij terminale voedingszorg;
Bij vergevorderde dementie en in de terminale fase is het doel van de voeding veiligheid en
maximaal comfort. Dit kan worden bereikt door het soort voedsel, de hoeveelheid en de consistentie
aan te passen aan de dementerende. Als het stervensproces is begonnen, neemt de dementerende
vaak geen vocht en voedsel meer tot zich. Dit is een van de facetten van het stervensproces en niet
de oorzaak ervan. Mogelijk is er sprake van een verminderd dorstgevoel dat het welbevinden van de
dementerende ten goede komt. Dehydratie blijkt een natuurlijk anesthetisch effect te hebben. Door
hongeren in de terminale fase ontstaat een ketose door de vorming van bètahydroxyboterzuur. Dit
kan in de hersenen worden omgezet in gammahydroxyboterzuur, een bekend anaestheticum. In
geval van dehydratie en ondervoeding neemt de productie van endorfines toe.
Dementerenden bij wie de vochtbalans in evenwicht werd gehouden, bleken meer klachten te
hebben dan degenen met dehydratie. Pijn en ongemak kunnen worden voorkomen door de
slijmvliezen van de mond- en keelholte met kunstspeeksel te bevochtigen en de ogen te druppelen
met kunsttranen om uitdrogen van de cornea te voorkomen. Het proces van terminale dehydratie is
op deze wijze goed te begeleiden en resulteert meestal binnen enkele dagen in een rustig sterfbed
beschrijven wat de functie is van een multidisciplinair team bij de verzorging van
dementerenden.
Een multidisciplinair team houdt in dat er meerdere specialisaties van verschillende afdelingen in één
team functioneren. Op deze manier kan de dementerende geholpen worden waar de zorg nodig is.
http://www.platformouderenzorg.nl/uploads/files/guidelines/afweergedragrichtlijn20091.pdf