Organisatiekunde Inleiding, H2, H3, H5 H10 en H11
Organisatie & management: organisatiekunde
Organisatiekunde: een interdisciplinaire wetenschap die zich bezighoudt met het besturen van het
gedrag van organisaties alsmede de factoren die dit gedrag bepalen en de wijze waarop organisaties
het meest doeltreffend bestuurd kunnen worden.
Organisatiekunde: is beschrijven (descriptief) en voorschrijvend (prescriptief)
Besturing: richting geven aan processen binnen een organisatie
Doeltreffend: de mate waarin de besturing slaagt
Denkrichtingen en persoonlijkheden:
- Socrates/Plato --> 400 V. Chr.
- Machiavelli --> 1500
- Adam Smith --> 1776
- Scientific management --> Taylor --> 1900
- General management theory --> Fayol --> 1900
- Bureaucreatie --> Weber --> 1940
- Human relations --> Mayo --> 1945
- Revisionisme --> Bennis, Likert, Maslow, Herzberg, Mcgregor --> 1960
- Systeem-benadering --> Boulding --> 1955
- Contingentie-benadering --> Lawrence & Lorsch --> 1945
- Mintzberg --> 1979
- Porter --> 1980
- Crosby --> 1985
- Hammel --> 1990
Scientific management – Taylor (rond 1900)
- Taylor: grondlegger van een meer systematische benadering van bedrijfsvoering. Hoofdpunten van
scientific management/ Taylorisme zijn:
1. Wetenschappelijke analyse van werkzaamheden en uitvoeren van bewegingsstudies
2. Vergaande taakverdeling en training van arbeiders
3. Hechte en vriendschappelijke samenwerking tussen leiders en arbeiders
4. Bedrijfsleiders verantwoordelijk voor analyseren van en zoeken naar werkmethoden en het
scheppen van arbeidsvoorwaarden
5. Juiste man op de juiste plaats door zorgvuldige selectie
6. Invoeren van prestatiebeloning met als doel komen tot lagere productiekosten
H2 Strategisch management
Strategie: is een plan waarin wordt aangegeven wat een organisatie wil doen om haar doelstellingen
te realiseren
Strategisch management: houdt in het zorgdragen voor een juiste afstemming op de omgeving
alsmede het permanent op peil houden en ontwikkelen van bekwaamheden, die nodig zijn om
eventueel noodzakelijke aanwijzingen in de strategie te verwezelijken.
Twee benaderingen strategisch management:
, - Klassieke benadering: strategisch management = strategische planning
- Moderne benadering: strategisch management = strategisch denken
Situatieanalyse: is het vaststellen van het huidige profiel van de organisatie.
- definitie van huidige visie, doelstellingen en strategie
- intern onderzoek
- extern onderzoek
SWOT: het sluitstuk van de situatieanalyse is de SWOT
- S: STRENGTS
- W: WEAKNESSES
- O: OPPORTUNITIES
- T: THREATS
Visie: een algemeen gedachtebeeld van de toekomst van de organisatie
- visie = missie + principes
Doelstellingen: op basis van de visie worden doelstellingen geformuleerd: Doelstellingen hebben
betrekking op:
- Belangenevenwicht
- Winstgevendheid
- Kwaliteit
- Effectiviteit en efficiency
- Imago
- Gedragsregels
Intern onderzoek: vindt plaats vanuit:
- Functionele gebieden: marketing, inkoop, verkoop
- Resultaten: financiële aantrekkelijkheid van verschillende bedrijfsaciiviteiten
SBU's (strategische business units): zijn zelfstandige ondernemingen binnen een concern.
BCG-matrix: type managers binnen de BCG-matrix
- STAR: ervaren manager
- Groeigericht
- Doelgericht
- Initiatiefrijk
- Structureert
- Question mark – ondernemer
- Zoekt risico/ expirimenteert
- Creatief
- Extravert
- Dynamisch
- Teamgericht
Organisatie & management: organisatiekunde
Organisatiekunde: een interdisciplinaire wetenschap die zich bezighoudt met het besturen van het
gedrag van organisaties alsmede de factoren die dit gedrag bepalen en de wijze waarop organisaties
het meest doeltreffend bestuurd kunnen worden.
Organisatiekunde: is beschrijven (descriptief) en voorschrijvend (prescriptief)
Besturing: richting geven aan processen binnen een organisatie
Doeltreffend: de mate waarin de besturing slaagt
Denkrichtingen en persoonlijkheden:
- Socrates/Plato --> 400 V. Chr.
- Machiavelli --> 1500
- Adam Smith --> 1776
- Scientific management --> Taylor --> 1900
- General management theory --> Fayol --> 1900
- Bureaucreatie --> Weber --> 1940
- Human relations --> Mayo --> 1945
- Revisionisme --> Bennis, Likert, Maslow, Herzberg, Mcgregor --> 1960
- Systeem-benadering --> Boulding --> 1955
- Contingentie-benadering --> Lawrence & Lorsch --> 1945
- Mintzberg --> 1979
- Porter --> 1980
- Crosby --> 1985
- Hammel --> 1990
Scientific management – Taylor (rond 1900)
- Taylor: grondlegger van een meer systematische benadering van bedrijfsvoering. Hoofdpunten van
scientific management/ Taylorisme zijn:
1. Wetenschappelijke analyse van werkzaamheden en uitvoeren van bewegingsstudies
2. Vergaande taakverdeling en training van arbeiders
3. Hechte en vriendschappelijke samenwerking tussen leiders en arbeiders
4. Bedrijfsleiders verantwoordelijk voor analyseren van en zoeken naar werkmethoden en het
scheppen van arbeidsvoorwaarden
5. Juiste man op de juiste plaats door zorgvuldige selectie
6. Invoeren van prestatiebeloning met als doel komen tot lagere productiekosten
H2 Strategisch management
Strategie: is een plan waarin wordt aangegeven wat een organisatie wil doen om haar doelstellingen
te realiseren
Strategisch management: houdt in het zorgdragen voor een juiste afstemming op de omgeving
alsmede het permanent op peil houden en ontwikkelen van bekwaamheden, die nodig zijn om
eventueel noodzakelijke aanwijzingen in de strategie te verwezelijken.
Twee benaderingen strategisch management:
, - Klassieke benadering: strategisch management = strategische planning
- Moderne benadering: strategisch management = strategisch denken
Situatieanalyse: is het vaststellen van het huidige profiel van de organisatie.
- definitie van huidige visie, doelstellingen en strategie
- intern onderzoek
- extern onderzoek
SWOT: het sluitstuk van de situatieanalyse is de SWOT
- S: STRENGTS
- W: WEAKNESSES
- O: OPPORTUNITIES
- T: THREATS
Visie: een algemeen gedachtebeeld van de toekomst van de organisatie
- visie = missie + principes
Doelstellingen: op basis van de visie worden doelstellingen geformuleerd: Doelstellingen hebben
betrekking op:
- Belangenevenwicht
- Winstgevendheid
- Kwaliteit
- Effectiviteit en efficiency
- Imago
- Gedragsregels
Intern onderzoek: vindt plaats vanuit:
- Functionele gebieden: marketing, inkoop, verkoop
- Resultaten: financiële aantrekkelijkheid van verschillende bedrijfsaciiviteiten
SBU's (strategische business units): zijn zelfstandige ondernemingen binnen een concern.
BCG-matrix: type managers binnen de BCG-matrix
- STAR: ervaren manager
- Groeigericht
- Doelgericht
- Initiatiefrijk
- Structureert
- Question mark – ondernemer
- Zoekt risico/ expirimenteert
- Creatief
- Extravert
- Dynamisch
- Teamgericht