Eiwitten
Functies van eiwitten
Functies van eiwitten op celniveau:
o De opbouw van de cellen ~ een cel bestaat grotendeels uit eiwitten
o transport van stoffen via het celmembraan~ membraaneiwitten= kanaaltjes
door membraan vervoeren stoffen
o Het opvangen van signalen door de cel: receptoreiwitten~ ingebouwd in
celmembranen cellen de cel reageert op de stof waarmee de receptor
gebonden werd
Functies op orgaanniveau:
o De opbouw van weefsels en organen: eiwitten vormen intercellulair (=tussen
de cellen in) altijd een bestanddeel van weefsels die een orgaan vormen. Bv.
Bindweefsel heeft eiwitten collageen en elastine (stevigheid en elasticiteit)
Eiwitten vormen de basis voor het botweefsel.
o Bij dieren: nagels, schubben, spinnenwebben, cocons etc. bestaan allemaal uit
eiwitten
Belangrijke functies op systeemniveau:
o Zenuwstelsel: eiwitten spelen een hoofdrol in het functioneren van het
zenuwstelsel: neurotransmitters en neuroreceptoren zijn vaak eiwitten of
peptiden.
o De spierwerking: de samentrekking van spieren wordt gerealiseerd door het
in elkaar schuiven van twee soorten langgerekte eiwitten, de actine- en
myosinemoleculen (=eiwitten in spiervezels)
o Stoffentransport: het transport van stoffen in het lichaam wordt verzorgd
door eiwitten. Bv. Hemoglobine (=transporteiwit ~bindt O2 en speelt een rol
bij het opnemen van CO2)
o Afweer: de afweer van ons lichaam (en van dieren en planten) tegen
bacteriën en virussen berust op eiwitten. Specifieke eiwitten van de
ziekteverwekkers of van lichaamsvreemde stoffen veroorzaken
afweerreacties gevormde antistoffen (=eiwitten)
o Enzymwerking: het katalyseren in de cel en daarbuiten ~ door enzymen
(=eiwitten)
Enzymen buiten de cel (spijsverteringsenzymen)
o Hormonale werking: veel hormonen zijn eiwitten.
o Bloedstolling: bij de stolling van bloed, waardoor ernstig bloedverlies
en infectie wordt voorkomen, spelen plasma-eiwitten een hoofdrol.
, Aminozuren
Alle eiwitten bestaan uit een keten van aminozuren (20 verschillende die de
bouwstenen van alle eiwitten vormen)
bezitten een hoofdketen bestaat uit C-atoom variabele restgroep zit hieraan
gebonden(in 20 varianten)
twee zijketens die aan weerszijden van de hoofdketen vastgekoppeld zitten. De ene
zijketen is de carboxylgroep (-COOH) en de andere is de aminogroep (-NH 2).
Elk type aminozuur heeft een kenmerkende restgroep, die kan variëren van simpel
naar extreem ingewikkeld
De eiwitten van alle organismen op aarde zijn uit deze twintig aminozuren
opgebouwd. =sterk argument voor de evolutietheorie
peptidebinding(=een binding tussen twee aminozuren de aminogroep van het ene
aminozuur is gebonden aan de carboxylgroep van de andere)
ruimtelijke vorm van eiwitten (binas 67H)
primaire structuur
o wordt bepaald door de aminozuurvolgorde (=volgorde waarin aminozuren in
de eiwitten voorkomen, vastgelegd in de basen van DNA) in de keten
o tijdens eiwitsynthese word ieder aminozuur op zijn juiste precieze plaats
gezet
o kleine fout in primaire structuur van de functie, vorm van eiwit verandere
sikkelcelanemie= erfelijke bloedziekte die veroorzaakt wordt door een
fout in de primaire structuur
= een vorm van puntmutatie = genmutatie; verandering in gen door
verandering in DNA
Secundaire structuur
Functies van eiwitten
Functies van eiwitten op celniveau:
o De opbouw van de cellen ~ een cel bestaat grotendeels uit eiwitten
o transport van stoffen via het celmembraan~ membraaneiwitten= kanaaltjes
door membraan vervoeren stoffen
o Het opvangen van signalen door de cel: receptoreiwitten~ ingebouwd in
celmembranen cellen de cel reageert op de stof waarmee de receptor
gebonden werd
Functies op orgaanniveau:
o De opbouw van weefsels en organen: eiwitten vormen intercellulair (=tussen
de cellen in) altijd een bestanddeel van weefsels die een orgaan vormen. Bv.
Bindweefsel heeft eiwitten collageen en elastine (stevigheid en elasticiteit)
Eiwitten vormen de basis voor het botweefsel.
o Bij dieren: nagels, schubben, spinnenwebben, cocons etc. bestaan allemaal uit
eiwitten
Belangrijke functies op systeemniveau:
o Zenuwstelsel: eiwitten spelen een hoofdrol in het functioneren van het
zenuwstelsel: neurotransmitters en neuroreceptoren zijn vaak eiwitten of
peptiden.
o De spierwerking: de samentrekking van spieren wordt gerealiseerd door het
in elkaar schuiven van twee soorten langgerekte eiwitten, de actine- en
myosinemoleculen (=eiwitten in spiervezels)
o Stoffentransport: het transport van stoffen in het lichaam wordt verzorgd
door eiwitten. Bv. Hemoglobine (=transporteiwit ~bindt O2 en speelt een rol
bij het opnemen van CO2)
o Afweer: de afweer van ons lichaam (en van dieren en planten) tegen
bacteriën en virussen berust op eiwitten. Specifieke eiwitten van de
ziekteverwekkers of van lichaamsvreemde stoffen veroorzaken
afweerreacties gevormde antistoffen (=eiwitten)
o Enzymwerking: het katalyseren in de cel en daarbuiten ~ door enzymen
(=eiwitten)
Enzymen buiten de cel (spijsverteringsenzymen)
o Hormonale werking: veel hormonen zijn eiwitten.
o Bloedstolling: bij de stolling van bloed, waardoor ernstig bloedverlies
en infectie wordt voorkomen, spelen plasma-eiwitten een hoofdrol.
, Aminozuren
Alle eiwitten bestaan uit een keten van aminozuren (20 verschillende die de
bouwstenen van alle eiwitten vormen)
bezitten een hoofdketen bestaat uit C-atoom variabele restgroep zit hieraan
gebonden(in 20 varianten)
twee zijketens die aan weerszijden van de hoofdketen vastgekoppeld zitten. De ene
zijketen is de carboxylgroep (-COOH) en de andere is de aminogroep (-NH 2).
Elk type aminozuur heeft een kenmerkende restgroep, die kan variëren van simpel
naar extreem ingewikkeld
De eiwitten van alle organismen op aarde zijn uit deze twintig aminozuren
opgebouwd. =sterk argument voor de evolutietheorie
peptidebinding(=een binding tussen twee aminozuren de aminogroep van het ene
aminozuur is gebonden aan de carboxylgroep van de andere)
ruimtelijke vorm van eiwitten (binas 67H)
primaire structuur
o wordt bepaald door de aminozuurvolgorde (=volgorde waarin aminozuren in
de eiwitten voorkomen, vastgelegd in de basen van DNA) in de keten
o tijdens eiwitsynthese word ieder aminozuur op zijn juiste precieze plaats
gezet
o kleine fout in primaire structuur van de functie, vorm van eiwit verandere
sikkelcelanemie= erfelijke bloedziekte die veroorzaakt wordt door een
fout in de primaire structuur
= een vorm van puntmutatie = genmutatie; verandering in gen door
verandering in DNA
Secundaire structuur