Conjunctuurgolf
EV = effectieve vraag = alle vraag naar
producten = bestedingen
Trend = trendmatige groei van de
productie = productiecapaciteit (PC)
Neergaande conjunctuur = berg naar
dal
Opgaande conjunctuur = dal naar berg
Economie krimpt pas onder de 0!!
Laagconjunctuur ≠ krimpende
economie
= groei < trend
In hoeverre vult de EV de productiecapaciteit? → vertelt je in wat voor een tijd we zitten
3 situaties:
1. Overbesteding → EV > PC
Gevolg: inflatie (prijzen zullen gaan stijgen), want vraag > aanbod
2. Onderbesteding → EV < PC
Te weinig vraag, capaciteit wordt niet volledig gebruikt.
Gevolg: conjuncturele werkloosheid, want er is weinig vraag naar producten, waardoor
mensen worden ontslagen
3. Bestedingsevenwicht → EV = PC
Opdracht 1.5
1. Banken geven leningen aan mensen die de lasten van deze lening niet kunnen dragen
2. Bezittingen van banken worden minder waard, doordat mensen met schulden niet kunnen
terugbetalen
3. Banken worden voorzichtiger met het uitlenen van geld
4. Het consumentenvertrouwen daalt
5. Door dalende bestedingen daalt de productie
6. Door dalende productie stijgt de werkloosheid
Conjunctuur: de vraagzijde van de economie. De vraagzijde bestaat uit 4 groepen:
1. Consumenten 3. Overheid
2. Bedrijven 4. Buitenland
Formule voor de totale vraag in de economie/effectieve vraag:
EV = C + I + O + E – EV = effectieve vraag
M C = consumptie
I = investeringen
O = overheidsbestedingen (overheidsconsumptie +
overheidsinvesteringen)
E = export
M = import
Structuur: de aanbodzijde van de economie
- Gevormd door de productiefactoren KANO.
o Kapitaal
o Arbeid
o Natuur
o Ondernemerschap
- Productiecapaciteit kan veranderen door veranderingen in de hoeveelheid (kwantiteit) of
kwaliteit van de productiefactoren. (kwantitatieve/kwalitatieve verandering)
o Kwantiteit: bijv. meer kapitaal, een nieuwe oliebron betekent meer natuur
, o Kwaliteit: bijv. onderzoek leidt tot betere machines = betere kwaliteit van
productiefactor kapitaal of kwaliteit van de productiefactor arbeid verbeteren: betere
opleiding → werk beter doen → capaciteit ↑
Werkloosheid
- Conjuncturele werkloosheid: veroorzaakt door vraagkant/ontstaat als EV < PC
o Minder geproduceerd dan maximale productiecapaciteit → werkloosheid ↑
o Oorzaak: te lage bestedingen/tekort aan vraag
o Oplossing: Bestedingen verhogen door bv de rente te verlagen → meer lenen enz.
- Structurele werkloosheid: veroorzaakt door aanbodzijde.
2 soorten:
1. Kwantitatieve structurele werkloosheid: te weinig arbeidsplaatsen
Bijvoorbeeld door verplaatsing van productie naar lagelonenlanden.
2. Kwalitatieve structurele werkloosheid: werklozen passen niet bij de vraag naar arbeid
(opleidingsniveau) Bijvoorbeeld: er zijn veel werkloze loodgieters, maar alleen maar
vacatures voor zorgpersoneel.
o Oplossing: subsidie door overheid om de mensen te bijscholen/omscholen, zodat ze
wel passen bij vraag
HOOFDSTUK 2
Klassieken Keynes
(aanbodzijde) (vraagzijde)
Loon = kosten Loon = koopkracht
Loon ↓ → bestedingen ↓ → EV ↓ → productie ↓ →
werkloosheid ↑
= kritiek (van Keynes) op klassieken
Werkloosheid ontstaat door een te lage EV
Oplossing werkloosheid: Oplossing werkloosheid:
Lonen ↓ = kosten ↓ → vraag arbeid Meer vraag creëren, dus lonen omhoog
↑ → werkloosheid ↓ lonen↑ = koopkracht ↑ → productie ↑ →
werkgelegenheid ↑
Marktmechanisme (veel vertrouwen)
Overheidsrol (lonen verhogen, andere manier EV
stimuleren)