Hoofdstuk 7: weet wat je eet
verschillende voedingsstoffen
- koolhydraten: brood
- vetten: boter
- eiwitten: mossel
- mineralen: paprika, kaas
- vitaminen: vis, groenten/fruit
- water: water, melk, cola
FOTOSYNTHESE
→ als basis voor de voedselketen: groene planten
formule: 6 CO2 + 6 H2O + licht → C6H12O6 + 6 O2
glucose opslaan onder de vorm van zetmeel:
experiment 28 pg 106
- Di-joodoplossing (lugol) is de indicator voor zetmeel
- voorwaarden voor fotosynthese
→ noodzaak van licht
→ noodzaak van bladgroen
→ noodzaak van koolstofdioxide
→ noodzaak van water
AUTOTROOF EN HETEROTROOF
autotrofe organismen: organismen die zelf hun energierijke verbindingen (suikers)
opbouwen uit eenvoudige anorganische moleculen (CO2 en H2O)
→ groene planten: aardappelplant
heterotrofe organismen: organismen die zelf geen suikers kunnen aanmaken en deze dus
moeten opnemen uit plantaardig voedsel
→ mens, dier, gistcellen
, hoe halen organismen energie uit suikers?
→ door verbranding van suikers
= celademhaling -----> C6H12O6 + 6O2 → 6CO2 + 6H20 + energie
uitzondering: gist: verbranden van suikers zonder zuurstofgas
VOEDINGSSTOFFEN
voedingsmiddel ≠ voedingsstof
→ energie, opbouw, hulpstoffen voor levende organismen
voedingsstof energie opbouw hulpstof
suikers (gluciden) x
vetten (lipiden) x x
eiwitten (proteïnen) x x
mineralen x
vitaminen x
GLUCIDEN
→ = koolhydraten = sachariden = suikers
→ functie: energiedragers
- monosachariden
- disachariden
- polysachariden
1) monosachariden = enkelvoudige suikers
➔ glucose = druivensuiker, = bloedsuiker
- belangrijkste energiebron → enige brandstof bij de celademhaling
- bouwsteen van sommige polysachariden (bv zetmeel)
- via darm in bloedbaan: 4g per 4l = bloedsuiker
- insuline (alvleesklier) zorgt voor opname glucose uit bloed
→ daarna opname door weefsel
- diabetes of suikerziekte: te hoge concentratie glucose in het bloed
verschillende voedingsstoffen
- koolhydraten: brood
- vetten: boter
- eiwitten: mossel
- mineralen: paprika, kaas
- vitaminen: vis, groenten/fruit
- water: water, melk, cola
FOTOSYNTHESE
→ als basis voor de voedselketen: groene planten
formule: 6 CO2 + 6 H2O + licht → C6H12O6 + 6 O2
glucose opslaan onder de vorm van zetmeel:
experiment 28 pg 106
- Di-joodoplossing (lugol) is de indicator voor zetmeel
- voorwaarden voor fotosynthese
→ noodzaak van licht
→ noodzaak van bladgroen
→ noodzaak van koolstofdioxide
→ noodzaak van water
AUTOTROOF EN HETEROTROOF
autotrofe organismen: organismen die zelf hun energierijke verbindingen (suikers)
opbouwen uit eenvoudige anorganische moleculen (CO2 en H2O)
→ groene planten: aardappelplant
heterotrofe organismen: organismen die zelf geen suikers kunnen aanmaken en deze dus
moeten opnemen uit plantaardig voedsel
→ mens, dier, gistcellen
, hoe halen organismen energie uit suikers?
→ door verbranding van suikers
= celademhaling -----> C6H12O6 + 6O2 → 6CO2 + 6H20 + energie
uitzondering: gist: verbranden van suikers zonder zuurstofgas
VOEDINGSSTOFFEN
voedingsmiddel ≠ voedingsstof
→ energie, opbouw, hulpstoffen voor levende organismen
voedingsstof energie opbouw hulpstof
suikers (gluciden) x
vetten (lipiden) x x
eiwitten (proteïnen) x x
mineralen x
vitaminen x
GLUCIDEN
→ = koolhydraten = sachariden = suikers
→ functie: energiedragers
- monosachariden
- disachariden
- polysachariden
1) monosachariden = enkelvoudige suikers
➔ glucose = druivensuiker, = bloedsuiker
- belangrijkste energiebron → enige brandstof bij de celademhaling
- bouwsteen van sommige polysachariden (bv zetmeel)
- via darm in bloedbaan: 4g per 4l = bloedsuiker
- insuline (alvleesklier) zorgt voor opname glucose uit bloed
→ daarna opname door weefsel
- diabetes of suikerziekte: te hoge concentratie glucose in het bloed