1.4a Beeldbewerking en -analyse
Gebruiken voor:
- Diagnostische waarde verhogen, bijvoorbeeld door aanpassing contrast, verminderen van
ruis of vergroten van detailwaarneembaarheid.
3 soorten bewerkingen:
in deze periode kijken we naar
lokale bewerkingen en globale
bewerkingen.
Coördinatenstelsel van afbeeldingen
C -> horizontaal, kolom (x)
r -> verticaal, rijen (y)
de posities worden aangegeven met gehele getallen.
Puntbewerking:
- Het originele afbeelding pixel is f(x,y) en de bewerkte pixel is g(x,y)
- Elk pixel wordt afzonderlijk bewerkt
- Bijvoorbeeld: look-up tabel wijzigen
- Puntbewerking kunnen ook op meerdere afbeeldingen
, Lokale bewerkingen:
Niet alleen de informatie van de pixel zelf, maar ook die van de omgeving wordt gebruikt.
veel pixels worden naar één pixel gemakt
het ligt eraan waar je informatie van wilt om de
output afbeelding af te beelden. Zo zie je hier al
twee verschillen. Dit heet neighborhood.
Convolutie is de naam voor de wiskundige bewerking. Hier wordt de beeldmatrix vermenigvuldigd
met de nieuwe, kleiner, matrix die eroverheen wordt geschoven. Het beeld wordt dus gefilterd.
Daarom wordt dit ook wel een filter genoemd.
de nieuwe pixelwaarde wordt
bepaald door de oude pixel. Door
een filter met een andere
bijwerking te kiezen, krijg je een
andere afbeelding.
de pixelgroep heeft 9 pixels dus
daarom moet je 1/9 doen. Dit
moet je uiteindelijk nog x de
pixelwaarde doen. Hiervan pak je
dan uiteindelijk het gemiddelde.