Samenvatting: kernconceptentoets
Het artikel van Bakker, Smit en Wegerif (2015).
Scaffolding and dialogic teaching in mathematics education: introduction and review.
• Dit artikel hoort bij de rekenen aan de basis.
• Didactisch redeneren.
• Scaffolding.
Steigers en dialogisch onderwijs in het rekenonderwijs
Dit kan met elkaar worden gecombineerd.
Er zijn verschillende onderzoeken naar steigers in het onderwijs geweest, maar niet in het rekenonderwijs.
Op dit moment groeit de aandacht voor het onderzoek en wordt er veel aandacht aan besteed.
Belangrijk is dat scaffolding wordt vergeleken met andere concepten.
Een steiger is een tijdelijke oplossing. Dit is aantrekkelijk, maar er zijn ook minpunten.
Hier is het belangrijk om te kijken naar dialogisch onderwijs.
Een steiger wordt productief met een dialoog. Er is een verbinding tussen dialogic teaching en scaffolding.
Steigers en dialogisch onderwijs à reageren voortdurend op de student à de oorsprong vindt zich in sociaal culturele bewegingen
Vygotsky en Bakhtin.
Wat is scaffolding?
Dit is het proces dat ervoor zorgt dat de leerling het probleem zelf op kan lossen, een taak uit kan voeren op een doel kan behalen.
In de steigers zetten à weghalen als het gebouw er staat. Het kan gaan om kennis of vaardigheden.
Een interactief systeem:
• Grenzen stellen
• Richting geven voor het oplossen van een probleem
• Controleert de frustratie
• Demonstreert oplossingen
De studie van dit proces vindt zijn oorsprong in het onderzoek naar hoe moeder hun kinderen helpen met het spelen van spelletjes.
De leraar is actief betrokken bij het leren van de studenten.
Het kostte tijd voordat steigers konden worden gebruikt in het rekenonderwijs.
Een tutor en tutee kunnen collaboratief leren.
Wat is dialogisch onderwijs?
Alexander (pedagoog) bedacht de term.
Het gaat hier om de focus op het gesprek tussen docenten en leerlingen.
Hij refereert naar Bakhtin. Zo zegt hij dat een antwoord moet leiden tot een goede vraag.
Door een dialoog aan te gaan leren leerlingen denken/ luisteren.
Het doel is niet het leren van wat de docent weet, maar ook dat leerlingen nieuwe dingen kunnen leren door het aangaan van dialogisch onderwijs.
Doelstellingen van dit artikel
Het doel is het samenbrengen van het onderzoek over steigers en dialogische onderwijs in het wiskunde onderwijs.
De geschiedenis van scaffolding.
Al in 1963 gebruikte Ausubel het begrip ‘ideologische steigers’.
Hij was een Amerikaanse psycholoog en werkte volgens het Piagetiaanse constructivistische traditie.
Voor 1976 gebruikte Bruner het concept van de steiger in verschillende publicaties (Vygotsky).
Hij vond de steiger een lening van het bewustzijn. Een plaatsvervangende vorm van controle.
De steiger werd gebruikt om een analytische verloop van interacties te beschrijven. Het kind zou een extra handeling moeten toevoegen om de
taak uit te kunnen voeren. Deze wijze zou verwijzen naar de zone van de naaste ontwikkeling van Vygotsky, waarbij de leerkracht helpt het doel te
behalen.
Sociale en technologische uitbreidingen van het steigerconcept.
Het concept van de steigers werd populair en uitbreid naar andere vakgebieden.
, Het steigerconcept werd uitgebreid. Het concept had een sociale en technologische dimensie.
Sociale dimensie:
• Er zijn drie verschillende uitvoeringen: één op één interactie, peer en steigers gebaseerd op de computer.
• Ook is er voorgestelde zelfkennis (meta-herkenning) en zijn er meer deskundige anderen.
• Ook zouden hele groepen in de steigers kunnen worden gezet.
• Sociale steigers verwijzen naar de ondersteuning in de klas (sociaal).
• Er kunnen ook steigers worden ingezet voor de inhoud.
Technologische dimensie:
• Naast de uitbreiding van de sociale interactie is er ook nog een uitbreiding naar technologie met artefacten.
• Artefacten à tools, denk aan computersoftware. Het materiaal dat ingezet wordt is een steiger
Definities en kenmerken van steigers.
• Het is een hulp die een leerling in staat stelt om een taak die ze niet helemaal hadden kunnen uitvoeren nu wel kunnen uitvoeren om de
leerling dichter bij een bekwaamheidsniveau te brengen, waardoor uiteindelijk te taak alleen kan worden uitgevoerd.
• Een tijdelijke ondersteuning die leerlingen helpt om te bewegen naar nieuwe vaardigheden.
Er zijn drie kenmerken die centraal kunnen staan in de steiger.
1. Leerkrachten passen de ondersteuning aan, aan de leerlingen.
2. Geleidelijk wordt de steun afgebouwd.
3. Overdracht van verantwoordelijkheid van docent naar student.
Voor steigers voor de hele klas zijn er ook kenmerken: Leren is een langdurig proces.
• Diagnose: bewust zijn van de taal die wordt gesproken.
• Reactievermogen
• Overdracht naar onafhankelijk
Een punt van zorg is dat steigers worden gezien als eenzijdig of door de ander neergezet.
Het volgende punt is de veronderstelling dat de leerkracht en leerling een goede relatie hebben.
Steigers zijn vaak taakgericht
Wiskunde taal kan ook een doel van scaffolding zijn. Sommige studies richten zich op sociale steigers. Anderen op analytische en sociale. Effectieve
steigers verdienen meer onderzoek.
De leerkracht dient te oordelen welke steigers kunnen worden ingezet.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen harde en zachte steigers.
• Harde steigers: zijn statische gegeven - oplossingsplannen, uitgewerkte voorbeelden.
• Zachte steigers: zijn dynamisch – technologie ter promotie van dialoog tussen studenten of toekomstige docenten, of voor feedback.
Sommige hulpmiddelen (bijv. rekenmachines) verdwijnen niet zodra de leerlingen bepaalde vaardigheden hebben ontwikkeld
Deze instrumenten worden onderdeel van wat men noemt gedistribueerde cognitie, verwijzend naar de manier waarop de cognitie gedeeltelijk
wordt ontladen aan gereedschappen of andere mensen
De artikelen in dit artikel bieden zeer uiteenlopende benaderingen van steigers. Sommigen benadrukken de dialoog, anderen
leerkrachtstrategieën. Tools bieden meta-cognitieve begeleiding.
Verschillende studies richten zich op studenten met enige achterstand. Het leren moet doorgaan. Leerlingen kunnen bestand zijn tegen
ondersteuning. Er is dus een spanning tussen enerzijds het bevorderen van de eigenwaarde van de leerlingen en anderzijds het helpen van de
leerlingen om vooruitgang te boeken naar hogere niveaus. Het aanbieden van gekalibreerde ondersteuning is dus zeer gevoelig. Een interessante
strategie is het gebruik van pauzes die de leerkrachten helpen om de diagnose te stellen en beter te reageren, maar geeft de studenten ook de tijd
om na te denken. Bovendien kan het met laag presterende studenten nog belangrijker zijn om ze te betrekken.
Aanbevelingen.
Oorspronkelijk was steigerbouw een analytisch concept dat gebruikt werd om de interactie tussen kind en volwassene begrijpen. Het is belangrijk
voor een evaluatieve interventie om duidelijk te definiëren wat een steiger is of wat een steiger aanpak is geweest. Als een steiger aanpak niet
werkt dan mag het leerproces geen steiger genoemd worden.
Terminologie van steigers.
Dialogisch onderwijs beweert dat de dialoog voorwaardelijk is.
Het doel van dialogisch onderwijs in wiskunde onderwijs is niet alleen om concepten te leren, maar ook om de wiskundige dialoog te onderwijzen.
Dialogisch onderwijs is niet een eenrichtingsverkeer. Het doel is niet alleen om tot het juiste antwoord te komen maar ook om de dingen vanuit
meerdere perspectieven te kunnen zien. Het concept van dialogisch onderwijs is niet zo populair als het concept van steigers. De leerkracht kan de
leerlingen betrekken door op verschillende manieren te praten.
Het artikel van Bakker, Smit en Wegerif (2015).
Scaffolding and dialogic teaching in mathematics education: introduction and review.
• Dit artikel hoort bij de rekenen aan de basis.
• Didactisch redeneren.
• Scaffolding.
Steigers en dialogisch onderwijs in het rekenonderwijs
Dit kan met elkaar worden gecombineerd.
Er zijn verschillende onderzoeken naar steigers in het onderwijs geweest, maar niet in het rekenonderwijs.
Op dit moment groeit de aandacht voor het onderzoek en wordt er veel aandacht aan besteed.
Belangrijk is dat scaffolding wordt vergeleken met andere concepten.
Een steiger is een tijdelijke oplossing. Dit is aantrekkelijk, maar er zijn ook minpunten.
Hier is het belangrijk om te kijken naar dialogisch onderwijs.
Een steiger wordt productief met een dialoog. Er is een verbinding tussen dialogic teaching en scaffolding.
Steigers en dialogisch onderwijs à reageren voortdurend op de student à de oorsprong vindt zich in sociaal culturele bewegingen
Vygotsky en Bakhtin.
Wat is scaffolding?
Dit is het proces dat ervoor zorgt dat de leerling het probleem zelf op kan lossen, een taak uit kan voeren op een doel kan behalen.
In de steigers zetten à weghalen als het gebouw er staat. Het kan gaan om kennis of vaardigheden.
Een interactief systeem:
• Grenzen stellen
• Richting geven voor het oplossen van een probleem
• Controleert de frustratie
• Demonstreert oplossingen
De studie van dit proces vindt zijn oorsprong in het onderzoek naar hoe moeder hun kinderen helpen met het spelen van spelletjes.
De leraar is actief betrokken bij het leren van de studenten.
Het kostte tijd voordat steigers konden worden gebruikt in het rekenonderwijs.
Een tutor en tutee kunnen collaboratief leren.
Wat is dialogisch onderwijs?
Alexander (pedagoog) bedacht de term.
Het gaat hier om de focus op het gesprek tussen docenten en leerlingen.
Hij refereert naar Bakhtin. Zo zegt hij dat een antwoord moet leiden tot een goede vraag.
Door een dialoog aan te gaan leren leerlingen denken/ luisteren.
Het doel is niet het leren van wat de docent weet, maar ook dat leerlingen nieuwe dingen kunnen leren door het aangaan van dialogisch onderwijs.
Doelstellingen van dit artikel
Het doel is het samenbrengen van het onderzoek over steigers en dialogische onderwijs in het wiskunde onderwijs.
De geschiedenis van scaffolding.
Al in 1963 gebruikte Ausubel het begrip ‘ideologische steigers’.
Hij was een Amerikaanse psycholoog en werkte volgens het Piagetiaanse constructivistische traditie.
Voor 1976 gebruikte Bruner het concept van de steiger in verschillende publicaties (Vygotsky).
Hij vond de steiger een lening van het bewustzijn. Een plaatsvervangende vorm van controle.
De steiger werd gebruikt om een analytische verloop van interacties te beschrijven. Het kind zou een extra handeling moeten toevoegen om de
taak uit te kunnen voeren. Deze wijze zou verwijzen naar de zone van de naaste ontwikkeling van Vygotsky, waarbij de leerkracht helpt het doel te
behalen.
Sociale en technologische uitbreidingen van het steigerconcept.
Het concept van de steigers werd populair en uitbreid naar andere vakgebieden.
, Het steigerconcept werd uitgebreid. Het concept had een sociale en technologische dimensie.
Sociale dimensie:
• Er zijn drie verschillende uitvoeringen: één op één interactie, peer en steigers gebaseerd op de computer.
• Ook is er voorgestelde zelfkennis (meta-herkenning) en zijn er meer deskundige anderen.
• Ook zouden hele groepen in de steigers kunnen worden gezet.
• Sociale steigers verwijzen naar de ondersteuning in de klas (sociaal).
• Er kunnen ook steigers worden ingezet voor de inhoud.
Technologische dimensie:
• Naast de uitbreiding van de sociale interactie is er ook nog een uitbreiding naar technologie met artefacten.
• Artefacten à tools, denk aan computersoftware. Het materiaal dat ingezet wordt is een steiger
Definities en kenmerken van steigers.
• Het is een hulp die een leerling in staat stelt om een taak die ze niet helemaal hadden kunnen uitvoeren nu wel kunnen uitvoeren om de
leerling dichter bij een bekwaamheidsniveau te brengen, waardoor uiteindelijk te taak alleen kan worden uitgevoerd.
• Een tijdelijke ondersteuning die leerlingen helpt om te bewegen naar nieuwe vaardigheden.
Er zijn drie kenmerken die centraal kunnen staan in de steiger.
1. Leerkrachten passen de ondersteuning aan, aan de leerlingen.
2. Geleidelijk wordt de steun afgebouwd.
3. Overdracht van verantwoordelijkheid van docent naar student.
Voor steigers voor de hele klas zijn er ook kenmerken: Leren is een langdurig proces.
• Diagnose: bewust zijn van de taal die wordt gesproken.
• Reactievermogen
• Overdracht naar onafhankelijk
Een punt van zorg is dat steigers worden gezien als eenzijdig of door de ander neergezet.
Het volgende punt is de veronderstelling dat de leerkracht en leerling een goede relatie hebben.
Steigers zijn vaak taakgericht
Wiskunde taal kan ook een doel van scaffolding zijn. Sommige studies richten zich op sociale steigers. Anderen op analytische en sociale. Effectieve
steigers verdienen meer onderzoek.
De leerkracht dient te oordelen welke steigers kunnen worden ingezet.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen harde en zachte steigers.
• Harde steigers: zijn statische gegeven - oplossingsplannen, uitgewerkte voorbeelden.
• Zachte steigers: zijn dynamisch – technologie ter promotie van dialoog tussen studenten of toekomstige docenten, of voor feedback.
Sommige hulpmiddelen (bijv. rekenmachines) verdwijnen niet zodra de leerlingen bepaalde vaardigheden hebben ontwikkeld
Deze instrumenten worden onderdeel van wat men noemt gedistribueerde cognitie, verwijzend naar de manier waarop de cognitie gedeeltelijk
wordt ontladen aan gereedschappen of andere mensen
De artikelen in dit artikel bieden zeer uiteenlopende benaderingen van steigers. Sommigen benadrukken de dialoog, anderen
leerkrachtstrategieën. Tools bieden meta-cognitieve begeleiding.
Verschillende studies richten zich op studenten met enige achterstand. Het leren moet doorgaan. Leerlingen kunnen bestand zijn tegen
ondersteuning. Er is dus een spanning tussen enerzijds het bevorderen van de eigenwaarde van de leerlingen en anderzijds het helpen van de
leerlingen om vooruitgang te boeken naar hogere niveaus. Het aanbieden van gekalibreerde ondersteuning is dus zeer gevoelig. Een interessante
strategie is het gebruik van pauzes die de leerkrachten helpen om de diagnose te stellen en beter te reageren, maar geeft de studenten ook de tijd
om na te denken. Bovendien kan het met laag presterende studenten nog belangrijker zijn om ze te betrekken.
Aanbevelingen.
Oorspronkelijk was steigerbouw een analytisch concept dat gebruikt werd om de interactie tussen kind en volwassene begrijpen. Het is belangrijk
voor een evaluatieve interventie om duidelijk te definiëren wat een steiger is of wat een steiger aanpak is geweest. Als een steiger aanpak niet
werkt dan mag het leerproces geen steiger genoemd worden.
Terminologie van steigers.
Dialogisch onderwijs beweert dat de dialoog voorwaardelijk is.
Het doel van dialogisch onderwijs in wiskunde onderwijs is niet alleen om concepten te leren, maar ook om de wiskundige dialoog te onderwijzen.
Dialogisch onderwijs is niet een eenrichtingsverkeer. Het doel is niet alleen om tot het juiste antwoord te komen maar ook om de dingen vanuit
meerdere perspectieven te kunnen zien. Het concept van dialogisch onderwijs is niet zo populair als het concept van steigers. De leerkracht kan de
leerlingen betrekken door op verschillende manieren te praten.
