M19 Ondernemerschap
Hogeschool van Amsterdam - Creative Business – Leerdoelen
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Ondernemerschap 2
Hoofdstuk 2: Ondernemingsplannen 4
Hoofdstuk 3: Het gat in de markt 7
Hoofdstuk 4: Het strategisch plan 10
Hoofdstuk 7: Operationele uitwerking van de commerciële formule 13
Hoofdstuk 8: Het financiële plan 16
Hoofdstuk 9: Haalbaarheidsanalyse 18
Hoofdstuk 10: Voorbereid op de toekomst 20
,Hoofdstuk 1: Ondernemerschap
1. Je kunt de verschillende definities en competenties herkennen van ondernemers en
ondernemerschap.
Ondernemerschap (persoonlijk) = voor eigen rekening en risico starten en leiden van een
onderneming die streeft naar winst.
Ondernemerschap (economische functie) = creëren van oplossingen voor marktkansen.
Ondernemerschap (innovatie) = ondernemen is het uitvoeren van nieuwe combinaties waarbij
discontinuïteit wordt veroorzaakt.
Nieuwe combinaties kunnen worden gevonden door:
1. Het introduceren van een nieuw product of nieuwe dienst, of een verbeterde kwaliteit.
2. Het introduceren van nieuwe productieprocessen
3. Het aanboren van nieuwe markten
4. Het gebruikmaken van andere grondstoffen of halffabricaten
Discontinuïteit = een ondernemer creëert waarde die tot dan toe nog niet beschikbaar was voor de
maatschappij.
Disruptie = er wordt een product of dienst aangeboden dat eerder niet bestond.
Er zijn drie typen ondernemers:
Type 1: Organiserende ondernemer: start een nieuw bedrijf en leidt het bedrijf vervolgens
als manager, zonder dat er sprake is van iets wezenlijk innovatiefs. Is voornamelijk MKB.
Type 2: Innovatieve ondernemer: vertaalt ideeën en uitvindingen in economisch haalbare
projecten, zonder dat er een bedrijf wordt gestart en gemanaged. Zijn vaak innovatieve
startups en kan ook binnen bedrijven (intrapreneurs) plaatsvinden. De ondernemer is altijd
op zoek naar verandering, reageert erop en ziet het als een kans, een mogelijkheid.
Type 3: ZZP-ers / freelancers: zijn mensen met een specialisme die gaan van opdracht naar
opdracht. Is een eenmanszaak. Ze verhuren zichzelf voor een uurtarief.
2. Je kent de onderdelen van het ondernemerschapsspectrum.
Drie O’s van de starter:
- Ondernemer, de persoon
- Onderneming, de organisatie
- Onderpand, de financiën
Het ondernemerschapsspectrum is een combinatie van attituden, vaardigheden en kennis die
ondernemers (in meer of mindere mate) bezitten. Het spectrum is opgedeeld in competenties op
persoonsniveau, uitvoerend niveau en strategisch niveau.
Competenties op persoonsniveau
- Doorzettingsvermogen hebben
- Zelfopgelegde standaarden nastreven
- Omgaan met tegenslag
- Zelfvertrouwen hebben / zelfsturend zijn
- Risico’s nemen
- Initiatief nemen / verantwoordelijkheden zoeken
- Ambitieus en energiek zijn
- Met tweeslachtigheid en onzekerheid kunnen omgaan
Competenties op uitvoerend niveau: hiermee worden de vaardigheden en tot op zekere hoogte ook
het kennisniveau van ondernemers bedoeld.
2
, - Doelen stellen
- Interpersoonlijke vaardigheden
- Communicatieve vaardigheden
- Vaardig in het denken
- Externe partijen gebruiken
- Kennis vergaren
- Financiële vaardigheden
- Bedrijfskundige kennis
Competenties op strategisch niveau: hieronder wordt de meer specifieke ondernemerschapskennis
verstaan. Een ondernemer weet:
- Hoe hij winstgevende kansen kan ontdekken.
- Hoe hij de meest aantrekkelijke markten kan identificeren.
- Op welke manier hij bezittingen kan gebruiken om volledig nieuwe ondernemingen te
starten.
- Op welke manier hij concurrentievoordeel kan creëren.
3. Je weet welke stappen ondernomen moeten worden om een bedrijf te starten.
Het starten van een bedrijf is relatief eenvoudig. De stappen die genomen moeten woorden zijn,
deels afhankelijk van de gekozen rechtsvorm, in beginsel:
- Nadenken
- Registreren
- Handelen
Nadenken
De kans op een succesvolle onderneming is groter wanneer de starters vooraf een ondernemingsplan
schrijven. Een startende ondernemer moet over verschillende zaken vooraf nadenken:
Een starter moet bedenken of hij de juiste competenties heeft om daadwerkelijk een
onderneming te leiden en aan welke onderdelen van het ondernemerschapsspectrum nog
gewerkt moet worden.
Hij moet nadenken over het idee dat hij wil uitwerken.
Hij moet op grond van dat idee nadenken over de markt waarop hij wil gaan opereren: wie
zijn de klanten, wat zijn hun wensen, hoe gaat hij hen benaderen?
Hij moet een rechtsvorm kiezen, de huisvesting regelen, risico’s inventariseren en zo nodig
verzekeren en bedenken hoe de administratie wordt gevoerd.
Registreren
Naast registratie bij de Kamer van Koophandel moeten ondernemers zich registreren bij de
belastingdienst.
Handelen
De ondernemer heeft echt een bedrijf opgericht en de verschillende activiteiten worden nu onder
naam van de onderneming uitgevoerd.
3
Hogeschool van Amsterdam - Creative Business – Leerdoelen
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Ondernemerschap 2
Hoofdstuk 2: Ondernemingsplannen 4
Hoofdstuk 3: Het gat in de markt 7
Hoofdstuk 4: Het strategisch plan 10
Hoofdstuk 7: Operationele uitwerking van de commerciële formule 13
Hoofdstuk 8: Het financiële plan 16
Hoofdstuk 9: Haalbaarheidsanalyse 18
Hoofdstuk 10: Voorbereid op de toekomst 20
,Hoofdstuk 1: Ondernemerschap
1. Je kunt de verschillende definities en competenties herkennen van ondernemers en
ondernemerschap.
Ondernemerschap (persoonlijk) = voor eigen rekening en risico starten en leiden van een
onderneming die streeft naar winst.
Ondernemerschap (economische functie) = creëren van oplossingen voor marktkansen.
Ondernemerschap (innovatie) = ondernemen is het uitvoeren van nieuwe combinaties waarbij
discontinuïteit wordt veroorzaakt.
Nieuwe combinaties kunnen worden gevonden door:
1. Het introduceren van een nieuw product of nieuwe dienst, of een verbeterde kwaliteit.
2. Het introduceren van nieuwe productieprocessen
3. Het aanboren van nieuwe markten
4. Het gebruikmaken van andere grondstoffen of halffabricaten
Discontinuïteit = een ondernemer creëert waarde die tot dan toe nog niet beschikbaar was voor de
maatschappij.
Disruptie = er wordt een product of dienst aangeboden dat eerder niet bestond.
Er zijn drie typen ondernemers:
Type 1: Organiserende ondernemer: start een nieuw bedrijf en leidt het bedrijf vervolgens
als manager, zonder dat er sprake is van iets wezenlijk innovatiefs. Is voornamelijk MKB.
Type 2: Innovatieve ondernemer: vertaalt ideeën en uitvindingen in economisch haalbare
projecten, zonder dat er een bedrijf wordt gestart en gemanaged. Zijn vaak innovatieve
startups en kan ook binnen bedrijven (intrapreneurs) plaatsvinden. De ondernemer is altijd
op zoek naar verandering, reageert erop en ziet het als een kans, een mogelijkheid.
Type 3: ZZP-ers / freelancers: zijn mensen met een specialisme die gaan van opdracht naar
opdracht. Is een eenmanszaak. Ze verhuren zichzelf voor een uurtarief.
2. Je kent de onderdelen van het ondernemerschapsspectrum.
Drie O’s van de starter:
- Ondernemer, de persoon
- Onderneming, de organisatie
- Onderpand, de financiën
Het ondernemerschapsspectrum is een combinatie van attituden, vaardigheden en kennis die
ondernemers (in meer of mindere mate) bezitten. Het spectrum is opgedeeld in competenties op
persoonsniveau, uitvoerend niveau en strategisch niveau.
Competenties op persoonsniveau
- Doorzettingsvermogen hebben
- Zelfopgelegde standaarden nastreven
- Omgaan met tegenslag
- Zelfvertrouwen hebben / zelfsturend zijn
- Risico’s nemen
- Initiatief nemen / verantwoordelijkheden zoeken
- Ambitieus en energiek zijn
- Met tweeslachtigheid en onzekerheid kunnen omgaan
Competenties op uitvoerend niveau: hiermee worden de vaardigheden en tot op zekere hoogte ook
het kennisniveau van ondernemers bedoeld.
2
, - Doelen stellen
- Interpersoonlijke vaardigheden
- Communicatieve vaardigheden
- Vaardig in het denken
- Externe partijen gebruiken
- Kennis vergaren
- Financiële vaardigheden
- Bedrijfskundige kennis
Competenties op strategisch niveau: hieronder wordt de meer specifieke ondernemerschapskennis
verstaan. Een ondernemer weet:
- Hoe hij winstgevende kansen kan ontdekken.
- Hoe hij de meest aantrekkelijke markten kan identificeren.
- Op welke manier hij bezittingen kan gebruiken om volledig nieuwe ondernemingen te
starten.
- Op welke manier hij concurrentievoordeel kan creëren.
3. Je weet welke stappen ondernomen moeten worden om een bedrijf te starten.
Het starten van een bedrijf is relatief eenvoudig. De stappen die genomen moeten woorden zijn,
deels afhankelijk van de gekozen rechtsvorm, in beginsel:
- Nadenken
- Registreren
- Handelen
Nadenken
De kans op een succesvolle onderneming is groter wanneer de starters vooraf een ondernemingsplan
schrijven. Een startende ondernemer moet over verschillende zaken vooraf nadenken:
Een starter moet bedenken of hij de juiste competenties heeft om daadwerkelijk een
onderneming te leiden en aan welke onderdelen van het ondernemerschapsspectrum nog
gewerkt moet worden.
Hij moet nadenken over het idee dat hij wil uitwerken.
Hij moet op grond van dat idee nadenken over de markt waarop hij wil gaan opereren: wie
zijn de klanten, wat zijn hun wensen, hoe gaat hij hen benaderen?
Hij moet een rechtsvorm kiezen, de huisvesting regelen, risico’s inventariseren en zo nodig
verzekeren en bedenken hoe de administratie wordt gevoerd.
Registreren
Naast registratie bij de Kamer van Koophandel moeten ondernemers zich registreren bij de
belastingdienst.
Handelen
De ondernemer heeft echt een bedrijf opgericht en de verschillende activiteiten worden nu onder
naam van de onderneming uitgevoerd.
3
