BELASTINGRECHT RGBOB0500 2021
WEEK 1 ALGEMENE INLEIDING / FORMEEL
BELASTINGRECHT / BELASTINGPLICHTIGEN / VERHOUDING
LOON- EN INKOMSTENBELASTING
Voorbereiding:
Hoorcollege en Hoofdstuk 0, 1 en onderdeel 2.1 + 2.3.1+2.3.2 + 2.3.8 +
hoofdstuk 7.
Wettenbundel 2021
(indien nog niet beschikbaar: de huidige wettekst is ook te raadplegen via
www.overheid.nl)
Voor het hele vak geldt dat de vragen moeten worden beantwoord aan de
hand van de wettenbundel 2021, ook als de feiten zich in een ander jaar
afspelen.
OPGAVE 1.1: FORMEEL EN MATERIEEL BELASTINGRECHT
Jan Geluk wint in een casino met een kansspel een omvangrijk geldbedrag. Hij
vraagt zich af of hij over dit bedrag belasting verschuldigd is.
A. Behoort dit vraagstuk tot het formele of het materiële belastingrecht?
Motiveer uw antwoord.
Het is materieel belastingrecht. Hij is belasting verschuldigd op grond van art.
1 van de wet op kansspelbelasting.
De belastingplichtige is jan de inhoudingsplichtige is het casino. Een
voorheffing wordt bij de bron ingehouden.
Er is een ongelijke verhouding tussen de overheid en de belastingplichtige.
Het materieel belastingrecht bestaat uit vier onderdelen.
- Subject, wie betaalt belasting
- Object: waarover is de belasting verschuldigd
- Tarief, hoeveel belasting moet worden betaald
- Tijdstip
Iedere materiële belastingwet heeft deze vier onderdelen.
Art. 104 Gw, dat is de grondwettelijke bassi waar alle formele wetten uit
voortkomen. Je moet altijd bedenken wat is de basis.
Hoe is het bedrag tot stand gekomen? Als we het toepassen op deze casus,
wat kan je daar over zeggen? Ieder onderdeel heeft zijn eigen hoofdstuk.
Er is een inhoudingsplicht van het casino op basis van art. 1 lid 1 sub a.
In februari dit jaar verricht Jan buiten zijn dienstbetrekking enkele
werkzaamheden. Het bedrag dat hij hiervoor ontvangt, is belast met
inkomstenbelasting. In juni volgend jaar zal de inspecteur de aanslag
inkomstenbelasting opleggen.
, B. Op welk moment ontstaat de materiële belastingschuld en op welk
moment ontstaat de formele belastingschuld? Motiveer uw antwoord.
Materieel tijdens het werken, formeel in juni toen de aanslag werd opgelegd. De
formele belasting ontstaat wanneer de materiële wordt geformaliseerd. De
aanslag formaliseert hier de materiële belastingschuld.
Materiële belastingschuld ontstaat op het moment het belastbare feit zich
voordoet. De formele belastingschuld ontstaat op het moment de materiële
belastingschuld wordt geformaliseerd. Dat kan op twee manieren.
Er zijn twee soorten belastingen:
1. aanslagbelastingen
2. aangiftebelastingen
a. afdrachtbelasting
b. voldoeiningsbelasting
⇒ Leer dit niet uit je hoofd maar weet waar je dit kan vinden.
Voor iedere wet is er een inhoudsopgave dus pagina voor art. 1 AWR staat er
een inhoudsopgave van die wet. Iedere x als je een aangifte doet moet je ook
meteen betalen en pas dan is de belastingschuld geformaliseerd. Je gaat
parkeren, zet je auto neer op dat moment ontstaat de materiële belastingschuld.
Vervolgens loop je naar de paal, doe je je aangifte en je rekent af. pas dan is het
hele project het formaliseren van een aangiftebelasting volbracht.
Anders is dat met een aanslagbelasting. Dat is bijvoorbeeld de
inkomstenbelasting. Als we te maken hebben met een aanslagbelasting is er een
veel kortere termijn en veel meer voorwaarden voordat de inspecteur kan
zeggen dat hij heeft aangeslagen voor te weinig. Er komt een aanslag van de
inspecteur, dan doet hij de aanslag en dat is de formalisering. Dus niet aangifte
en betalen.
OPGAVE 1.2: BEZWAAR EN BEROEP
Ronald Vink krijgt een aangiftebiljet inkomstenbelasting omdat hij in loondienst
heeft gewerkt. Vink weet dat zijn werkgever aan de belastingautoriteiten heeft
doorgegeven dat hij € 50.000 heeft verdiend. De werkgever heeft namelijk over
dit bedrag al loonbelasting ingehouden en afgedragen. Omdat Vink verder niets
aan de gegevens van zijn werkgever heeft toe te voegen, werpt hij de aangifte
bij het oud papier.
A. Is dit terecht? Motiveer uw antwoord.
Art. 8 lid 1 Awr, ja er is een aangifteplicht. Dus het is niet terecht, hij had
aangidte moeten doen.
Als je weet dat je aangifte moet doen en je hebt niets ontvangen, dan moet je dit
zelf regelen.
De inspecteur kan eerst waarschuwen, daarna kan hij een aanslag opleggen, art.
WEEK 1 ALGEMENE INLEIDING / FORMEEL
BELASTINGRECHT / BELASTINGPLICHTIGEN / VERHOUDING
LOON- EN INKOMSTENBELASTING
Voorbereiding:
Hoorcollege en Hoofdstuk 0, 1 en onderdeel 2.1 + 2.3.1+2.3.2 + 2.3.8 +
hoofdstuk 7.
Wettenbundel 2021
(indien nog niet beschikbaar: de huidige wettekst is ook te raadplegen via
www.overheid.nl)
Voor het hele vak geldt dat de vragen moeten worden beantwoord aan de
hand van de wettenbundel 2021, ook als de feiten zich in een ander jaar
afspelen.
OPGAVE 1.1: FORMEEL EN MATERIEEL BELASTINGRECHT
Jan Geluk wint in een casino met een kansspel een omvangrijk geldbedrag. Hij
vraagt zich af of hij over dit bedrag belasting verschuldigd is.
A. Behoort dit vraagstuk tot het formele of het materiële belastingrecht?
Motiveer uw antwoord.
Het is materieel belastingrecht. Hij is belasting verschuldigd op grond van art.
1 van de wet op kansspelbelasting.
De belastingplichtige is jan de inhoudingsplichtige is het casino. Een
voorheffing wordt bij de bron ingehouden.
Er is een ongelijke verhouding tussen de overheid en de belastingplichtige.
Het materieel belastingrecht bestaat uit vier onderdelen.
- Subject, wie betaalt belasting
- Object: waarover is de belasting verschuldigd
- Tarief, hoeveel belasting moet worden betaald
- Tijdstip
Iedere materiële belastingwet heeft deze vier onderdelen.
Art. 104 Gw, dat is de grondwettelijke bassi waar alle formele wetten uit
voortkomen. Je moet altijd bedenken wat is de basis.
Hoe is het bedrag tot stand gekomen? Als we het toepassen op deze casus,
wat kan je daar over zeggen? Ieder onderdeel heeft zijn eigen hoofdstuk.
Er is een inhoudingsplicht van het casino op basis van art. 1 lid 1 sub a.
In februari dit jaar verricht Jan buiten zijn dienstbetrekking enkele
werkzaamheden. Het bedrag dat hij hiervoor ontvangt, is belast met
inkomstenbelasting. In juni volgend jaar zal de inspecteur de aanslag
inkomstenbelasting opleggen.
, B. Op welk moment ontstaat de materiële belastingschuld en op welk
moment ontstaat de formele belastingschuld? Motiveer uw antwoord.
Materieel tijdens het werken, formeel in juni toen de aanslag werd opgelegd. De
formele belasting ontstaat wanneer de materiële wordt geformaliseerd. De
aanslag formaliseert hier de materiële belastingschuld.
Materiële belastingschuld ontstaat op het moment het belastbare feit zich
voordoet. De formele belastingschuld ontstaat op het moment de materiële
belastingschuld wordt geformaliseerd. Dat kan op twee manieren.
Er zijn twee soorten belastingen:
1. aanslagbelastingen
2. aangiftebelastingen
a. afdrachtbelasting
b. voldoeiningsbelasting
⇒ Leer dit niet uit je hoofd maar weet waar je dit kan vinden.
Voor iedere wet is er een inhoudsopgave dus pagina voor art. 1 AWR staat er
een inhoudsopgave van die wet. Iedere x als je een aangifte doet moet je ook
meteen betalen en pas dan is de belastingschuld geformaliseerd. Je gaat
parkeren, zet je auto neer op dat moment ontstaat de materiële belastingschuld.
Vervolgens loop je naar de paal, doe je je aangifte en je rekent af. pas dan is het
hele project het formaliseren van een aangiftebelasting volbracht.
Anders is dat met een aanslagbelasting. Dat is bijvoorbeeld de
inkomstenbelasting. Als we te maken hebben met een aanslagbelasting is er een
veel kortere termijn en veel meer voorwaarden voordat de inspecteur kan
zeggen dat hij heeft aangeslagen voor te weinig. Er komt een aanslag van de
inspecteur, dan doet hij de aanslag en dat is de formalisering. Dus niet aangifte
en betalen.
OPGAVE 1.2: BEZWAAR EN BEROEP
Ronald Vink krijgt een aangiftebiljet inkomstenbelasting omdat hij in loondienst
heeft gewerkt. Vink weet dat zijn werkgever aan de belastingautoriteiten heeft
doorgegeven dat hij € 50.000 heeft verdiend. De werkgever heeft namelijk over
dit bedrag al loonbelasting ingehouden en afgedragen. Omdat Vink verder niets
aan de gegevens van zijn werkgever heeft toe te voegen, werpt hij de aangifte
bij het oud papier.
A. Is dit terecht? Motiveer uw antwoord.
Art. 8 lid 1 Awr, ja er is een aangifteplicht. Dus het is niet terecht, hij had
aangidte moeten doen.
Als je weet dat je aangifte moet doen en je hebt niets ontvangen, dan moet je dit
zelf regelen.
De inspecteur kan eerst waarschuwen, daarna kan hij een aanslag opleggen, art.
