Didactiek BR
Beleidsnota Sport:
Beleidsnota: Minister van Sport: Ben Weyts:
̵ Voorzien van breedtesport: iedereen moet aan sport kunnen doen
̵ Kwaliteitsvol naschools aanbod
̵ Gedifferentieerd sportaanbod voor senioren
̵ Afstemmen van het sportaanbod op noden van leeftijds- en kansengroepen
̵ Gezond en ethisch sportklimaat realiseren
recreatiesport:
Waarom is sportparticipatie zo belangrijk?
̵ Verlaagt kans op kanker
̵ Lagere Body Mass Index (BMI-waarde) → voelen zich gezonder
̵ Minder last van acute en chronische gezondheidsaandoeningen, hart- en vaatzieken, vroege
dood, beroerte, diabetes type 2 en hoge bloeddruk
̵ Gaat overgewicht en depressie tegen
̵ Zorgt voor betere conditie en meer spierkracht
̵ Sociale contacten
̵ Vorm van ontspanning
→ sedentarisme groeit
Sportparticipatie in Vlaanderen:
Doelstelling: sportparticipatie verhogen zodat meer mensen levenslang sporten.
→ geïnvesteerd in sportpromotie en in acties rond fysieke fitheid en gezondheid.
→ meer kinderen wonen in de stad → druk verkeer → minder buiten spelen. Het grote aanbod van
elektronica lokt een zittende vrijetijdsbesteding uit.
1
,Didactiek BR
- hoe ouder, hoe minder men
sport:
blijft lang stabiel
̵ Hoger opgeleiden sporten
meer
̵ Mensen met een
functiebeperking
sporten minder
̵ Mannen sporten meer dan
vrouwen
̵ Wie sport, doet het
regelmatig
Belangrijkste redenen om aan sport te doen zijn het beleven van plezier en het verbeteren van
conditie en gezondheid. Belangrijkste hindernissen blijken gebrek aan tijd en bij de oudere
leeftijdscategorieën gezondheidsproblemen.
Sportvoorkeur:
Helft van de sporters beperkt zich tot het beoefenen van één sport. Hoger opgeleiden beoefenen het
vaakst meerdere sporten → leeftijd en geslacht weinig verschil
Sportvoorkeuren zijn vrij stabiel: top 7 ziet er al een paar jaar hetzelfde uit
(Fietsen- wandelen- lopen- fitness- zwemmen- voetbal- tennis- dansen- skiën- turnen)
Sportclublidmaatschap:
1 op de 7 sporters beoefent een sport in competitieverband
helft sport met zijn partner en kinderen, 6 op de 10 met vrienden
1 op de 6 personen met een functiebeperking is actief
Mannen zijn vaker actief lid en bestuurslid van een sportvereniging
In Scandinavische landen sporten de meeste leden uit de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder.
Sportparticipatie van personen met een beperking:
Sport heeft een positieve invloed op de algemene levenskwaliteit van personen met een beperking.
(Voetbal- zwemmen- badminton)
Drop-out in de jeugdsport:
Daling van de ledenaantallen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar:
1) De individuele sporter:
Elke sporter heeft zijn eigen doelen, mogelijkheden en karaktereigenschappen die invloed hebben.
Er moet rekening gehouden worden met de intrinsieke motivatie en de beweegredenen van een
kind om te sporten. Hoe beter deze match tussen vraag en aanbod is hoe minder kans tot stoppen.
2
, Didactiek BR
2) De sociale sportomgeving:
̵ ouders: enthousiasmeren, aansporen, verplichten
̵ coach: eentonige trainingen, weinig feedback
̵ vrienden zijn stimulans om te blijven
3) Sportinterne condities:
̵ Organisatorisch oorzaken: slechte tijden, groepssamenstelling, weinig differentiatie in niveau
̵ Relationeel-pedagogische oorzaken: voortrekken van talenten, pestgedrag → slechte trainers
̵ Didactische oorzaken: te makkelijk, weinig differentiatie en teveel wedstrijdgericht
̵ Kwaliteit faciliteiten: sportvereniging makkelijk/veilig bereiken, onderhoud van wc, douches,
veld is in orde, werken met veilig materiaal → minder kans op blessures
4) Sportexterne condities:
̵ Minder tijd/ prioritijd: interesse in andere activiteiten of sport niet meer leuk vinden
̵ Blessure
→ sportuitval is complex en heeft meerdere oorzaken. Belangrijk om jeugdsport af te stemmen op
alle deelnemers.
Didactisch model:
Model van de Corte:
̵ Gebruiken bij opzetten van activiteit
̵ Rekening houden met context, doelstellingen en doelgroep
1) Beginsituatie:
̵ Doelgroep analyse: analyse om de subjectieve en objectieve situatie van de deelnemers in kaart
te brengen.
3
Beleidsnota Sport:
Beleidsnota: Minister van Sport: Ben Weyts:
̵ Voorzien van breedtesport: iedereen moet aan sport kunnen doen
̵ Kwaliteitsvol naschools aanbod
̵ Gedifferentieerd sportaanbod voor senioren
̵ Afstemmen van het sportaanbod op noden van leeftijds- en kansengroepen
̵ Gezond en ethisch sportklimaat realiseren
recreatiesport:
Waarom is sportparticipatie zo belangrijk?
̵ Verlaagt kans op kanker
̵ Lagere Body Mass Index (BMI-waarde) → voelen zich gezonder
̵ Minder last van acute en chronische gezondheidsaandoeningen, hart- en vaatzieken, vroege
dood, beroerte, diabetes type 2 en hoge bloeddruk
̵ Gaat overgewicht en depressie tegen
̵ Zorgt voor betere conditie en meer spierkracht
̵ Sociale contacten
̵ Vorm van ontspanning
→ sedentarisme groeit
Sportparticipatie in Vlaanderen:
Doelstelling: sportparticipatie verhogen zodat meer mensen levenslang sporten.
→ geïnvesteerd in sportpromotie en in acties rond fysieke fitheid en gezondheid.
→ meer kinderen wonen in de stad → druk verkeer → minder buiten spelen. Het grote aanbod van
elektronica lokt een zittende vrijetijdsbesteding uit.
1
,Didactiek BR
- hoe ouder, hoe minder men
sport:
blijft lang stabiel
̵ Hoger opgeleiden sporten
meer
̵ Mensen met een
functiebeperking
sporten minder
̵ Mannen sporten meer dan
vrouwen
̵ Wie sport, doet het
regelmatig
Belangrijkste redenen om aan sport te doen zijn het beleven van plezier en het verbeteren van
conditie en gezondheid. Belangrijkste hindernissen blijken gebrek aan tijd en bij de oudere
leeftijdscategorieën gezondheidsproblemen.
Sportvoorkeur:
Helft van de sporters beperkt zich tot het beoefenen van één sport. Hoger opgeleiden beoefenen het
vaakst meerdere sporten → leeftijd en geslacht weinig verschil
Sportvoorkeuren zijn vrij stabiel: top 7 ziet er al een paar jaar hetzelfde uit
(Fietsen- wandelen- lopen- fitness- zwemmen- voetbal- tennis- dansen- skiën- turnen)
Sportclublidmaatschap:
1 op de 7 sporters beoefent een sport in competitieverband
helft sport met zijn partner en kinderen, 6 op de 10 met vrienden
1 op de 6 personen met een functiebeperking is actief
Mannen zijn vaker actief lid en bestuurslid van een sportvereniging
In Scandinavische landen sporten de meeste leden uit de leeftijdscategorie 55 jaar en ouder.
Sportparticipatie van personen met een beperking:
Sport heeft een positieve invloed op de algemene levenskwaliteit van personen met een beperking.
(Voetbal- zwemmen- badminton)
Drop-out in de jeugdsport:
Daling van de ledenaantallen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar:
1) De individuele sporter:
Elke sporter heeft zijn eigen doelen, mogelijkheden en karaktereigenschappen die invloed hebben.
Er moet rekening gehouden worden met de intrinsieke motivatie en de beweegredenen van een
kind om te sporten. Hoe beter deze match tussen vraag en aanbod is hoe minder kans tot stoppen.
2
, Didactiek BR
2) De sociale sportomgeving:
̵ ouders: enthousiasmeren, aansporen, verplichten
̵ coach: eentonige trainingen, weinig feedback
̵ vrienden zijn stimulans om te blijven
3) Sportinterne condities:
̵ Organisatorisch oorzaken: slechte tijden, groepssamenstelling, weinig differentiatie in niveau
̵ Relationeel-pedagogische oorzaken: voortrekken van talenten, pestgedrag → slechte trainers
̵ Didactische oorzaken: te makkelijk, weinig differentiatie en teveel wedstrijdgericht
̵ Kwaliteit faciliteiten: sportvereniging makkelijk/veilig bereiken, onderhoud van wc, douches,
veld is in orde, werken met veilig materiaal → minder kans op blessures
4) Sportexterne condities:
̵ Minder tijd/ prioritijd: interesse in andere activiteiten of sport niet meer leuk vinden
̵ Blessure
→ sportuitval is complex en heeft meerdere oorzaken. Belangrijk om jeugdsport af te stemmen op
alle deelnemers.
Didactisch model:
Model van de Corte:
̵ Gebruiken bij opzetten van activiteit
̵ Rekening houden met context, doelstellingen en doelgroep
1) Beginsituatie:
̵ Doelgroep analyse: analyse om de subjectieve en objectieve situatie van de deelnemers in kaart
te brengen.
3
