Natuurkunde
Nova- 2VWO – H2, H3, H4.1, H5, H6, H7, H8
2.1
Stofeigenschap: eigenschap waaraan je stoffen kan
herkennen:
Geur: alcohol heeft een andere geur dan terpentine.
Kleur: koper is rood-oranje, goud is geel en lood is
grijs
Smaak: suiker is zoet, keukenzout is zout
Brandbaarheid: benzine is brandbaar water niet
Gevarensymbolen: stoffen kunnen gevaarlijk zijn(inademt,
inslikt, aanraking, vuur erbij of mengt) aangegeven met
pictogram
2.2
Mengsel: bevat altijd 2 of meer stoffen.
Zuivere stoffen: geen mengsel, 1 stof
Oplossing:
Vaste stof mengen met vloeistof flink roeren niet troebel
Vloeistof = oplosmiddel
Vaste stof = opgeloste stof
Suspensie:
vaste stof mengen met vloeistof flink roeren wel troebel
zakt na verloop van tijd naar bodem
wordt ontmengt
stoffen van elkaar scheiden:
filtreren:
residu = wat achter blijft in het filter
filtraat = wat door het filter heen gaat
extraheren:
andere manier
zand in filter
water overheen gieten
zand komt in filtraat
residu = zand zonder zout
vloeistof als oplosmiddel
ethanol = alcohol
,2.3
Massa: hoeveelheid, grootheid, je mag niet zeggen: gewicht de eenheid is kg
Volume: bepalen met maatcilinder, hoeveel ruimte de bv vloeistof inneemt de
eenheid is ml
Onthoud:
1 t = 1000 kg 1 m3 = 1000 dm3 = 1000L
1 kg = 1000 g 1 dm3 = 1L = 1000 cm3
1 g = 1000 mg 1 cm3 = 1 ml
Volume voorwerpen onregelmatige vorm: onderdompelmethode:
maatcilinder vullen tot bv 80 ml water
beginstand = 80 ml
voorwerp onder water laten zakken
kijk wat eindstand is, eindstand = 30 ml
volume = 80-30 = 50 ml
kan ook met overloopvat> hoeveel in kleine cilinder = dan
eindstand
volume vierkant: v = l * b* h
volume cilinder: v = pi * straal * straal * hoogte
eenheid: cm3 of dm3
4.4
dichtheid: rho = m/v
eenheid: g/cm3
som uitrekenen:
, gegevens
formule
invullen
uitrekenen
antwoord
eenheid
je houdt je hand op wat je wilt
weten en rekent de som uit!
3.1
Nova- 2VWO – H2, H3, H4.1, H5, H6, H7, H8
2.1
Stofeigenschap: eigenschap waaraan je stoffen kan
herkennen:
Geur: alcohol heeft een andere geur dan terpentine.
Kleur: koper is rood-oranje, goud is geel en lood is
grijs
Smaak: suiker is zoet, keukenzout is zout
Brandbaarheid: benzine is brandbaar water niet
Gevarensymbolen: stoffen kunnen gevaarlijk zijn(inademt,
inslikt, aanraking, vuur erbij of mengt) aangegeven met
pictogram
2.2
Mengsel: bevat altijd 2 of meer stoffen.
Zuivere stoffen: geen mengsel, 1 stof
Oplossing:
Vaste stof mengen met vloeistof flink roeren niet troebel
Vloeistof = oplosmiddel
Vaste stof = opgeloste stof
Suspensie:
vaste stof mengen met vloeistof flink roeren wel troebel
zakt na verloop van tijd naar bodem
wordt ontmengt
stoffen van elkaar scheiden:
filtreren:
residu = wat achter blijft in het filter
filtraat = wat door het filter heen gaat
extraheren:
andere manier
zand in filter
water overheen gieten
zand komt in filtraat
residu = zand zonder zout
vloeistof als oplosmiddel
ethanol = alcohol
,2.3
Massa: hoeveelheid, grootheid, je mag niet zeggen: gewicht de eenheid is kg
Volume: bepalen met maatcilinder, hoeveel ruimte de bv vloeistof inneemt de
eenheid is ml
Onthoud:
1 t = 1000 kg 1 m3 = 1000 dm3 = 1000L
1 kg = 1000 g 1 dm3 = 1L = 1000 cm3
1 g = 1000 mg 1 cm3 = 1 ml
Volume voorwerpen onregelmatige vorm: onderdompelmethode:
maatcilinder vullen tot bv 80 ml water
beginstand = 80 ml
voorwerp onder water laten zakken
kijk wat eindstand is, eindstand = 30 ml
volume = 80-30 = 50 ml
kan ook met overloopvat> hoeveel in kleine cilinder = dan
eindstand
volume vierkant: v = l * b* h
volume cilinder: v = pi * straal * straal * hoogte
eenheid: cm3 of dm3
4.4
dichtheid: rho = m/v
eenheid: g/cm3
som uitrekenen:
, gegevens
formule
invullen
uitrekenen
antwoord
eenheid
je houdt je hand op wat je wilt
weten en rekent de som uit!
3.1