Faillissementsrecht
Artikel 1 FW: Wanneer failliet?
Artikel 7 lid 3 FW:
-Toestand, blijken uit feiten en omstandigheden dat hij is opgehouden te betalen.
-Tenminste twee crediteuren van wie er één een opeisbare vordering heeft (als
betalingstermijn is verlopen).
Artikel 14 FW: Publicatie faillissement Staatscourant.
Artikel 19 FW: Publicatie register Rechtbank.
“De debiteur kan zijn vermogen (de boedel) niet meer binden vanaf 00.00 uur op de dag van
de faillietverklaring”.
Rechtshandelingen voorafgaand aan de uitspraak, zoals:
-Verkopen (en leveren) van een bestanddeel uit de boedel.
-Verrichten van een betaling aan een bepaalde crediteur.
-Innen van een betaling van een bepaalde debiteur/betaling aan de gefailleerde.
Niet van toepassing indien:
-Artikel 35 lid 3 FW: Levering van een zaak: Bescherming derde-verkrijger t.g.t.,
toepasselijkheid artikel 3:86 BW totdat publicatie Staatscourant heeft plaatsgevonden.
-Artikel 52 FW: Betaling aan de failliet: Indien een debiteur van de failliet nog voor de
publicatie betaalt aan de failliet en de curator kan niet bewijzen dat hij het wist, dan is de
debiteur ‘bevrijd’, d.w.z. hij hoeft niet nog eens aan de curator te betalen. De verbintenis
moet wél dateren van de dag VOOR de faillietverklaring.
-Betaling door de failliet is niet rechtsgeldig en moet worden teruggestort aan de curator.
Artikel 6: 114 BW: Terugvordering van de begunstigde. Betaling vindt plaats op moment
dat rekening schuldeiser wordt gecrediteerd. Dus op de dag van faillissement
terugbetalen.
Artikel 42 FW: Actio Pauliana, curator kan rechtshandelingen vernietigen. Eisen zijn:
-Het moet gaan om een rechtshandeling.
-Rechtshandeling voor de faillietverklaring.
-Rechtshandeling moet onverplicht zijn (dus bijv. niet opeisbaar).
-Benadeling van schuldeisers tot gevolg.
-Wetenschap van benadeling: ook de wederpartij moet deze wetenschap hebben.
-Artikel 43 FW: Binnen een jaar voor de faillietverklaring
, Artikel 6: 127 BW: Verrekening, voorrang bij faillissement. Eisen zijn:
-Partijen moeten over en weer elkaars schuldeiser én schuldenaar zijn.
-Schuld en vordering moeten aan elkaar beantwoorden.
-Artikel 54 FW: schuld en vordering beide vóór faillissement zijn ontstaan of voortvloeien
uit handelingen vóór de faillietverklaring met de gefailleerde verricht.
Verloop faillissement
Artikel 68 FW: Taak van de curator. Beheer en vereffening boedel.
Artikel 108-110 FW: Curator gaat verifiëren en gaat na welke crediteuren er zijn. Curator
checkt of de vorderingen kloppen en of crediteuren voorrang hebben en of de vordering
niet verjaard is.
Artikel 98 FW: Wel of geen voortzetting van het bedrijf. Kan misschien handig zijn enkele
orders af te maken (met toestemming van de rechter-commissaris).
Einde faillissement
Artikel 16 FW: Opheffing wegens gebrek aan baten.
Artikel 137a FW: Vereenvoudigde behandeling. Er is zo weinig actief dat er alleen iets
overblijft voor preferente crediteuren. Concurrente crediteuren ontvangen helemaal niets.
Artikel 138 FW: Akkoord. Concurrente crediteuren stemmen & de preferente crediteuren
leveren hun voorrang in tegenover een hoger %. Bank blijft in principe separatist met
zekerheidsrecht.
Artikel 173 FW: Staat van insolventie. Curator verdeeld actief onder de schuldeisers.
Artikel 193 FW: Slotuitdelingslijst is verbindend geworden.
Volgorde crediteuren bij faillissement
Artikel 3: 276 BW: Positie crediteuren. Crediteuren kunnen alles pakken uit het vermogen
als de schuldenaar niet betaald.
Artikel 3: 277 BW: Alle crediteuren delen in het vermogen naar verhouding van de grootte
van hun vordering, maar er zijn Crediteuren met voorrang:
-Pand- en hypotheekhouders.
-Bijzonder voorrecht.
-Algemeen voorrecht.
Artikel 3: 284 BW: Bijzonder voorrecht. Kosten van behoud. De crediteur hoeft de
opbrengst van dat goed niet te delen.
Artikel 1 FW: Wanneer failliet?
Artikel 7 lid 3 FW:
-Toestand, blijken uit feiten en omstandigheden dat hij is opgehouden te betalen.
-Tenminste twee crediteuren van wie er één een opeisbare vordering heeft (als
betalingstermijn is verlopen).
Artikel 14 FW: Publicatie faillissement Staatscourant.
Artikel 19 FW: Publicatie register Rechtbank.
“De debiteur kan zijn vermogen (de boedel) niet meer binden vanaf 00.00 uur op de dag van
de faillietverklaring”.
Rechtshandelingen voorafgaand aan de uitspraak, zoals:
-Verkopen (en leveren) van een bestanddeel uit de boedel.
-Verrichten van een betaling aan een bepaalde crediteur.
-Innen van een betaling van een bepaalde debiteur/betaling aan de gefailleerde.
Niet van toepassing indien:
-Artikel 35 lid 3 FW: Levering van een zaak: Bescherming derde-verkrijger t.g.t.,
toepasselijkheid artikel 3:86 BW totdat publicatie Staatscourant heeft plaatsgevonden.
-Artikel 52 FW: Betaling aan de failliet: Indien een debiteur van de failliet nog voor de
publicatie betaalt aan de failliet en de curator kan niet bewijzen dat hij het wist, dan is de
debiteur ‘bevrijd’, d.w.z. hij hoeft niet nog eens aan de curator te betalen. De verbintenis
moet wél dateren van de dag VOOR de faillietverklaring.
-Betaling door de failliet is niet rechtsgeldig en moet worden teruggestort aan de curator.
Artikel 6: 114 BW: Terugvordering van de begunstigde. Betaling vindt plaats op moment
dat rekening schuldeiser wordt gecrediteerd. Dus op de dag van faillissement
terugbetalen.
Artikel 42 FW: Actio Pauliana, curator kan rechtshandelingen vernietigen. Eisen zijn:
-Het moet gaan om een rechtshandeling.
-Rechtshandeling voor de faillietverklaring.
-Rechtshandeling moet onverplicht zijn (dus bijv. niet opeisbaar).
-Benadeling van schuldeisers tot gevolg.
-Wetenschap van benadeling: ook de wederpartij moet deze wetenschap hebben.
-Artikel 43 FW: Binnen een jaar voor de faillietverklaring
, Artikel 6: 127 BW: Verrekening, voorrang bij faillissement. Eisen zijn:
-Partijen moeten over en weer elkaars schuldeiser én schuldenaar zijn.
-Schuld en vordering moeten aan elkaar beantwoorden.
-Artikel 54 FW: schuld en vordering beide vóór faillissement zijn ontstaan of voortvloeien
uit handelingen vóór de faillietverklaring met de gefailleerde verricht.
Verloop faillissement
Artikel 68 FW: Taak van de curator. Beheer en vereffening boedel.
Artikel 108-110 FW: Curator gaat verifiëren en gaat na welke crediteuren er zijn. Curator
checkt of de vorderingen kloppen en of crediteuren voorrang hebben en of de vordering
niet verjaard is.
Artikel 98 FW: Wel of geen voortzetting van het bedrijf. Kan misschien handig zijn enkele
orders af te maken (met toestemming van de rechter-commissaris).
Einde faillissement
Artikel 16 FW: Opheffing wegens gebrek aan baten.
Artikel 137a FW: Vereenvoudigde behandeling. Er is zo weinig actief dat er alleen iets
overblijft voor preferente crediteuren. Concurrente crediteuren ontvangen helemaal niets.
Artikel 138 FW: Akkoord. Concurrente crediteuren stemmen & de preferente crediteuren
leveren hun voorrang in tegenover een hoger %. Bank blijft in principe separatist met
zekerheidsrecht.
Artikel 173 FW: Staat van insolventie. Curator verdeeld actief onder de schuldeisers.
Artikel 193 FW: Slotuitdelingslijst is verbindend geworden.
Volgorde crediteuren bij faillissement
Artikel 3: 276 BW: Positie crediteuren. Crediteuren kunnen alles pakken uit het vermogen
als de schuldenaar niet betaald.
Artikel 3: 277 BW: Alle crediteuren delen in het vermogen naar verhouding van de grootte
van hun vordering, maar er zijn Crediteuren met voorrang:
-Pand- en hypotheekhouders.
-Bijzonder voorrecht.
-Algemeen voorrecht.
Artikel 3: 284 BW: Bijzonder voorrecht. Kosten van behoud. De crediteur hoeft de
opbrengst van dat goed niet te delen.
