Samenvatting leerdoelen Europees recht
Les Onderwerp Literatuur Verplichte
Jurisprudentie
1 EU op hoofdlijnen H1.1 t/m 1.4
H2.1 t/m 2.4
Waarom is de EU opgericht?
De europese unie is door de lidstaten opgericht om gemeenschappelijke
doelstellingen te verwezenlijken. Om deze doelstellingen te berieken, bestaat de EU
uit verschillende instellingen. Elke instelling heeft haar eigen taken en bevoegdheden.
Hierdoor heeft elke instelling haar eigen rol, die belangrijk is bij het ontstaan bij beleid
en wetgeving.
aangeven welk type internationale organisatie de EU juridisch gezien is en
meer in het bijzonder de bijbehorende begrippen ‘intergouvernementeel’ en
‘supranationaal’ toelichten.
Staten kunnen bij het oprichten van een organisatie kiezen of en hoeveel
soevereiniteit zij afstaan aan deze organisatie.
Staatssoevereiniteit betekent (hoogste macht of hoogste gezag). Als een staat
zelfstandig beslissingen kan nemen en zij daarmee hun recht uit oefenen.
Intergouvermenteel als lidstaten geen soevereiniteit afstaan, wordt de
organisatie een intergouvermentele organisatie genoemd.
Een intergouvermenteel kenmerk is dat er bij verschillende lidstaten alle
vertegenwoordigers van dat land bij elkaar komen.
Inter samenwerking tussen regeringen onderling
De Europese Unie is daarom ook een intergouvermentele organisatie, omdat zij
ook samen beslissingen maken op grond van artikel 289 en 294 VWEU.
Supranationaal als lidstaten wel hun beslissingsbevoegdheid afstaan aan de
organisatie. De EU is een supranationale organisatie, omdat lidstaten een groot
deel van hun staatssoevereiniteit hebben overgedragen, waardoor de EU regels
kan opleggen aan de lidstaten.
Een kenmerk hiervan is de Europese commissie. De Europese commissie is een
toezichthouder. Dit geldt ook voor het Hof van Justitie.
Non gouvermentele organisaties ook een groep personen kan een internationale
organisatie oprichten. Een non gouvermentele organisatie is onafhankelijk van staten
en heeft vaak een ideële doelstelling. Een ideële organisatie is een organisatie die
zich belangeloos inzet voor een bepaald doel of de promotie van een bepaald idee of
ideaal. Een voorbeeld hiervan is de NGO.
, aangeven wat de twee oprichtingsverdragen van de EU zijn en wat hun
onderlinge rechtsverhouding is.
De twee oprichtingsverdragen van de EU zijn:
1. VEU Verdrag betreffende Europese Unie
2. VWEU Verdrag betreffende werking Europese Unie
3. (Handvest grondrechten EU)
De VEU en de VWEU hebben beide dezelfde juridische waarden. Dit staat
aangegeven in artikel 1 lid 2 VWEU en artikel 6 lid 1 VEU.
Wanneer kijk je in het ene verdrag en wanneer naar het andere verdrag?
VEU In dit verdrag staan de waarden waar de Europese Unie en alle lidstaten zich
aan moeten houden, en de belangrijkste doelstellingen van de Europese Unie.
VWEU Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) gaat
meer over de bevoegdheden van de Europese Unie op verschillende beleidsterreinen
en de werking van de interne markt en de werking ervan.
de doelstellingen en de rechtsbeginselen van de EU benoemen en toelichten.
In het verdrag betreffende de Europese Unie staan in art. 3 VEU de doelstellingen
van de EU opgesomd.
1. Vrede en welzijn: doordat de lidstaten nu met elkaar samen werken zijn
de economieën gestegen.
2. Vrijheid en veiligheid: inwoners uit de EU mogen in alle lidstaten wonen,
verblijven, studeren, werken of genieten van hun pensioen. Ondanks deze
mogelijkheid zorgt de EU er wel voor dat er regels zijn om criminaliteit te
voorkomen.
3. Interne markt: de interne markt maakt het mogelijk dat bedrijven met
elkaar kunnen onderhandelen.
4. Monetaire unie: bijna elke lidstaat heeft dezelfde munt als betaalmiddel.
Dat is de euro.
5. Extern mensenrechtenbeleid: de Europese Unie heeft in art 2 VEU
plaats gemaakt voor de bescherming van mensenrechten. Het Hof van
Justitie kan hierin oordelen over schending van mensenrechten als deze
woorden voorgelegd tijdens een zaak.
Les Onderwerp Literatuur Verplichte
Jurisprudentie
1 EU op hoofdlijnen H1.1 t/m 1.4
H2.1 t/m 2.4
Waarom is de EU opgericht?
De europese unie is door de lidstaten opgericht om gemeenschappelijke
doelstellingen te verwezenlijken. Om deze doelstellingen te berieken, bestaat de EU
uit verschillende instellingen. Elke instelling heeft haar eigen taken en bevoegdheden.
Hierdoor heeft elke instelling haar eigen rol, die belangrijk is bij het ontstaan bij beleid
en wetgeving.
aangeven welk type internationale organisatie de EU juridisch gezien is en
meer in het bijzonder de bijbehorende begrippen ‘intergouvernementeel’ en
‘supranationaal’ toelichten.
Staten kunnen bij het oprichten van een organisatie kiezen of en hoeveel
soevereiniteit zij afstaan aan deze organisatie.
Staatssoevereiniteit betekent (hoogste macht of hoogste gezag). Als een staat
zelfstandig beslissingen kan nemen en zij daarmee hun recht uit oefenen.
Intergouvermenteel als lidstaten geen soevereiniteit afstaan, wordt de
organisatie een intergouvermentele organisatie genoemd.
Een intergouvermenteel kenmerk is dat er bij verschillende lidstaten alle
vertegenwoordigers van dat land bij elkaar komen.
Inter samenwerking tussen regeringen onderling
De Europese Unie is daarom ook een intergouvermentele organisatie, omdat zij
ook samen beslissingen maken op grond van artikel 289 en 294 VWEU.
Supranationaal als lidstaten wel hun beslissingsbevoegdheid afstaan aan de
organisatie. De EU is een supranationale organisatie, omdat lidstaten een groot
deel van hun staatssoevereiniteit hebben overgedragen, waardoor de EU regels
kan opleggen aan de lidstaten.
Een kenmerk hiervan is de Europese commissie. De Europese commissie is een
toezichthouder. Dit geldt ook voor het Hof van Justitie.
Non gouvermentele organisaties ook een groep personen kan een internationale
organisatie oprichten. Een non gouvermentele organisatie is onafhankelijk van staten
en heeft vaak een ideële doelstelling. Een ideële organisatie is een organisatie die
zich belangeloos inzet voor een bepaald doel of de promotie van een bepaald idee of
ideaal. Een voorbeeld hiervan is de NGO.
, aangeven wat de twee oprichtingsverdragen van de EU zijn en wat hun
onderlinge rechtsverhouding is.
De twee oprichtingsverdragen van de EU zijn:
1. VEU Verdrag betreffende Europese Unie
2. VWEU Verdrag betreffende werking Europese Unie
3. (Handvest grondrechten EU)
De VEU en de VWEU hebben beide dezelfde juridische waarden. Dit staat
aangegeven in artikel 1 lid 2 VWEU en artikel 6 lid 1 VEU.
Wanneer kijk je in het ene verdrag en wanneer naar het andere verdrag?
VEU In dit verdrag staan de waarden waar de Europese Unie en alle lidstaten zich
aan moeten houden, en de belangrijkste doelstellingen van de Europese Unie.
VWEU Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) gaat
meer over de bevoegdheden van de Europese Unie op verschillende beleidsterreinen
en de werking van de interne markt en de werking ervan.
de doelstellingen en de rechtsbeginselen van de EU benoemen en toelichten.
In het verdrag betreffende de Europese Unie staan in art. 3 VEU de doelstellingen
van de EU opgesomd.
1. Vrede en welzijn: doordat de lidstaten nu met elkaar samen werken zijn
de economieën gestegen.
2. Vrijheid en veiligheid: inwoners uit de EU mogen in alle lidstaten wonen,
verblijven, studeren, werken of genieten van hun pensioen. Ondanks deze
mogelijkheid zorgt de EU er wel voor dat er regels zijn om criminaliteit te
voorkomen.
3. Interne markt: de interne markt maakt het mogelijk dat bedrijven met
elkaar kunnen onderhandelen.
4. Monetaire unie: bijna elke lidstaat heeft dezelfde munt als betaalmiddel.
Dat is de euro.
5. Extern mensenrechtenbeleid: de Europese Unie heeft in art 2 VEU
plaats gemaakt voor de bescherming van mensenrechten. Het Hof van
Justitie kan hierin oordelen over schending van mensenrechten als deze
woorden voorgelegd tijdens een zaak.
