Aantekeningen agogiek periode
1
College 1 veranderingen en agogiek
Wat is veranderen?
- Mensen veranderen. Hierdoor ontwikkelen en innoveren zij zichzelf. Het betekent letterlijk
iets of iemand ‘anders maken’. Agogiek is de wijze waarop men mensen kan helpen,
begeleiden of beïnvloeden bij hun verandering. Wanneer dit door een agoog wordt gedaan is
er sprake van professionele beïnvloeding. Mensen moeten door de verandering het leven
verbeteren.
- Er moet een waarneembaar verschil zijn tussen de oude en nieuwe situatie. Het veranderen
waar een agoog bij helpt speelt zich af in het sociale domein. Deze verandering kan een
bewust en onbewust proces zijn.
- Verandering is het verschil tussen een oude en een nieuwe situatie. Veranderen kan je doen
op 2 manieren:
1. Vervangen.
2. Toevoegen.
- Het agogisch proces is eerder procesgericht dan productgericht. Het gaat om de manier
waarop de cliënt de veranderingen zich eigen maakt en ermee omgaat. Acceptatie speelt
daarbij een grote rol.
- Er zijn 2 soorten veranderingen:
1. Incidentele verandering: een eenmalige verandering.
2. Structurele verandering: een verandering die zich blijft herhalen.
- Er zijn verschillende vijanden van veranderingen:
1. Verantwoordelijkheid: de cliënt zal zich verantwoordelijk moeten voelen. En het niet van
zich af moeten schuiven.
2. Vanzelfsprekendheid: de cliënt vindt het vanzelfsprekend dat hij reageert hoe hij
reageert.
Wat is agogiek?
- Agogiek is de leer van het doen veranderen van mensen.
- Binnen de agogiek heb je praktijkleer, dat heet agogiek. Het eigenlijke beïnvloeden heet
agogie. De wetenschap van veranderen noem je agologie.
- Er zijn enkele directe voorwaarden verbonden aan agogiek:
1. Er is sprake van een psychosociale verandering.
2. De beïnvloeding vindt beroepsmatig plaats.
3. De verandering is doelgericht, systematisch, bewust, vrijwillig en niet wederzijds.
4. De verandering wordt gemaakt met een (jong) volwassene.
Kenmerken van agogiek:
1. Het bevorderen van het zelfregulerende vermogens van mensen staat centraal.
2. De agoog helpt mensen om zich kennis, waarden, normen, gedragingen eigen te maken.
3. Dwang en disciplinering staan in strijd met agogisch handelen. Het moet vrijwillig zijn.
, 4. Agogiek betekent een speciale verhouding aangaan met je cliënt voor een beperkte tijd.
5. Dialoog staat centraal.
6. Het draait om het oplossen van problemen op sociaal gebied.
7. De cliënt moet niet altijd het onderwerp van de verandering zijn. Het kan ook gaan over het
veranderen van de omstandigheden waar de cliënt zich in bevindt.
De niveaus van psychosociaal functioneren:
- Het psychosociaal functioneren is verdeel op 3 niveaus:
1. Micro: de cliënt of groep waar de agoog mee werkt.
2. Meso: de organisatie en samenlevingsverbanden van de cliënt (omgeving/buurt).
3. Macro: de maatschappij waar de cliënt zich in bevindt.
College 2 de individuele verandering
Bronnen van verandering:
- Er zijn verschillende bronnen waaruit verandering kan ontstaan:
1. Eigen ontwikkeling: de cliënt wil zichzelf verbeteren.
2. Idealen: de cliënt wil veranderen naar zijn ideaalbeeld.
3. Innerlijke drang/behoefte aan groei.
4. Onvrede: de cliënt is niet tevreden met zichzelf en wil daardoor veranderen.
5. Informatie in strijd met het gedrag: de informatie die de cliënt krijgt komt niet over met
zijn gedrag.
6. Geheel nieuwe informatie: een nieuwe wending in het leven van de cliënt waardoor hij
wil veranderen.
7. Verwachtingen van anderen.
8. Belangen.
9. Bedreiging van buitenaf: druk vanuit de omgeving van de cliënt.
10. Wijziging in omstandigheden.
11. Indrukwekkende ervaringen: door ervaringen ziet de cliënt in dat hij wil veranderen.
- Motivatie is van groot belang bij agogiek. Zonder motivatie kan er geen verandering
plaatsvinden. Motivatie is over het algemeen groter aanwezig als:
1. Er minder bedreiging is.
2. Er meer goeds mee te bereiken is of iets naars te voorkomen is.
3. Er meer ondersteuning is uit de omgeving.
4. Meer effect waarneembaar is.
- Om de motivatie van de cliënt groter te maken is het van groot belang dat de agoog zich richt
op kleine successen. De grote veranderingen moet worden opgedeeld in kleine stapjes, en er
moet gekeken worden naar wat de cliënt prikkelt om het beter te doen.
Weerstand wat komt kijken bij veranderingen:
- Bij elke verandering komt weerstand kijken. Verandering wordt namelijk gezien als een
bedreiging van eigen identiteit. Dit wordt als onveilig ervaren door het lichaam. De agoog
speelt hierop in door een gevoel van veiligheid te creëren voor de cliënt door niet te
veroordelen en de macht bij de cliënt te laten liggen.
1
College 1 veranderingen en agogiek
Wat is veranderen?
- Mensen veranderen. Hierdoor ontwikkelen en innoveren zij zichzelf. Het betekent letterlijk
iets of iemand ‘anders maken’. Agogiek is de wijze waarop men mensen kan helpen,
begeleiden of beïnvloeden bij hun verandering. Wanneer dit door een agoog wordt gedaan is
er sprake van professionele beïnvloeding. Mensen moeten door de verandering het leven
verbeteren.
- Er moet een waarneembaar verschil zijn tussen de oude en nieuwe situatie. Het veranderen
waar een agoog bij helpt speelt zich af in het sociale domein. Deze verandering kan een
bewust en onbewust proces zijn.
- Verandering is het verschil tussen een oude en een nieuwe situatie. Veranderen kan je doen
op 2 manieren:
1. Vervangen.
2. Toevoegen.
- Het agogisch proces is eerder procesgericht dan productgericht. Het gaat om de manier
waarop de cliënt de veranderingen zich eigen maakt en ermee omgaat. Acceptatie speelt
daarbij een grote rol.
- Er zijn 2 soorten veranderingen:
1. Incidentele verandering: een eenmalige verandering.
2. Structurele verandering: een verandering die zich blijft herhalen.
- Er zijn verschillende vijanden van veranderingen:
1. Verantwoordelijkheid: de cliënt zal zich verantwoordelijk moeten voelen. En het niet van
zich af moeten schuiven.
2. Vanzelfsprekendheid: de cliënt vindt het vanzelfsprekend dat hij reageert hoe hij
reageert.
Wat is agogiek?
- Agogiek is de leer van het doen veranderen van mensen.
- Binnen de agogiek heb je praktijkleer, dat heet agogiek. Het eigenlijke beïnvloeden heet
agogie. De wetenschap van veranderen noem je agologie.
- Er zijn enkele directe voorwaarden verbonden aan agogiek:
1. Er is sprake van een psychosociale verandering.
2. De beïnvloeding vindt beroepsmatig plaats.
3. De verandering is doelgericht, systematisch, bewust, vrijwillig en niet wederzijds.
4. De verandering wordt gemaakt met een (jong) volwassene.
Kenmerken van agogiek:
1. Het bevorderen van het zelfregulerende vermogens van mensen staat centraal.
2. De agoog helpt mensen om zich kennis, waarden, normen, gedragingen eigen te maken.
3. Dwang en disciplinering staan in strijd met agogisch handelen. Het moet vrijwillig zijn.
, 4. Agogiek betekent een speciale verhouding aangaan met je cliënt voor een beperkte tijd.
5. Dialoog staat centraal.
6. Het draait om het oplossen van problemen op sociaal gebied.
7. De cliënt moet niet altijd het onderwerp van de verandering zijn. Het kan ook gaan over het
veranderen van de omstandigheden waar de cliënt zich in bevindt.
De niveaus van psychosociaal functioneren:
- Het psychosociaal functioneren is verdeel op 3 niveaus:
1. Micro: de cliënt of groep waar de agoog mee werkt.
2. Meso: de organisatie en samenlevingsverbanden van de cliënt (omgeving/buurt).
3. Macro: de maatschappij waar de cliënt zich in bevindt.
College 2 de individuele verandering
Bronnen van verandering:
- Er zijn verschillende bronnen waaruit verandering kan ontstaan:
1. Eigen ontwikkeling: de cliënt wil zichzelf verbeteren.
2. Idealen: de cliënt wil veranderen naar zijn ideaalbeeld.
3. Innerlijke drang/behoefte aan groei.
4. Onvrede: de cliënt is niet tevreden met zichzelf en wil daardoor veranderen.
5. Informatie in strijd met het gedrag: de informatie die de cliënt krijgt komt niet over met
zijn gedrag.
6. Geheel nieuwe informatie: een nieuwe wending in het leven van de cliënt waardoor hij
wil veranderen.
7. Verwachtingen van anderen.
8. Belangen.
9. Bedreiging van buitenaf: druk vanuit de omgeving van de cliënt.
10. Wijziging in omstandigheden.
11. Indrukwekkende ervaringen: door ervaringen ziet de cliënt in dat hij wil veranderen.
- Motivatie is van groot belang bij agogiek. Zonder motivatie kan er geen verandering
plaatsvinden. Motivatie is over het algemeen groter aanwezig als:
1. Er minder bedreiging is.
2. Er meer goeds mee te bereiken is of iets naars te voorkomen is.
3. Er meer ondersteuning is uit de omgeving.
4. Meer effect waarneembaar is.
- Om de motivatie van de cliënt groter te maken is het van groot belang dat de agoog zich richt
op kleine successen. De grote veranderingen moet worden opgedeeld in kleine stapjes, en er
moet gekeken worden naar wat de cliënt prikkelt om het beter te doen.
Weerstand wat komt kijken bij veranderingen:
- Bij elke verandering komt weerstand kijken. Verandering wordt namelijk gezien als een
bedreiging van eigen identiteit. Dit wordt als onveilig ervaren door het lichaam. De agoog
speelt hierop in door een gevoel van veiligheid te creëren voor de cliënt door niet te
veroordelen en de macht bij de cliënt te laten liggen.
