2 De toekomst van de landbouw in Europa
De hoofdvraag in dit hoofdstuk is:
Hoe ziet de landbouw in de toekomst eruit in Nederland en Polen, en welke
rol spelen vrijhandel, voedselprijzen en de locatie en manier van
produceren hierin?
2.1 Welke toekomst?
Deelvragen
1 Waarom en voor wie is het belangrijk om de toekomst van de landbouw
te kunnen voorspellen?
2 Hoe werkt het denken in scenario’s?
3 Welke trends kun je onderscheiden in de landbouw en welke kenmerken
hebben ze?
Welke toekomst?
► Niemand weet precies wat er in de toekomst gaat gebeuren, maar alle
betrokken actoren willen natuurlijk nu al zo goed mogelijk inspelen op de
toekomst.
scenariodenken ● Om boeren en andere belanghebbenden te helpen in hun keuzes voor
de toekomst, wordt er gebruikgemaakt van scenariodenken. Een scenario
is een toekomstverwachting gebaseerd op trends van nu. Aan de hand van
trends
die trends probeer je de toekomst te voorspellen.
Waarschijnlijk of wenselijk?
Uit trends volgen ► Uit trends volgen dus scenario’s: mogelijke manieren waarop een
scenario’s. verschijnsel zich in de toekomst zal ontwikkelen. Er zijn waarschijnlijke en
wenselijke toekomstscenario’s.
waarschijnlijke ● Bij waarschijnlijke scenario’s kijk je naar de huidige trends en probeer je
scenario’s aan de hand daarvan zo precies mogelijk te voorspellen hoe de toekomst
eruit zal gaan zien als die trends doorzetten.
wenselijke scenario’s ● Bij wenselijk scenario’s kijk je naar de huidige trends, maar ga je
bedenken hoe jij het liefst zou willen dat ze zich zullen ontwikkelen.
Vier trends
► In dit hoofdstuk ga je de toekomst proberen te voorspellen van ons
voedsel. Daarbij ga je uit van vier trends.
● Trend X1: volledige vrijhandel. De EU stopt met het GLB. Daarvoor in de
plaats komt volledige vrijhandel.
● Trend X2: Fort Europa. Een terugkeer naar de protectie van de interne
Europese markt. Europese actoren worden weer beschermd.
● Trend Y1: duurzaam en lokaal. Een keuze voor lokale en duurzame
productie en consumptie van kwalitatief goed en gezond voedsel.
● Trend Y2: goedkoop en grootschalig. Om de groeiende wereldbevolking
te kunnen blijven voeden met betaalbaar voedsel, gaat de productie per
dier en hectare verder omhoog.
Zie figuur 2.1. ● Op die manier ontstaan vier scenario’s (zie figuur 2.1).