Bedrijfseconomie
Subdomein B1: persoonlijke financiële
zelfredzaamheid
11.1 de verschillende vormen van een arbeidsrelatie noemen
Persoonlijke opbrengsten: hogere verdiencapaciteit
Maatschappelijke opbrengsten: hogere belastinginkomsten
11.2 adviseren over financiële keuzes met betrekking tot
verzekeren, lenen, sparen en beleggen
11.2.1 Voor- en nadelen van zich wel of niet verzekeren
Voordelen:
• Verzekeren is vaak goedkoper dan zelf het risico dragen
• Verzekerde heeft meer gemoedsrust
• Vorm van onderlinge solidariteit
Nadelen:
• Mogelijk conflicten over de hoogte van de schade en/of uitkering
• Onzorgvuldig gedrag (moreel wangedrag)
11.2.2 Onderscheid tussen een levensverzekering en een schade
verzekering noemen
Levensverzekering: keert een bepaald bedrag uit bij leven of of overlijden
van een persoon
Schadeverzekering: dekt de geleden schade
11.2.3 Verschillen tussen consumptief en hypothecair krediet noemen
Hypothecaire lening: lening met onroerend goed als onderpand
(zekerheid)
Consumptief krediet: ongedekte lening (zonder onderpand)
11.2.4 Financiële gevolgen van krediet voor de kredietnemer noemen
Hoog interestpercentage, gevaar dat lening nooit wordt afgelost (bij
doorlopend krediet), langdurige betalingsverplichting.
,11.2.5 Periodieke interestbedragen, periodieke aflossingsbedragen en de
schuldrest bij de vormen van consumptief krediet en hypothecair krediet
berekenen
11.2.6 Verschil tussen enkelvoudige en samengestelde interest uitleggen
Enkelvoudige interest: interest alleen berekenen over het (begin)kapitaal
Samengestelde interest: interest berekenen over (begin)kapitaal en
opgebouwde interest
11.2.7 Interest op basis van enkelvoudige interest berekenen
11.2.8 Contante waarde en eindwaarde van een kapitaal berekenen op
basis van samengestelde interest
11.2.9 Contante waarde en eindwaarde van een reeks gelijke bedragen
berekenen op basis van samengestelde interest
11.2.10 Voor- en nadelen van vrijwillig sparen en verplicht sparen
uitleggen
Voordelen Nadelen
Vrijwillig sparen • Spaarder kiest zelf het • Besparingen kunnen te
spaarbedrag weinig zijn
• Spaarder kiest zelf manier • Besparingen worden niet
van sparen volgehouden
• Spaarder kiest zelf • Kosten zijn relatief hoog
waarvoor hij spaart
Verplicht sparen voor • Werkgever betaalt mee • De pensioenpremie is een
pensioen aan pensioen flink deel van het
• Pensioenpremie is inkomen
aftrekpost bij de • Werknemer kan niet
inkomstenbelasting bepalen wij welk
• Kosten en risico van bedrijfspensioenfonds hij
sparen en beleggen spaart
worden gezamenlijk • Het is onzeker of de
gedeeld pensioenuitkering later
voldoende is
11.2.11 Verplichte spaarvorm van het bedrijfspensioen noemen
Aanvullend pensioen bovenop de AOW
,11.2.12 Voor- en nadelen van vrij opneembare en niet-vrij opneembare
spaarvormen uitleggen
Spaarrekening Depositorekening
Interestpercentage Variabel Vast
Opnemen van tegoed Vrij opneembaar Niet-vrij opneembaar
Vaste looptijd Nee Ja
Minimale eenmalige Nee Ja
inleg
Rekening zelf beheren Ja Ja
11.2.13 Vermogenstitel waarin belegd kan worden noemen
Aandelen, obligaties en opties
11.2.14 Verschillen in risico en rendement tussen de vermogenstitels
analyseren
Aandeel Obligatie
Rendement • Dividend • Vaste interestvergoeding
• Koerswinst • Koerswinst
Risico • Koersdaling (kan fors zijn) • Lager door vaste
• Lager of geen dividend interestvergoeding
• Koersschommelingen zijn
mogelijk, maar minder
dan bij aandelen
11.3 de keuze voor het huren of kopen van een woonhuis
financieel analyseren
11.3.1 de verplichtingen van de huurder noemen en de financiële
gevolgen ervan analyseren
• Huur betalen
• Bij opzegging rekening houden met de opzegtermijn
• Eerst toestemming vragen bij aanpassingen of verbouwingen
• Het betalen van klein onderhoud
, 11.3.2 de functie van verschillende partijen op de hypotheekmarkt
noemen
• Makelaar
Bemiddelt bij aankoop/verkoop van onroerend goed
• Bank
Verstrekken van hypothecaire leningen en geven van hypotheekadvies
• Hypotheekadviseur
Onafhankelijk hypotheekadvies geven
• Notaris
Stelt akten (eigendomsakte en hypotheekakte) op en zorgt voor
inschrijving van de akten in Kadaster
• Taxateur
Bepaalt de waarde van de woning
11.3.3 de vormen van hypothecair krediet noemen
Lineaire hypotheek en annuïteitenhypotheek
11.3.4 de voor- en nadelen van de genoemde hypotheekvormen noemen
en bereken met betrekking tot de interest- en de aflossingsverplichting
voor de hypotheekgever
Voordelen Nadelen
Lineaire hypotheek • Bruto interestbedrag • Belastingvoordeel daalt
daalt • In beginjaren is de som
• Schuld daalt van aflossing en bruto-
interest hoog
Annuïteitenhypotheek • In beginjaren is • Belastingvoordeel daalt,
belastingvoordeel hoog dus netto maanduitgaven
• Netto maanduitgaven zijn stijgen
in beginjaren relatief laag • Over hele looptijd dure
hypotheek
• Hogere totale bruto
interestuitgaven dan bij
lineaire hypotheek
11.3.5 de financiële gevolgen, inclusief de fiscale, van de genoemde
hypotheekvormen voor de hypotheekgever analyseren
Subdomein B1: persoonlijke financiële
zelfredzaamheid
11.1 de verschillende vormen van een arbeidsrelatie noemen
Persoonlijke opbrengsten: hogere verdiencapaciteit
Maatschappelijke opbrengsten: hogere belastinginkomsten
11.2 adviseren over financiële keuzes met betrekking tot
verzekeren, lenen, sparen en beleggen
11.2.1 Voor- en nadelen van zich wel of niet verzekeren
Voordelen:
• Verzekeren is vaak goedkoper dan zelf het risico dragen
• Verzekerde heeft meer gemoedsrust
• Vorm van onderlinge solidariteit
Nadelen:
• Mogelijk conflicten over de hoogte van de schade en/of uitkering
• Onzorgvuldig gedrag (moreel wangedrag)
11.2.2 Onderscheid tussen een levensverzekering en een schade
verzekering noemen
Levensverzekering: keert een bepaald bedrag uit bij leven of of overlijden
van een persoon
Schadeverzekering: dekt de geleden schade
11.2.3 Verschillen tussen consumptief en hypothecair krediet noemen
Hypothecaire lening: lening met onroerend goed als onderpand
(zekerheid)
Consumptief krediet: ongedekte lening (zonder onderpand)
11.2.4 Financiële gevolgen van krediet voor de kredietnemer noemen
Hoog interestpercentage, gevaar dat lening nooit wordt afgelost (bij
doorlopend krediet), langdurige betalingsverplichting.
,11.2.5 Periodieke interestbedragen, periodieke aflossingsbedragen en de
schuldrest bij de vormen van consumptief krediet en hypothecair krediet
berekenen
11.2.6 Verschil tussen enkelvoudige en samengestelde interest uitleggen
Enkelvoudige interest: interest alleen berekenen over het (begin)kapitaal
Samengestelde interest: interest berekenen over (begin)kapitaal en
opgebouwde interest
11.2.7 Interest op basis van enkelvoudige interest berekenen
11.2.8 Contante waarde en eindwaarde van een kapitaal berekenen op
basis van samengestelde interest
11.2.9 Contante waarde en eindwaarde van een reeks gelijke bedragen
berekenen op basis van samengestelde interest
11.2.10 Voor- en nadelen van vrijwillig sparen en verplicht sparen
uitleggen
Voordelen Nadelen
Vrijwillig sparen • Spaarder kiest zelf het • Besparingen kunnen te
spaarbedrag weinig zijn
• Spaarder kiest zelf manier • Besparingen worden niet
van sparen volgehouden
• Spaarder kiest zelf • Kosten zijn relatief hoog
waarvoor hij spaart
Verplicht sparen voor • Werkgever betaalt mee • De pensioenpremie is een
pensioen aan pensioen flink deel van het
• Pensioenpremie is inkomen
aftrekpost bij de • Werknemer kan niet
inkomstenbelasting bepalen wij welk
• Kosten en risico van bedrijfspensioenfonds hij
sparen en beleggen spaart
worden gezamenlijk • Het is onzeker of de
gedeeld pensioenuitkering later
voldoende is
11.2.11 Verplichte spaarvorm van het bedrijfspensioen noemen
Aanvullend pensioen bovenop de AOW
,11.2.12 Voor- en nadelen van vrij opneembare en niet-vrij opneembare
spaarvormen uitleggen
Spaarrekening Depositorekening
Interestpercentage Variabel Vast
Opnemen van tegoed Vrij opneembaar Niet-vrij opneembaar
Vaste looptijd Nee Ja
Minimale eenmalige Nee Ja
inleg
Rekening zelf beheren Ja Ja
11.2.13 Vermogenstitel waarin belegd kan worden noemen
Aandelen, obligaties en opties
11.2.14 Verschillen in risico en rendement tussen de vermogenstitels
analyseren
Aandeel Obligatie
Rendement • Dividend • Vaste interestvergoeding
• Koerswinst • Koerswinst
Risico • Koersdaling (kan fors zijn) • Lager door vaste
• Lager of geen dividend interestvergoeding
• Koersschommelingen zijn
mogelijk, maar minder
dan bij aandelen
11.3 de keuze voor het huren of kopen van een woonhuis
financieel analyseren
11.3.1 de verplichtingen van de huurder noemen en de financiële
gevolgen ervan analyseren
• Huur betalen
• Bij opzegging rekening houden met de opzegtermijn
• Eerst toestemming vragen bij aanpassingen of verbouwingen
• Het betalen van klein onderhoud
, 11.3.2 de functie van verschillende partijen op de hypotheekmarkt
noemen
• Makelaar
Bemiddelt bij aankoop/verkoop van onroerend goed
• Bank
Verstrekken van hypothecaire leningen en geven van hypotheekadvies
• Hypotheekadviseur
Onafhankelijk hypotheekadvies geven
• Notaris
Stelt akten (eigendomsakte en hypotheekakte) op en zorgt voor
inschrijving van de akten in Kadaster
• Taxateur
Bepaalt de waarde van de woning
11.3.3 de vormen van hypothecair krediet noemen
Lineaire hypotheek en annuïteitenhypotheek
11.3.4 de voor- en nadelen van de genoemde hypotheekvormen noemen
en bereken met betrekking tot de interest- en de aflossingsverplichting
voor de hypotheekgever
Voordelen Nadelen
Lineaire hypotheek • Bruto interestbedrag • Belastingvoordeel daalt
daalt • In beginjaren is de som
• Schuld daalt van aflossing en bruto-
interest hoog
Annuïteitenhypotheek • In beginjaren is • Belastingvoordeel daalt,
belastingvoordeel hoog dus netto maanduitgaven
• Netto maanduitgaven zijn stijgen
in beginjaren relatief laag • Over hele looptijd dure
hypotheek
• Hogere totale bruto
interestuitgaven dan bij
lineaire hypotheek
11.3.5 de financiële gevolgen, inclusief de fiscale, van de genoemde
hypotheekvormen voor de hypotheekgever analyseren
