samenvatting
§1.1 Het begin van de opstand (1515-1572)
- Leidende vraag: Waardoor brak er een opstand uit in de Nederlanden?
Staatsvorming en centralisatie
In 1515 werd Karel V uitgeroepen tot heer der Nederlanden. In 1516 werd hij koning van Spanje en in
1519 keizer van het Duitse Rijk. Karel V had alle Nederlanden nog niet in handen maar met de
verovering van Gelderland in 1543 waren alle zeventien gewesten onder één bestuur gebracht. Karel
V vormde in 1531 drie Collaterale Raden die hem advies moesten geven bij het nemen van
beslissingen begin van staatsvorming en centralisatie, want alles wordt vanuit één punt beslist.
Deze centralisatiepolitiek zorgde voor een bedreiging van de privileges van de adel en
stadsbestuurders (reden voor opstand!)
Luther
Luther had felle kritiek op de rooms-katholieke kerk, omdat:
- De rijkdom en macht van de kerk was veel te groot. Hij vond dat het geloof gebaseerd moest
zijn op de Bijbel en daar had rijkdom en macht weinig mee te maken. Hij vond dat de Bijbel in
volkstaal vertaald moest worden. Door de verspreiding van zijn ideeën door pamfletten,
boeken enz. kreeg hij al snel veel aanhang.
- Karel V nodigde Luther uit tijdens de Rijksdag in Worms om de geloofseenheid in het land te
redden (1521). Karel vroeg Luther om zijn negatieve opvattingen over de rooms-katholieke
kerk terug te nemen, maar Luther bleef standvastig.
Dit leidde tot de definitieve scheuring van de kerk!!!
- Vorsten gingen mee in de vastberadenheid van Luther en zo ontstond een nieuw geloof: het
protestantisme.
- Tijdens de Vrede van Ausburg in 1555 werd ‘cuius regio eius religio’ aangenomen. Dat
betekent dat iedere vorst het geloof van zijn onderdanen mocht bepalen.
Inquisitie (1521)
- =onderzoeksbank die ketters (aanhangers van protestantisme) opspoorde en berechtte.
- Karel V wil persé een eenheid van geloof in zijn land.
- Opgericht na de rijksdag in Worms
Bloedplakkaat (1550)
- = wet die bepaalde dat alle ketters dood moesten
- Centrale (!) rechtspraak tegen ketters (centralisatie), hier was de adel en het stadsbestuur
niet blij mee, aantasting van het privilege om de eigen rechtspraak te regelen.
- Heel streng/wreed
De opstand in de Nederlanden had dus eigenlijk twee redenen:
- Men kwam in opstand tegen de strenge kettervervolging.
- De adel en het stadsbestuur kwam in opstand omdat hun privileges werden aangetast door
de centralisatiepolitiek van Filips ll (zoon van Karel V)
Calvinisme
- Calvijn was het over veel eens met Luther, maar vond dat gelovigen, zo nodig, zonder
toestemming van de overheid, kerken mochten vormen en in opstand mochten komen. Hij
zei zelfs dat het volk zijn eigen vorst mocht afzetten als die zich als tiran gedroeg. Deze