Tijdvak 1 De tijd van jagers en boeren (23000 v. Ch – 3000 v. Ch)
Kenmerkende aspecten:
De levenswijze van jagers-verzamelaars (tot 9000 v. Ch)
- Nomaden: geen vaste woonplaats -> zochten naar plekken met voedsel
- Basiskampen met kleine groepen van tientallen personen
- Grove werktuigen -> bijlen en speren
- Mannen jaagden op dieren, vrouwen verzamelde eten
- Naaiden kleding, bouwden tenten
- Gedachten geuit in kunst
Ontstaan landbouw en landbouwsamenlevingen (vanaf 9000 v. Ch)
- Na ijstijd ontstond ander klimaat in het Midden-Oosten (natte, zachte
winters/droge, warme zomers). Granen/peulvruchten groeiden hier goed ->
jagen onnodig. Gunstige planten geselecteerd/gedomesticeerd voor consumptie.
- Veel dieren verdwenen door het vele jagen, andere dieren werden getemd en
gefokt -> meer vlees.
- Levenswijze landbouw: sedentaire leefwijze -> permanente huizen,
akkers/weiden, grotere groepen, autarkisch, bezit belangrijk, sociale ongelijkheid
(slaven).
Ontstaan van eerste stedelijke gemeenschappen (vanaf 3500 v. Ch)
- Door overschot boeren -> handel -> daardoor steeds minder mensen die
werken als boer -> ontstond stedelijke samenleving
- Meeste bewoners geen boer -> stad wonen/werken
- Tientallen dorpen uitgebreid tot stad met bestuursgebouwen, pakhuizen,
tempels.
- Gevaar rivieren die overstroomde (organisatie hiervan -> elite -> gaven leiding
-> uit elite kwam 1 vorst), gevolg: landbouw verwoest.
Tijdlijn:
Tot 3000 v.Ch -> prehistorie (tijd van jagers en boeren)
2 miljoen jaar geleden -> eerste menssoorten
6 miljoen jaar geleden -> eerste mensachtigen
200.000 jaar geleden -> eerste moderne mens
50.000 v.Ch -> verspreiding moderne mens
30.000 v.Ch -> Neanderthaler uitgestorven
Tot 9000 v.Ch -> alle mensen leefden van jagen/voedsel verzamelen
9000 v.Ch -> landbouw
8000 v.Ch -> veeteelt
5000 v.Ch -> dieren gebruikt voor bewerking land
4000 v.Ch/2000 v.Ch -> ontstonden eerste steden
3000 v.Ch -> eerste staat (Egypte)
3300 v.Ch/2900 v.Ch -> ontstaan spijkerschrift
, Tijdvak 2 Grieken en Romeinen (3000 v. Ch – 500)
Kenmerkende aspecten:
Ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap/politiek
- Staatsvormen:
monarchie = staatsvorm waarbij de macht bij 1 persoon ligt via wet (legitiem)
tirannie = staatsvorm waarbij de macht bij 1 persoon ligt niet legitiem
(staatsgreep)
aristocratie = regering van adel, groep mensen
oligarchie = regering niet van adel, groep mensen
democratie = regering door de bevolking met burgerrecht (eerste democratie
Athene)
Wereld verklaren:
voor Griekse stadsstaten -> goden verklaarden
tijdens Griekse stadsstaten -> wetenschappelijke verklaring
Begin wetenschap = opdoen kennis/theorie op basis van
experimenten/waarneming -> ontstaan van natuurwetenschappen, wiskunde,
geneeskunde, politiek -> door koloniën kennis verspreid
Groei Romeins imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa
verspreidde
Rome (stadstaat) -> groeit tot imperium Romanum, redenen groei:
sterk/gedisciplineerd leger, goed verdedigbare grenzen, goede infrastructuur,
goed bestuur (vorsten veroverd -> kregen Romeinse burgerschap ->
romanisering)
Klassieke vormentaal Grieks-Romeinse cultuur
Klassiek = voortreffelijk voorbeeld
Vormentaal Grieken:
Beeldhouwkunst: Architectuur:
3D Fronton
Anatomisch correct Fries
Naakt Architraaf
Geperfectioneerd Zuilen -> Korinthische stijl = veel
versiering
Romeinen:
Beeldhouwkunst Architectuur
3D Mengeling Griekse stijlen
Anatomisch correct Gebruik beton -> meer mogelijkheden
-> bogen/koepels
Gekleed
Realistisch
Grieks-Romeinse cultuur is een klassieke cultuur omdat het een voortreffelijk
voorbeeld is en het van blijvende waarde is -> voorbeeld = latere generaties
Kenmerkende aspecten:
De levenswijze van jagers-verzamelaars (tot 9000 v. Ch)
- Nomaden: geen vaste woonplaats -> zochten naar plekken met voedsel
- Basiskampen met kleine groepen van tientallen personen
- Grove werktuigen -> bijlen en speren
- Mannen jaagden op dieren, vrouwen verzamelde eten
- Naaiden kleding, bouwden tenten
- Gedachten geuit in kunst
Ontstaan landbouw en landbouwsamenlevingen (vanaf 9000 v. Ch)
- Na ijstijd ontstond ander klimaat in het Midden-Oosten (natte, zachte
winters/droge, warme zomers). Granen/peulvruchten groeiden hier goed ->
jagen onnodig. Gunstige planten geselecteerd/gedomesticeerd voor consumptie.
- Veel dieren verdwenen door het vele jagen, andere dieren werden getemd en
gefokt -> meer vlees.
- Levenswijze landbouw: sedentaire leefwijze -> permanente huizen,
akkers/weiden, grotere groepen, autarkisch, bezit belangrijk, sociale ongelijkheid
(slaven).
Ontstaan van eerste stedelijke gemeenschappen (vanaf 3500 v. Ch)
- Door overschot boeren -> handel -> daardoor steeds minder mensen die
werken als boer -> ontstond stedelijke samenleving
- Meeste bewoners geen boer -> stad wonen/werken
- Tientallen dorpen uitgebreid tot stad met bestuursgebouwen, pakhuizen,
tempels.
- Gevaar rivieren die overstroomde (organisatie hiervan -> elite -> gaven leiding
-> uit elite kwam 1 vorst), gevolg: landbouw verwoest.
Tijdlijn:
Tot 3000 v.Ch -> prehistorie (tijd van jagers en boeren)
2 miljoen jaar geleden -> eerste menssoorten
6 miljoen jaar geleden -> eerste mensachtigen
200.000 jaar geleden -> eerste moderne mens
50.000 v.Ch -> verspreiding moderne mens
30.000 v.Ch -> Neanderthaler uitgestorven
Tot 9000 v.Ch -> alle mensen leefden van jagen/voedsel verzamelen
9000 v.Ch -> landbouw
8000 v.Ch -> veeteelt
5000 v.Ch -> dieren gebruikt voor bewerking land
4000 v.Ch/2000 v.Ch -> ontstonden eerste steden
3000 v.Ch -> eerste staat (Egypte)
3300 v.Ch/2900 v.Ch -> ontstaan spijkerschrift
, Tijdvak 2 Grieken en Romeinen (3000 v. Ch – 500)
Kenmerkende aspecten:
Ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap/politiek
- Staatsvormen:
monarchie = staatsvorm waarbij de macht bij 1 persoon ligt via wet (legitiem)
tirannie = staatsvorm waarbij de macht bij 1 persoon ligt niet legitiem
(staatsgreep)
aristocratie = regering van adel, groep mensen
oligarchie = regering niet van adel, groep mensen
democratie = regering door de bevolking met burgerrecht (eerste democratie
Athene)
Wereld verklaren:
voor Griekse stadsstaten -> goden verklaarden
tijdens Griekse stadsstaten -> wetenschappelijke verklaring
Begin wetenschap = opdoen kennis/theorie op basis van
experimenten/waarneming -> ontstaan van natuurwetenschappen, wiskunde,
geneeskunde, politiek -> door koloniën kennis verspreid
Groei Romeins imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa
verspreidde
Rome (stadstaat) -> groeit tot imperium Romanum, redenen groei:
sterk/gedisciplineerd leger, goed verdedigbare grenzen, goede infrastructuur,
goed bestuur (vorsten veroverd -> kregen Romeinse burgerschap ->
romanisering)
Klassieke vormentaal Grieks-Romeinse cultuur
Klassiek = voortreffelijk voorbeeld
Vormentaal Grieken:
Beeldhouwkunst: Architectuur:
3D Fronton
Anatomisch correct Fries
Naakt Architraaf
Geperfectioneerd Zuilen -> Korinthische stijl = veel
versiering
Romeinen:
Beeldhouwkunst Architectuur
3D Mengeling Griekse stijlen
Anatomisch correct Gebruik beton -> meer mogelijkheden
-> bogen/koepels
Gekleed
Realistisch
Grieks-Romeinse cultuur is een klassieke cultuur omdat het een voortreffelijk
voorbeeld is en het van blijvende waarde is -> voorbeeld = latere generaties