10.1
● De levensfasen van de mens zijn: baby-peuter-kleuter-kind-puber-adoscelent-
volwassene-bejaard
● Je hebt lichamelijke en geestelijke ontwikkeling.
● Je lichaam verandert door hormonen, je groeit bijvoorbeeld door
groeihormonen.
● Hormonen worden gemaakt in de hormoonklieren. Groeihormonen worden
gemaakt in de hypofyse, een klein orgaan onder je hersenen.
● Sommige organen reageren op hormonen, dat zijn de doelwitorganen.
● Elke hormoon heeft een andere vorm dus past ook maar op een specifieke
receptor.
● Je komt in de puberteit in de groeispurt omdat je hypofyse dan veel
groeihormonen maakt.
● Je stopt met groeien als je groeischijven en kraakbeen verkalken.
10.2
● Geslachtskenmerken maken het verschil tussen jongens en meisjes.
● Primaire geslachtskenmerken zijn al vanaf de geboorte duidelijk.
● Secundaire geslachtskenmerken ontstaan in de pubereit.
● Tertiaire geslachtskenmerken is het kleding wat word gedragen
● Veranderingen in je puberteit worden geregeld door hormonen.
● Meisjes worden in de puberteit ongesteld. Vanaf dan zijn ze vruchtbaar,
● Jongens krijgen hun eerste zaadlozing in de puberteit. Daarna kunnen ze
kinderen krijgen.
● Deze veranderingen verschillen soms een beetje in leeftijd
● Sommige mensen die voelen zich als een ander geslacht dan in het lichaam
waar ze in zitten. Dan ben je een transgender.
● Als je als persoon hier mee zit kan je met operaties jezelf laten veranderen
waardoor je eruit ziet als het andere geslacht.
10.3
● Banden tussen mensen zijn relaties. Dat kan in de vorm van vrienden, familie,
relatie etc. Zijn.
● Hoe je met anderen omgaat hangt af van je normen en waarden.
● Seksuele voorkeuren: Heteroseksueel (je valt op het andere geslacht)
homoseksueel (je valt op hetzelfde geslacht) Biseksueel (je valt op beide
geslachten)
● Geslachtsgemeenschap is het vrijen tussen een man en een vrouw.
10.4
● Een SOA is een seksueel overdraagbare aandoening.
● De meest voorkomende zijn: chlamydia, genitale wratten en herpes.
● Soa’s worden doorgegeven door het zaad van een man.
● Daarom wordt het aangeraden een condoom te gebruiken.
● De levensfasen van de mens zijn: baby-peuter-kleuter-kind-puber-adoscelent-
volwassene-bejaard
● Je hebt lichamelijke en geestelijke ontwikkeling.
● Je lichaam verandert door hormonen, je groeit bijvoorbeeld door
groeihormonen.
● Hormonen worden gemaakt in de hormoonklieren. Groeihormonen worden
gemaakt in de hypofyse, een klein orgaan onder je hersenen.
● Sommige organen reageren op hormonen, dat zijn de doelwitorganen.
● Elke hormoon heeft een andere vorm dus past ook maar op een specifieke
receptor.
● Je komt in de puberteit in de groeispurt omdat je hypofyse dan veel
groeihormonen maakt.
● Je stopt met groeien als je groeischijven en kraakbeen verkalken.
10.2
● Geslachtskenmerken maken het verschil tussen jongens en meisjes.
● Primaire geslachtskenmerken zijn al vanaf de geboorte duidelijk.
● Secundaire geslachtskenmerken ontstaan in de pubereit.
● Tertiaire geslachtskenmerken is het kleding wat word gedragen
● Veranderingen in je puberteit worden geregeld door hormonen.
● Meisjes worden in de puberteit ongesteld. Vanaf dan zijn ze vruchtbaar,
● Jongens krijgen hun eerste zaadlozing in de puberteit. Daarna kunnen ze
kinderen krijgen.
● Deze veranderingen verschillen soms een beetje in leeftijd
● Sommige mensen die voelen zich als een ander geslacht dan in het lichaam
waar ze in zitten. Dan ben je een transgender.
● Als je als persoon hier mee zit kan je met operaties jezelf laten veranderen
waardoor je eruit ziet als het andere geslacht.
10.3
● Banden tussen mensen zijn relaties. Dat kan in de vorm van vrienden, familie,
relatie etc. Zijn.
● Hoe je met anderen omgaat hangt af van je normen en waarden.
● Seksuele voorkeuren: Heteroseksueel (je valt op het andere geslacht)
homoseksueel (je valt op hetzelfde geslacht) Biseksueel (je valt op beide
geslachten)
● Geslachtsgemeenschap is het vrijen tussen een man en een vrouw.
10.4
● Een SOA is een seksueel overdraagbare aandoening.
● De meest voorkomende zijn: chlamydia, genitale wratten en herpes.
● Soa’s worden doorgegeven door het zaad van een man.
● Daarom wordt het aangeraden een condoom te gebruiken.