SPELTHEORIE
H1 Speltheorie
Van spel naar theorie
- Wederzijdse afhankelijkheid
- Wat de ene aanbieder doet, heeft invloed op wat de andere aanbieder doet.
- Speltheorie
- De theorie om te bepalen wat er gebeurt als er sprake is van wederzijdse
afhankelijkheid.
- Vragers en aanbieders zijn spelers, de keuze die zij maken zijn hun acties en het
marktevenwicht is de speluitkomst.
Een economiespel
- Eerste vragen oplossen van een economiespel.
1. Wie zijn de spelers?
2. Wat is hun doelstelling
3. Wat zijn hun mogelijke acties?
- Opbrengstenmatrix -> Hierin staan de opbrengsten voor beide spelers bij alle
mogelijke acties.
- Rij- en kolomspelers
Jumbo vs. AH
- Laatste stap: het oplossen van het spel.
- Voor beide spelers bepalen wat de beste actie is, gegeven iedere actie van de
andere speler.
- De oplossing van het spel is het
marktevenwicht.
- Uitwerking
De dominante strategie van Jumbo is wel prijsverlaging want als de AH kiest voor
geen prijsverlaging dan 1,2 miljoen > 1 miljoen en als de AH kiest voor wel
prijsverlaging dan 1,1 miljoen > 0,9 miljoen.
De dominante strategie van AH is ook wel prijsverlaging want als de jumbo kiest voor
geen prijsverlaging dan 1,6 miljoen > 1,4 miljoen en als de Jumbo kiest voor wel
prijsverlaging dan 1,5 miljoen > 1,3 miljoen.
Het marktevenwicht is bij wel
prijsverlaging ; wel prijsverlaging,
dus 1,1 miljoen ; 1,5 miljoen.
, Voorbeeldzinnen uitwerkingen spel uitkomst
- De dominante strategie van …(rijspeler)... is ……… want als …(kolomspeler)... kiest
voor …(actie 1)... dan €… > €… en als …(kolomspeler)... kiest voor …(actie 2)... dan
€… > €… .
De dominante strategie van …(kolomspeler)... is ……… want als …(rijspeler)... kiest
voor …(actie 1)... dan €… > €… en als …(rijspeler)... kiest voor …(actie 2)... dan €…
> €… .
Het marktevenwicht / de speluitkomst is bij ……… ; ……., dus €… ; €… .
- Als …(kolomspeler)... ... (actie 1)... doet, zal …(rijspeler)... ……. doen (€… > €…).
Als …(kolomspeler)... ... (actie 2)... doet, zal …(rijspeler)... ……. doen (€… > €…).
Dus de dominante strategie van …(rijspeler)... is …….. .
- Als …(kolomspeler)... ... (actie 1)... doet, zal …(rijspeler)... ……. doen (€… > €…).
Als …(kolomspeler)... ... (actie 2)... doet, zal …(rijspeler)... ……. doen (€… > €…).
Dus de dominante strategie van …(rijspeler)... is …….. .
Als …(rijspeler)... ... (actie 1)... doet, zal …(kolomspeler)... ……. doen (€… > €…).
Als …(rijspeler)... ... (actie 2)... doet, zal …(kolomspeler)... ……. doen (€… > €…).
Dus de dominante strategie van …(kolomspeler)... is …….. .
Het marktevenwicht / de speluitkomst is bij ……… ; ……., dus €… ; €… .
H1 Speltheorie
Van spel naar theorie
- Wederzijdse afhankelijkheid
- Wat de ene aanbieder doet, heeft invloed op wat de andere aanbieder doet.
- Speltheorie
- De theorie om te bepalen wat er gebeurt als er sprake is van wederzijdse
afhankelijkheid.
- Vragers en aanbieders zijn spelers, de keuze die zij maken zijn hun acties en het
marktevenwicht is de speluitkomst.
Een economiespel
- Eerste vragen oplossen van een economiespel.
1. Wie zijn de spelers?
2. Wat is hun doelstelling
3. Wat zijn hun mogelijke acties?
- Opbrengstenmatrix -> Hierin staan de opbrengsten voor beide spelers bij alle
mogelijke acties.
- Rij- en kolomspelers
Jumbo vs. AH
- Laatste stap: het oplossen van het spel.
- Voor beide spelers bepalen wat de beste actie is, gegeven iedere actie van de
andere speler.
- De oplossing van het spel is het
marktevenwicht.
- Uitwerking
De dominante strategie van Jumbo is wel prijsverlaging want als de AH kiest voor
geen prijsverlaging dan 1,2 miljoen > 1 miljoen en als de AH kiest voor wel
prijsverlaging dan 1,1 miljoen > 0,9 miljoen.
De dominante strategie van AH is ook wel prijsverlaging want als de jumbo kiest voor
geen prijsverlaging dan 1,6 miljoen > 1,4 miljoen en als de Jumbo kiest voor wel
prijsverlaging dan 1,5 miljoen > 1,3 miljoen.
Het marktevenwicht is bij wel
prijsverlaging ; wel prijsverlaging,
dus 1,1 miljoen ; 1,5 miljoen.
, Voorbeeldzinnen uitwerkingen spel uitkomst
- De dominante strategie van …(rijspeler)... is ……… want als …(kolomspeler)... kiest
voor …(actie 1)... dan €… > €… en als …(kolomspeler)... kiest voor …(actie 2)... dan
€… > €… .
De dominante strategie van …(kolomspeler)... is ……… want als …(rijspeler)... kiest
voor …(actie 1)... dan €… > €… en als …(rijspeler)... kiest voor …(actie 2)... dan €…
> €… .
Het marktevenwicht / de speluitkomst is bij ……… ; ……., dus €… ; €… .
- Als …(kolomspeler)... ... (actie 1)... doet, zal …(rijspeler)... ……. doen (€… > €…).
Als …(kolomspeler)... ... (actie 2)... doet, zal …(rijspeler)... ……. doen (€… > €…).
Dus de dominante strategie van …(rijspeler)... is …….. .
- Als …(kolomspeler)... ... (actie 1)... doet, zal …(rijspeler)... ……. doen (€… > €…).
Als …(kolomspeler)... ... (actie 2)... doet, zal …(rijspeler)... ……. doen (€… > €…).
Dus de dominante strategie van …(rijspeler)... is …….. .
Als …(rijspeler)... ... (actie 1)... doet, zal …(kolomspeler)... ……. doen (€… > €…).
Als …(rijspeler)... ... (actie 2)... doet, zal …(kolomspeler)... ……. doen (€… > €…).
Dus de dominante strategie van …(kolomspeler)... is …….. .
Het marktevenwicht / de speluitkomst is bij ……… ; ……., dus €… ; €… .