Economie samenvatting hoofdstuk 4
4.1
Je sluit een verzekering af bij de verzekeringsmaatschappij dan ben je een verzekerde. Als je
dan schade hebt vergoed de verzekeraar dat voor je. Om verzekerd te zijn betaal je een
premie. In de polis (verzekeringsovereenkomst) staat wat de dekking is van de verzekering.
De dekking geeft aan waarvoor je verzekerd bent en tot welk bedrag. Bij de polis horen de
polisvoorwaarden. Hier staan de rechten en plichten van de verzekerde en de verzekeraar in.
Je krijgt schade alleen vergoed bij een onzeker voorval. Dat is een gebeurtenis waarvan je
niet weet wanner en of die plaats gaat vinden.
Bij veel verzekeringen heb je te maken met een eigen risico. Dat betekent dat je zelf een deel
van je schade moet betalen. Soms kan je ervoor kiezen of je die bij je verzekering wilt. Bij
sommige verzekeringen is het verplicht. Met een verzekering met eigen risico betaal je
minder premie dan een met eigen risico.
Als je perongelijk bij iemand schade maakt heb je daar een AVP
(aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren) voor, deze verzekering vergoed de schade
die je bij iemand hebt gemaakt.
Een verzekering kost meer dan alleen een premie. Bij het afsluiten van een verzekering
betaal je meestal eenmalige poliskosten. Dat zijn kosten voor het maken en opsturen van de
polis. Daarbovenop betaal je assurantiebelasting die is nu 21 %. De
verzekeringsmaatschappij moet dit weer afdragen aan de belastingdienst. Dit is altijd de
laatste stap in berekening van e verzekeringskosten.
Berekening: verzekeringskosten= (premie+ poliskosten) + assuratiebelasting
Voorbeeld: (65+5) = 70 assurantieblasting 21% van de 70= 14.70 70+ 14.70= 84.70
4.2
Of je een huurwoning of koopwoning woont sluit je toch bijna altijd een inboedelverzekering
af. Het dekt de schade dei je door bv inbraak of brand aan de spullen in je huis. In de
polisvoorwaarden van de inboedelverzekering staat meestal dat ze verzekerd zijn tegen de
nieuwwaarde. Dat is het bedrag hoeveel het kost om de meubels nieuw verkopen.
Als je eigenaar bent van een huis sluit je een opstalverzekering af. Dat is een verzekering
tegen de schade aan het huis bv een brand of storm. Het bedrag waarvoor je woning is
verzekerd bij de opstalverzekering noem je de herbouwwaarde. Dat is het bedrag om
hetzelfde huis opnieuw te bouwen. Het is de anders dan de verkoopwaarde van het huis.
Bij ee inboedel en opstalverzekering loopt de scahde meestal al op in de duizende euros. Het
is daarom belangrijk om geod verzekerd te zijn. Als de waarde van je inboedel of huis lager is
dan de werkelijke waarde ervan ben je onderverzekerd. Oververzekeren heeft geen zin, je
betaalt dan alleen maar meer premie. De schade vergoeding bij onderverzkering berekenen.
Berekening: schadevergoeding bij de onderverzekering= verzekerde waarde: werkelijke waarde x
schadebedrag berekening: 40.000 : 45.000 x 9.000 = 8.000
4.1
Je sluit een verzekering af bij de verzekeringsmaatschappij dan ben je een verzekerde. Als je
dan schade hebt vergoed de verzekeraar dat voor je. Om verzekerd te zijn betaal je een
premie. In de polis (verzekeringsovereenkomst) staat wat de dekking is van de verzekering.
De dekking geeft aan waarvoor je verzekerd bent en tot welk bedrag. Bij de polis horen de
polisvoorwaarden. Hier staan de rechten en plichten van de verzekerde en de verzekeraar in.
Je krijgt schade alleen vergoed bij een onzeker voorval. Dat is een gebeurtenis waarvan je
niet weet wanner en of die plaats gaat vinden.
Bij veel verzekeringen heb je te maken met een eigen risico. Dat betekent dat je zelf een deel
van je schade moet betalen. Soms kan je ervoor kiezen of je die bij je verzekering wilt. Bij
sommige verzekeringen is het verplicht. Met een verzekering met eigen risico betaal je
minder premie dan een met eigen risico.
Als je perongelijk bij iemand schade maakt heb je daar een AVP
(aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren) voor, deze verzekering vergoed de schade
die je bij iemand hebt gemaakt.
Een verzekering kost meer dan alleen een premie. Bij het afsluiten van een verzekering
betaal je meestal eenmalige poliskosten. Dat zijn kosten voor het maken en opsturen van de
polis. Daarbovenop betaal je assurantiebelasting die is nu 21 %. De
verzekeringsmaatschappij moet dit weer afdragen aan de belastingdienst. Dit is altijd de
laatste stap in berekening van e verzekeringskosten.
Berekening: verzekeringskosten= (premie+ poliskosten) + assuratiebelasting
Voorbeeld: (65+5) = 70 assurantieblasting 21% van de 70= 14.70 70+ 14.70= 84.70
4.2
Of je een huurwoning of koopwoning woont sluit je toch bijna altijd een inboedelverzekering
af. Het dekt de schade dei je door bv inbraak of brand aan de spullen in je huis. In de
polisvoorwaarden van de inboedelverzekering staat meestal dat ze verzekerd zijn tegen de
nieuwwaarde. Dat is het bedrag hoeveel het kost om de meubels nieuw verkopen.
Als je eigenaar bent van een huis sluit je een opstalverzekering af. Dat is een verzekering
tegen de schade aan het huis bv een brand of storm. Het bedrag waarvoor je woning is
verzekerd bij de opstalverzekering noem je de herbouwwaarde. Dat is het bedrag om
hetzelfde huis opnieuw te bouwen. Het is de anders dan de verkoopwaarde van het huis.
Bij ee inboedel en opstalverzekering loopt de scahde meestal al op in de duizende euros. Het
is daarom belangrijk om geod verzekerd te zijn. Als de waarde van je inboedel of huis lager is
dan de werkelijke waarde ervan ben je onderverzekerd. Oververzekeren heeft geen zin, je
betaalt dan alleen maar meer premie. De schade vergoeding bij onderverzkering berekenen.
Berekening: schadevergoeding bij de onderverzekering= verzekerde waarde: werkelijke waarde x
schadebedrag berekening: 40.000 : 45.000 x 9.000 = 8.000