Samenvatting staats- en bestuursrecht reddende engel

Samenvatting staats-en
bestuursrecht
H1 de plaats van het bestuursrecht in het recht

Recht= geheel van alle overheidsregels die in de samenleving gelden

Staatsrecht = beschrijft de bevoegdheden van de verschillende overheidsorganen

Bestuursrecht= geeft regels voor deze bevoegdheden

Publiekrecht
Bestuurstaak van de overheid: het behartigen van het algemeen belang, het belang dat we als
samenleving gemeenschappelijk hebben.

Het publiekrecht geeft regels voor de juridische verhouding tussen personen (burgers en bedrijven of
instellingen) enerzijds en de overheid anderzijds.

Besturen is zorgen voor een goede gang van zaken

Besturen bestaat uit:
 Feitelijke handelingen
 Besluiten

Participatie samenleving: de overheid verwacht dat de burger zoveel mogelijk zelf doet voordat hij
een beroep doet op de overheid

Algemeen bestuursrecht
 Geldt voor alle verschillende bestuurstaken van de overheid
 Alle bestuurstaken
 Vb. Algemene wet bestuursrecht, WOB en Wet Bibob

Bijzonder bestuursrecht
 Richt zich op de inhoud van de verschillende bestuurstaken en vastgelegd in allerlei verschillende
specifieke wetten en regelingen
 Specifieke bestuurstaken
 Vb. WMO

Rechtsbronnen van het bestuursrecht
 Internationale verdragen en het Europees recht
 Grondwet
 Algemene wet bestuursrecht en bijzondere wetten
 Provinciale en gemeentelijke verordeningen
 Jurisprudentie
 Gewoonte

, H1 inleiding bestuursrecht + H2 kernbegrippen
bestuursrecht

Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat:
 Nederland heeft drie bestuurslagen (rijk, provincie en gemeente) ieder heeft zijn eigen taken en
bevoegdheden
 De taken en bevoegdheden zijn zodanig verdeeld dat het beleid van de lagere overheid(provincie
en gemeente) past binnen het gehele rijk.

Per bestuurslaag is er een gekozen volksvertegenwoordiging en er zijn bestuurders
De organisatie van de overheid is vastgesteld in de grondwet, de provinciewet en in de
gemeentewet.

Volksvertegenwoordiging en Dagelijks bestuur

Rijk- Tweede en Eerste kamer- Regering (Koning+ministers)

Provincie- Provinciale Staten- Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koning

Gemeente- Gemeenteraad- College van Burgemeesters en Wethouders en de burgemeester


Machtenscheiding in Nederland
Volgens de leer der machtenscheiding (van Montesquieu)
Zijn er drie overheidstaken: wetgeving, bestuur en rechtspraak.
Deze drie taken worden door drie van elkaar onafhankelijke overheidsorganen uitgevoerd.

Wetgevende en uitvoerende macht

Wetgevende macht: De regering gezamenlijk met de Tweede en Eerste kamer.
Provinciale Staten en de Gemeenteraad.

Uitvoerende macht: De regering gezamenlijk met de Gedeputeerde Staten en de
Commissaris van de Koning. En het College van Burgemeester
& Wethouders en de Burgemeester

Drie bestuurslagen
 Rijk
 Provincies (12)
 Gemeenten(355)

De drie bestuurslagen hebben op basis van autonomie en medebewind eigen bevoegdheden.

Autonomie (art. 124 lid 1 GW)
Bij autonomie beschikken provincies en gemeenten over taken en bevoegdheden om hun eigen
huishouding te regelen, onafhankelijk van de landelijke overheid.