Hoofdstuk 11.2, Bevruchting
Hoe ontstaat een zwangerschap?
Er komt sperma in de vagina, vlak bij de baarmoedermond. De
zaadcellen uit het sperma zwemmen via de baarmoeder de
eileiders binnen. Ze overleven daar enkele dagen.
Als er net een eisprong is geweest kan een zaadcel een rijpe eicel
tegenkomen. De kop dringt de eicel binnen en de twee kernen
versmelten tot één kern: bevruchting.
De bevruchte eicel deelt zich. Er ontstaat door al dat delen een
bolletje cellen. Dat gaat naar de baarmoeder. Daarna zet het zich
vast in het baarmoederslijmvlies: innesteling. Nu is het een
embryo. De vrouw is nu zwanger.
Hoe ontstaat een embryo precies?
In het bolletje cellen zit een holte, waarin een groepje cellen zit: de
kiemschijf. Hieruit ontstaat het embryo. Buitenste cellen vormen
vlokken en die groeien het baarmoederslijmvlies binnen. Ze
nemen voedingssto en en zuurstof op uit de bloedvaten en geven
afvalsto en terug. Later wordt dit de placenta (hierin zitten
bloedvaten na het kindje en de moeder en er worden sto en
uitgewisseld). Tussen de vlokken en kiemschijf ontstaat een steel,
wat de navelstreng wordt.
De vlokken maken HCG, wat ervoor zorgt dat er geen nieuwe eicel
gaat rijpen en het baarmoederslijmvlies niet wordt afgesloten.
Als je wilt weten of je zwanger bent, doe je een
zwangerschapstest.
Hoe voorkom je een zwangerschap?
Met een voorbehoedsmiddel kan je voorkomen dat je zwanger
wordt.
- Condooms voorkomen dat de zaadcellen bij de eicel kunnen
komen. Enige dat tegen soa’s beschermd.
- De pil bevat oestrogeen en progesteron, wat er voor zorgt dat er
geen eicellen rijpen en dat er geen eisprong plaatsvindt. Ook wordt
het slijm bij de baarmoedermond dikker.
- De anticonceptiepleister en het hormoonstaafje geven hormonen
die een eisprong voorkomen.
- Bij een spiraaltje zitten er ook hormonen in. Dit zorgt ervoor dat
zaadcellen minder vruchtbaar zijn en voorkomt het innestelen van
een embryo.
- Bij sterilisatie worden de eileiders/ zaadcellen doorgesneden.
Waardoor er bij de man geen zaadcellen meer in het sperma zitten
en bij de vrouw geen zaadcellen meer bij de eicellen kan komen.
ff ff ff
Hoe ontstaat een zwangerschap?
Er komt sperma in de vagina, vlak bij de baarmoedermond. De
zaadcellen uit het sperma zwemmen via de baarmoeder de
eileiders binnen. Ze overleven daar enkele dagen.
Als er net een eisprong is geweest kan een zaadcel een rijpe eicel
tegenkomen. De kop dringt de eicel binnen en de twee kernen
versmelten tot één kern: bevruchting.
De bevruchte eicel deelt zich. Er ontstaat door al dat delen een
bolletje cellen. Dat gaat naar de baarmoeder. Daarna zet het zich
vast in het baarmoederslijmvlies: innesteling. Nu is het een
embryo. De vrouw is nu zwanger.
Hoe ontstaat een embryo precies?
In het bolletje cellen zit een holte, waarin een groepje cellen zit: de
kiemschijf. Hieruit ontstaat het embryo. Buitenste cellen vormen
vlokken en die groeien het baarmoederslijmvlies binnen. Ze
nemen voedingssto en en zuurstof op uit de bloedvaten en geven
afvalsto en terug. Later wordt dit de placenta (hierin zitten
bloedvaten na het kindje en de moeder en er worden sto en
uitgewisseld). Tussen de vlokken en kiemschijf ontstaat een steel,
wat de navelstreng wordt.
De vlokken maken HCG, wat ervoor zorgt dat er geen nieuwe eicel
gaat rijpen en het baarmoederslijmvlies niet wordt afgesloten.
Als je wilt weten of je zwanger bent, doe je een
zwangerschapstest.
Hoe voorkom je een zwangerschap?
Met een voorbehoedsmiddel kan je voorkomen dat je zwanger
wordt.
- Condooms voorkomen dat de zaadcellen bij de eicel kunnen
komen. Enige dat tegen soa’s beschermd.
- De pil bevat oestrogeen en progesteron, wat er voor zorgt dat er
geen eicellen rijpen en dat er geen eisprong plaatsvindt. Ook wordt
het slijm bij de baarmoedermond dikker.
- De anticonceptiepleister en het hormoonstaafje geven hormonen
die een eisprong voorkomen.
- Bij een spiraaltje zitten er ook hormonen in. Dit zorgt ervoor dat
zaadcellen minder vruchtbaar zijn en voorkomt het innestelen van
een embryo.
- Bij sterilisatie worden de eileiders/ zaadcellen doorgesneden.
Waardoor er bij de man geen zaadcellen meer in het sperma zitten
en bij de vrouw geen zaadcellen meer bij de eicellen kan komen.
ff ff ff
