Stap 1: komen er beschermde soorten voor in de invloedssfeer van de activiteit?
Je wil bijvoorbeeld een boom kappen en er zit een vogel in die boom die daar zijn nest aan
het bouwen is. Dan moet je er eerst achter komen of die vogel beschermd is en op basis
waarvan die beschermd is. De Wet natuurbescherming heeft verschillende
beschermingsregimes:
1. Vogels. Dit beschermingsregime staat in paragraaf 3.1 van de Wet
natuurbescherming;
2. Soorten die onder de habitatrichtlijn vallen. Dit beschermingsregime staat in
paragraaf 3.2 van de Wet natuurbescherming;
3. Andere soorten Dit beschermingsregime staat in paragraaf 3.3 van de Wet
natuurbescherming.
Stap 2: wordt een verbodsbepaling overtreden door het uitvoeren van de activiteit?
Bijvoorbeeld: in artikel 3.1 lid 1 staat dat het verboden is om opzettelijk vogels te doden of te
vangen. Dit is een verbodsbepaling.
Of in lid 2 staat dat het verboden is om OPZETTELIJK nesten, rustplaatsen etc van vogels
weg te nemen.
Dus wordt door het kappen van die boom het nest of de rustplaats van de vogel
weggenomen?
stap 3: kan de activiteit ondanks het verbod toch doorgang vinden?
Als je weet dat er een beschermde diersoort aanwezig is en dat er een verbodsbepaling
wordt overtreden, dan is er mogelijkheid om een ontheffing of vrijstelling te krijgen. Als je
ontheffing of vrijstelling krijgt kan de activiteit toch doorgaan.
Ontheffing kan slechts verleend worden indien er is voldaan aan:
1. Er mag geen andere bevredigende oplossing zijn;
2. Geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding;
3. De overtreding moet nodig zijn met het oog op specifieke belangen.
LET OP: IN DESBETREFFENDE ONTHEFFINGSARTIKEL KIJKEN VOOR DE JUISTE
VOORWAARDEN!!