Latijn
, Vertaalopgave
1. Lees de inleiding. Onderstreep de kernwoorden.
2. Bepaal de structuur van de eerste zin. Gebruik daarvoor de inspringmethode. Zet
participiumwoordgroepen tussen haakjes.
3. Begin met de (eerste) hoofdzin. Bepaal daarvan de kern: S P DO (IO). Zie ook het voorbeeld in het
boekje, kleur de verschillende functies.
4. Isoleer participia. Bepaal ook daarvan de kern: S P DO (IO). Het makkelijkste is om deze tussen
haakjes te zetten.
5. Isoleer bepalingen; maak daarbij onderscheid tussen adjectieve en adverbiale bepalingen. Geef bij
adjectieve bepalingen aan waarbij ze horen.
6. Geef indien nodig in een opmerking extra informatie wat betreft grammatica.
6. Behandel zo de rest van de tekst.
Legenda:
Subject Groen
gemarkeerd
Werkwoord1 Rood gemarkeerd
Direct object Paars
gemarkeerd
Indirect object Geel gemarkeerd
Adverbiale bepaling Turquoise
gemarkeerd
Adjectieve bepaling2 Grijs gemarkeerd
Aanspreekvorm Donkerblauw
gemarkeerd
(Participium)3,4 Tussen haakjes
1
Over het werkwoord zal in de opmerkingen meer verteld worden, zoals tijd en modus
(determinatie).
2
De uitgang van de adjectieve bepaling zal gemarkeerd worden als de vorm waarmee het
congrueert.
3
De uitgang is met een kleur gemarkeerd om aan te geven waartoe de groep behoord.
4
Over het participium zal in de opmerkingen meer verteld worden, zoals naamval en geslacht