Samenvatting ADL persoonlijke verzorging

Thema 12 persoonlijke verzorging

De persoonlijke verzorging is het voorzien in de ADL. (Algemene Dagelijkse Levensbehoefte)

- Dit is belangrijk voor de persoonlijke presentatie. Immers wil iedereen goed voor de dag
komen, een goed gevoel over jezelf.
- Gezondheid; neem als voorbeeld het tandenpoetsen en het bezoeken van de tandarts.

Uit- en aankleden

- Vraag altijd wat de cliënt zelf kan en laat hem dit ook zelf doen.
- Werk altijd van boven naar beneden.
- Trek altijd zo snel mogelijk weer kleding aan.
- Wanneer er een arm of been beperkt is doe je die met uitkleden het laatst en met aankleden
het eerst.

Wassen, baden en douchen

- Laat de cliënt zo veel mogelijk zelf doen.
- Vertel de cliënt altijd duidelijk wat je gaat doen en vraag ook altijd of er nog speciale wensen
zijn.
- Houd rekening met de privacy van de cliënt. Sluit een gordijn deur enzovoorts.
- Kijk goed uit met afdrogen, bijvoorbeeld bij huidplooien of tussen de tenen.
- Zet eerst alle materialen klaar en check of je daadwerkelijk alles hebt;
 Handoeken, washandjes
 Schoon ondergoed, nachtgoed of bovenkleding
 Zeep of douchgel
 Eventueel deodorant
 Eventueel bodylotion
 Eventueel maandverband
 Eventueel incontinentiemateriaal

Op bed wassen; Hiervoor zijn extra hulpmiddelen nodig zoals bijvoorbeeld een waskom. Ook extra
handdoek om te voorkomen dat het bed nat wordt. Je kan er ook voor kiezen te wassen zonder
water en zeep met bijvoorbeeld wegwerpwashandjes.

Wassen bij de wastafel; Laat de cliënt indien gewenst op een krukje zitten. Alleen bij het wassen van
het onderlichaam moet de cliënt even staan.

In bad gaan; Laat het bad vollopen met water op een temperatuur die de cliënt prettig vind.
Mocht de cliënt moeite hebben met het in en uit bad gaan kan je een badlift gebruiken.

 De cliënt gaat op het stoeltje van de badlift zitten
 Je brengt het stoeltje omhoog
 Je draait het boven het bad
 Je laat het stoeltje langzaam in het water zakken
 Je wast de cliënt en als je daar mee klaar bent breng je het stoeltje weer omhoog
 Je brengt het naar het gewenste punt en laat het stoeltje voorzichtig zakken tot de
voeten van de cliënt de grond raken.

Douchen; Laat de cliënt zo veel mogelijk op een douchkrukje zitten. Alleen bij het wassen van het
onderlichaam moet de cliënt gaan staan. Zorg dat deze zich ergens aan vast kan houden.

,De babyverzorging

Een baby heeft een tere huid en dus speciale producten nodig voor de verzorging;

- Aankleedkussen
- Kleertjes in de juiste maat; rompertjes, sokjes, broekjes, jurkjes.
- Gezicht doekjes
- Watten
- Luierdoekjes
- Babyzeep, babyolie, zinkzalf en babyzalf
- Badje
- Zachte handdoeken en washandjes
- Luiers in de juiste maat
- Babybadje of Tummy Tub; Een speciale bad emmer met een brede rand, de hoeveelheid
water is gerelateerd aan het gewicht van de baby. Ook zit er aan de onderkant een rubberen
ring zodat het badje niet weg kan geleiden.

Toiletgang

- Wanneer iemand slecht of niet mobiel is help je ze naar het toilet.
- Indien nodig help je ze ook met het naar beneden halen van de broek en het ondergoed.
- Laat de cliënt zich altijd vasthouden aan eventuele beugels.

Zindelijkheid; Dit verschilt tussen jongens en meisjes en per kind. Het kind moet er aan toe zijn,
bijvoorbeeld het voelen van de aandrang en het controleren van de sluitspier.
Gemiddeld gezien is een kind overdag zindelijk wanneer hij tussen de twee en drie jaar is. Een jaar
later is hij ook ’s nachts zindelijk.
Er zijn verschillende hulpmiddelen als een potje of een toiletverkleiner. Indien het toilet wordt
gebruikt in combinatie met een toiletverkleiner is het van belang dat er een stevig toilettrapje wordt
gebruikt.

Menstruatie; Een maandelijks gebeurtenis waarbij vrouwen bloed verliezen. Dit duurt gemiddeld
tussen de drie en zes dagen en een vrouw verliest tussen de 50ml en 150ml bloed tijdens de
complete duur van de menstruatie.

Tampon; Deze wordt vaginaal ingebracht en mag nooit langer dan vier uur blijven zitten. Het wordt
ook wel inwendig verband genoemd.

Maandverband / inlegkruisjes; Uitwendig verband voor het opvangen van bloedverlies.

Incontinentiemateriaal

Incontinentie; Mensen die incontinent zijn kunnen hun urine en/of ontlasting niet goed ophouden.
Dubbele incontinentie is dat mensen geen controle hebben over zowel hun urine als hun ontlasting.

Incontinentiemateriaal; Een soort verband die de urine en uitwerpselen opvangt.

Babyluiers en babybroekjes

 Katoenen luiers (al dan niet voorgevormd) en broekjes die je zelf moet wassen in maat
één - vier
 Wegwerpluiers en – broekjes in de maten;

, - Maat 1: 0 tot 4 weken en 0 - 5kg
- Maat 2: 4 tot 8 weken en 3 - 6kg
- Maat 3: 2 tot 6 maanden en 4 - 9kg
- Maat 4: 6 tot 12 maanden en 7 – 18kg
- Maat 5: Ouder dan 12 maanden en 11 – 25kg
 Zwemluierbroekjes; Speciale zwembroekjes die vocht en ontlasting vasthouden.

Urineverlies

- Licht; Een paar druppels
- Matig; Een klein deel van de plas
- Zwaar; Een groot deel van de plas
- Zeer zwaar; De gehele plas

Incontinentiemateriaal;

- Inleggers; Een soort luiers die je los in goed sluitend ondergoed legt. Geschikt voor zwaar
urine verlies
- Fixatiebroekje; Een zeer elastisch broekje van netmateriaal waarmee de inlegger goed op
zijn plaats blijft
- Pants; Een soort incontinentie broekje.
- Slips; Lijken op babyluiers, je zet ze vast met een plakstrip op de heup.
- Flex; Lijkt op een slip maar is makkelijker aan en uit te trekken bij cliënten die verpleegd
moeten worden.

Bedonderleggers; Matjes met een vocht opnemende bovenlaag en een plastic onderlaag.
Steeklakens; Korte lakens van dikker katoen wat over het matras heen licht met eventueel een
rubber zeiltje er onder.
Matrasbeschermers; Een plastic hoes over het matras heen.

Urinelijst; Een lijst waarop staat hoeveel en hoe vaak iemand plast met de tijden waarop dit is
gemeten.
De redenen voor een urinelijst;

- Steeds weer blaasontsteking
- Erg vaak moeten plassen
- ’s nachts vaak moeten plassen
- Problemen met het plassen
- Ongewild urine verlies
- Nierstenen

Defecatielijst; Een lijst om bij te houden hoe vaak iemand gepoept heeft. Daarnaast noteer je ook
eventuele bijzonderheden. De lijst wordt vaak gebruikt bij problemen met de darm als bijvoorbeeld
diarree en obstipatie.

Thema 13 Uiterlijke verzorging

Tanden krijgen

- Na zes maanden krijgen baby’s hun eerste tandje en elke paar maanden komt er een tandje
bij. Dit kan pijn doen en het kan prettig zijn ergens op te bijten. Bijvoorbeeld een bijtring.
- Rond hun derde jaar is het melkgebit voltooid, dit bevat twintig tanden.