College 1:
11 februari 2021
Meerkeuze tentamen
Begrippenlijst aan het einde van de les invullen.
Thermisch binnenklimaat
Thermisch binnenklimaat: Benoemt de factoren op basis waarvan de thermische
behaaglijkheid in een kantooromgeving wordt beïnvloed.
Thermofysiologische factoren (algemeen):
- Temperatuur
- Relatieve vochtigheid
- Luchtsnelheid
- Straling
Thermofysiologische factoren (persoonlijk):
- Wat ben je aan het doen (activiteiten)
- Kleding
Thermisch behaaglijkheid
- Thermische behaaglijkheid = aangenaam of comfortabel
- Als mensen geen behoefte aan een hogere of lagere temperatuur hebben
- Wordt ook wel fysieke behaaglijkheid genoemd.
- Onderscheid tussen algemene thermische behaaglijkheid en lokale thermische
behaaglijkheid.
Algemene thermische behaaglijkheid: in welke mate men het koud of warm heeft
(gevoelstemperatuur speelt hierbij ook een rol)
Lokale thermische (on)behaaglijkheid: de temperatuur is goed, maar er zijn andere
oorzaken die de behaaglijkheid negatief kunnen beïnvloeden waardoor een deel van het
lichaam te sterk afkoelt of opwarmt (thermische discomfort).
Warmteoverdracht:
- Altijd van hoger naar lager temperatuurniveau (= warmtestroom, dus nooit:
koudestroom) door middel van:
- Convectie / stroming; koud water zakt, warm water stijgt hierdoor krijg je
cirkels, de verwarming
- Radiatie / straling; de zon
- Conductie / geleiding
Tentamenvraag over de termen!
,Warmte-uitwisseling van de mens met de omgeving gaat:
- Via convectie (stroming)
- Via warmtegeleiding (conductie)
- Via radiatie (warmtestraling)
- Via verdamping
Thermofysiologische factoren (die maken of een binnenklimaat behaaglijk is of niet):
- Activiteitenniveau van de gebruiker (metabolisme, met-waarde)
- Warmteweerstand van de kleding (clo-waarde)
- Luchttemperatuur
- Stralingstemperatuur
- Relatieve luchtvochtigheid
- Luchtsnelheid
Behaaglijksheidstheorie Fanger (1970)
Onderzoeker Fanger heeft onderzoek gedaan naar het binnenklimaat.
De theorie van Fanger wordt vaak toegepast bij het bepalen van het comfort van het
binnenklimaat en het zoeken naar verklaringen van klachten.
- Predicted Mean Vote (PMV):
Voorspelt, voor een groep mensen, een gemiddelde waardering van de thermische kwaliteit
van het binnenklimaat.
= de warmtebalans van het menselijk lichaam (op basis van de thermofysiologische
factoren).
De schaal waarin PMV wordt uitgedrukt:
+0,5 tot +3: enigszins te warm tot heet
-0,5 tot -3 enigszins te koud tot koud
Goed is van +0,5 tot -0,5
En dan is toch nog 10% ontevreden.
Bij 0 (neutraal) is er toch altijd nog een percentage van 5% ontevredenen.
Waarom hij deze getallen heeft gekozen hoef je niet te weten voor het tentamen.
- Predicted Percentage of Dissatisfied (PPD)
Voorspelt welk percentage van de groep gebruikers van een ruimte ontevreden zal zijn.
Voorbeeld: Bij een PMV van +1,8 (vrij warm) mag je verwachten dat ± 68% van de
gebruikers ontevreden is.
Tentamenvraag over de afbeelding!
,De relatie tussen thermisch comfort en prestatie
Thermisch binnenklimaat begrippen:
Lokale thermische behaaglijkheid
Een rol spelen:
1. Tocht
2. Stralingsasymmetrie
3. Verticale temperatuurgradiënt (verticaal temperatuurverschil)
4. Vloertemperatuur
Tocht
Tocht is het ongewenst afkoelen van een deel van het lichaam door een luchtstroom (dat
hoeft dus niet alleen te gaan om lucht van buiten!).
Omgevingsfactoren die een rol spelen:
- Luchttemperatuur
- Gemiddelde luchtsnelheid
- Turbulentie intensiteit
- Richting van de luchtstroom ten opzichte van een persoon
Relatie tussen luchtsnelheid, luchttemperatuur en behaaglijkheid (ook binnenshuis)
Tentamenvraag over de afbeelding!
Koudeval
Lucht koelt sterk af bij een koud vlak (bijv. enkel glas). Koude lucht is zwaarder dan warme
lucht en gaat daardoor ‘vallen’.
, Stralingstemperatuur asymmetrie
Treedt op als het menselijk lichaam aan de ene kant sterker afkoelt dan aan de andere kant.
Bijvoorbeeld bij een kampvuur.
Verticale temperatuurgradiënt
Grote temperatuurverschillen tussen hoofd en voeten worden met name veroorzaakt door:
- Onvoldoende thermische isolatie
- Type verwarming
Verticale temperatuurgradiënt is onder andere afhankelijk van type verwarming.
Bij radiatoren zit de warmte bovenin de ruimte en bij een vloerverwarming zit de warmte
onderaan de ruimte.
Vloertemperatuur
In een kantoor is de vloerisolatie van belang. Want het heeft invloed op de
temperatuurbeleving.
Oppervlaktetemperatuur in het stookseizoen liefst tussen 19 en 26℃.
Te bereiken met:
- Goede isolatie of vloerverwarming.
- Materiaalkeuze (i.v.m. geleiding)
Voorkom koude trek langs vloer
College 2:
11 februari 2021
Meerkeuze tentamen
Begrippenlijst aan het einde van de les invullen.
Thermisch binnenklimaat
Thermisch binnenklimaat: Benoemt de factoren op basis waarvan de thermische
behaaglijkheid in een kantooromgeving wordt beïnvloed.
Thermofysiologische factoren (algemeen):
- Temperatuur
- Relatieve vochtigheid
- Luchtsnelheid
- Straling
Thermofysiologische factoren (persoonlijk):
- Wat ben je aan het doen (activiteiten)
- Kleding
Thermisch behaaglijkheid
- Thermische behaaglijkheid = aangenaam of comfortabel
- Als mensen geen behoefte aan een hogere of lagere temperatuur hebben
- Wordt ook wel fysieke behaaglijkheid genoemd.
- Onderscheid tussen algemene thermische behaaglijkheid en lokale thermische
behaaglijkheid.
Algemene thermische behaaglijkheid: in welke mate men het koud of warm heeft
(gevoelstemperatuur speelt hierbij ook een rol)
Lokale thermische (on)behaaglijkheid: de temperatuur is goed, maar er zijn andere
oorzaken die de behaaglijkheid negatief kunnen beïnvloeden waardoor een deel van het
lichaam te sterk afkoelt of opwarmt (thermische discomfort).
Warmteoverdracht:
- Altijd van hoger naar lager temperatuurniveau (= warmtestroom, dus nooit:
koudestroom) door middel van:
- Convectie / stroming; koud water zakt, warm water stijgt hierdoor krijg je
cirkels, de verwarming
- Radiatie / straling; de zon
- Conductie / geleiding
Tentamenvraag over de termen!
,Warmte-uitwisseling van de mens met de omgeving gaat:
- Via convectie (stroming)
- Via warmtegeleiding (conductie)
- Via radiatie (warmtestraling)
- Via verdamping
Thermofysiologische factoren (die maken of een binnenklimaat behaaglijk is of niet):
- Activiteitenniveau van de gebruiker (metabolisme, met-waarde)
- Warmteweerstand van de kleding (clo-waarde)
- Luchttemperatuur
- Stralingstemperatuur
- Relatieve luchtvochtigheid
- Luchtsnelheid
Behaaglijksheidstheorie Fanger (1970)
Onderzoeker Fanger heeft onderzoek gedaan naar het binnenklimaat.
De theorie van Fanger wordt vaak toegepast bij het bepalen van het comfort van het
binnenklimaat en het zoeken naar verklaringen van klachten.
- Predicted Mean Vote (PMV):
Voorspelt, voor een groep mensen, een gemiddelde waardering van de thermische kwaliteit
van het binnenklimaat.
= de warmtebalans van het menselijk lichaam (op basis van de thermofysiologische
factoren).
De schaal waarin PMV wordt uitgedrukt:
+0,5 tot +3: enigszins te warm tot heet
-0,5 tot -3 enigszins te koud tot koud
Goed is van +0,5 tot -0,5
En dan is toch nog 10% ontevreden.
Bij 0 (neutraal) is er toch altijd nog een percentage van 5% ontevredenen.
Waarom hij deze getallen heeft gekozen hoef je niet te weten voor het tentamen.
- Predicted Percentage of Dissatisfied (PPD)
Voorspelt welk percentage van de groep gebruikers van een ruimte ontevreden zal zijn.
Voorbeeld: Bij een PMV van +1,8 (vrij warm) mag je verwachten dat ± 68% van de
gebruikers ontevreden is.
Tentamenvraag over de afbeelding!
,De relatie tussen thermisch comfort en prestatie
Thermisch binnenklimaat begrippen:
Lokale thermische behaaglijkheid
Een rol spelen:
1. Tocht
2. Stralingsasymmetrie
3. Verticale temperatuurgradiënt (verticaal temperatuurverschil)
4. Vloertemperatuur
Tocht
Tocht is het ongewenst afkoelen van een deel van het lichaam door een luchtstroom (dat
hoeft dus niet alleen te gaan om lucht van buiten!).
Omgevingsfactoren die een rol spelen:
- Luchttemperatuur
- Gemiddelde luchtsnelheid
- Turbulentie intensiteit
- Richting van de luchtstroom ten opzichte van een persoon
Relatie tussen luchtsnelheid, luchttemperatuur en behaaglijkheid (ook binnenshuis)
Tentamenvraag over de afbeelding!
Koudeval
Lucht koelt sterk af bij een koud vlak (bijv. enkel glas). Koude lucht is zwaarder dan warme
lucht en gaat daardoor ‘vallen’.
, Stralingstemperatuur asymmetrie
Treedt op als het menselijk lichaam aan de ene kant sterker afkoelt dan aan de andere kant.
Bijvoorbeeld bij een kampvuur.
Verticale temperatuurgradiënt
Grote temperatuurverschillen tussen hoofd en voeten worden met name veroorzaakt door:
- Onvoldoende thermische isolatie
- Type verwarming
Verticale temperatuurgradiënt is onder andere afhankelijk van type verwarming.
Bij radiatoren zit de warmte bovenin de ruimte en bij een vloerverwarming zit de warmte
onderaan de ruimte.
Vloertemperatuur
In een kantoor is de vloerisolatie van belang. Want het heeft invloed op de
temperatuurbeleving.
Oppervlaktetemperatuur in het stookseizoen liefst tussen 19 en 26℃.
Te bereiken met:
- Goede isolatie of vloerverwarming.
- Materiaalkeuze (i.v.m. geleiding)
Voorkom koude trek langs vloer
College 2:
