Management accounting 2 samenvatting
Kennisclip 1 absorption costing methode.
Vaste en variabele kosten in resultatenrekening verwerken.
Kostprijs verkpoen is gebaseerd op integrale commerciële kostprijs.
Vaste en variabele kosten geabsorbeerd in kostprijs.
Let op:
1. Totale kosten zijn integrale commerciële kostprijs en niet integrale fabricage
kostprijs.
2. Producten zijn geproduceerd en verkocht.
3. Productie groter dan afzet -> fabricage kosten van producten op voorraad op
balans.
4. Bezettingsresultaat corrigeert voor het verschil tussen werkelijke – en normale
productie. Integrale kostprijs is gebaseerd op de normale productie en afzet.
Alleen voor constante kosten.
Vaste productie kosten = bezettingsresultaat.
Vaste verkoopkosten = bezettingsresultaat.
Dus 2 bezettingsresultaten dan.
Werkelijke productie is groter dan normale -> bezettingswinst.
Uitkomst kleiner dan 0 -> bezettingsverlies.
Korte termijn winst bepaald door afzet -> vaste kosten zijn ook toegerekend aan
producten.
Elk verkochte product -> kosten verkopen incl vaste kosten in resultaten rekening.
Verkoopresulaat is hier wel van toepassing.
Resultatenrekening:
Opbrengst verkopen (afzet x verkoopprijs) = €….
Totale kosten verkopen (afzet x commerciële kostprijs) = -/- €….
Verkoopresultaat = €…..
Bezettingsresultaat = -/- €….
Winst = €…..
Voorbeeld.
Winst = omzet – (integrale kostprijs x productie) + bezettingsresultaat.
Integrale commerciele kostprijs x afzet = integrale fabricage kostprijs + (C/N + V/W).
Integrale fabricage kostprijs = (vaste kosten/normale productie + variabele kosten per
product)
Totale kosten afzet = integrale commerciele kostprijs x productie.
Bezettingsresultaat = (W-N) x C/N
Kennisclip 2 Direct Costing.
Variabele kosten toerekenen aan kostprijs van producten.
Variabele kosten ook wel productiekosten.
Vaste kosten zijn periodieke kosten -> over periode van resultatenrekening.
Vaste kosten direct naar resultatenrekening.
Variabele kosten obv afzet toerekenen naar dekkingsbijdrage.
Kennisclip 1 absorption costing methode.
Vaste en variabele kosten in resultatenrekening verwerken.
Kostprijs verkpoen is gebaseerd op integrale commerciële kostprijs.
Vaste en variabele kosten geabsorbeerd in kostprijs.
Let op:
1. Totale kosten zijn integrale commerciële kostprijs en niet integrale fabricage
kostprijs.
2. Producten zijn geproduceerd en verkocht.
3. Productie groter dan afzet -> fabricage kosten van producten op voorraad op
balans.
4. Bezettingsresultaat corrigeert voor het verschil tussen werkelijke – en normale
productie. Integrale kostprijs is gebaseerd op de normale productie en afzet.
Alleen voor constante kosten.
Vaste productie kosten = bezettingsresultaat.
Vaste verkoopkosten = bezettingsresultaat.
Dus 2 bezettingsresultaten dan.
Werkelijke productie is groter dan normale -> bezettingswinst.
Uitkomst kleiner dan 0 -> bezettingsverlies.
Korte termijn winst bepaald door afzet -> vaste kosten zijn ook toegerekend aan
producten.
Elk verkochte product -> kosten verkopen incl vaste kosten in resultaten rekening.
Verkoopresulaat is hier wel van toepassing.
Resultatenrekening:
Opbrengst verkopen (afzet x verkoopprijs) = €….
Totale kosten verkopen (afzet x commerciële kostprijs) = -/- €….
Verkoopresultaat = €…..
Bezettingsresultaat = -/- €….
Winst = €…..
Voorbeeld.
Winst = omzet – (integrale kostprijs x productie) + bezettingsresultaat.
Integrale commerciele kostprijs x afzet = integrale fabricage kostprijs + (C/N + V/W).
Integrale fabricage kostprijs = (vaste kosten/normale productie + variabele kosten per
product)
Totale kosten afzet = integrale commerciele kostprijs x productie.
Bezettingsresultaat = (W-N) x C/N
Kennisclip 2 Direct Costing.
Variabele kosten toerekenen aan kostprijs van producten.
Variabele kosten ook wel productiekosten.
Vaste kosten zijn periodieke kosten -> over periode van resultatenrekening.
Vaste kosten direct naar resultatenrekening.
Variabele kosten obv afzet toerekenen naar dekkingsbijdrage.
