Aantekeningen vak leefstijl van jongeren 1

Leefstijl van jongeren 1
Aantekeningen, Semester 2
Blok 3


Les 1, 2 februari 2021
- https://www.trimbos.nl/kennis/cijfers/alcohol-drugs-roken-scholieren
- https://www.trimbos.nl/docs/67b1113a-7574-4926-96e6-4b91a5ec6500.pdf

Cannabis, lachgas, XTC en speed wordt het meeste
gebruikt. Drugsgebruik wordt normaler, en neemt ook
toe in het verkeer. Maximaal 10% van de drugshandel
verloopt tegenwoordig via het internet.

- 85% van de studenten (16 t/m 18 jaar op het MBO
en HBO) heeft ooit alcohol gedronken en bijna drie
kwart heeft dit in de afgelopen maand nog gedaan.

- Tussen 2017 en 2019 is het aantal scholieren van 12
t/m 16 jaar dat ooit alcohol heeft gedronken niet
veranderd (47 procent).

- Drie op de tien (29%) studenten heeft ooit lachgas
gebruikt en zes procent heeft de afgelopen maand
nog lachgas gebruikt.

- Een derde van de studenten (34%) heeft ooit cannabis gebruikten 15% deed dit nog
in de afgelopen maand. Onder jongens neemt met
het stijgen van de leeftijd het percentage
cannabisgebruikers in de afgelopen maand sterk toe.

- Tussen 2017 en 2019 is het aantal scholieren van 12
t/m 16 jaar dat ooit cannabis heeft gebruikt
onveranderd gebleven (9 a 10 procent).

- Tussen 2017 en 2019 is het aantal scholieren van 12
t/m 16 jaar dat ooit gerookt heeft stabiel gebleven
rond de 17 procent.




Benadering van de docent
- Persoonlijk: als je iemand hoort praten erover, einde van de les ff apart spreken
- Waarschuwend: met de vinger wijzen: ‘denk erom, dat is fout!’.
- Informatief: net als wiskunde, info geven over de voordelen en nadelen ect.

,  Toets vraag: wat zou je bij deze casus doen.
 Als je een aantal leerlingen hoort praten, hoe maak je dit bespreekbaar? Hou
rekening met de leerling. Spreek de leerling persoonlijk. Als het matcht met het
onderwerp in de les kun je hier les over geven. De leerling moet zich veilig blijven
voelen.
 Signaleer.

9 februari 2021
Definitie drugs
Drugs zijn stoffen die het functioneren van het centraal zenuwstelsel veranderen en die
gebruikt worden met het doelbewust zijn te veranderen zonder daarvoor een medische
indicatie is.

Wat zijn drugs
- Welke verdeling werd er in je boek gemaakt?
 Verdovende middelen, stimulerende middelen en tripmiddel


Type gebruiker
- Welke type gebruikers kennen we?
 Experimenteel gebruiker
 Recreatieve gebruiker
 Gewoonte gebruiker
 Excessieve gebruiker
 Verslaafde gebruiker
o Toets vraag: verhaaltje, wat is deze persoon? Let op de kenmerken.
- Koppel de verschillende soorten aan de volgende casussen:
 Opdracht uitdelen–Welke vormen missen
 Wat moet er met Younes gebeuren voordat hij onder het ‘verslaafde’ type valt?
 Schrijf samen met je buurvrouw een nieuwe casus voor Younes, bedenk ook een

Opname van drugs in het lichaam
- Grote bloedsomloop,
 Naar het hele lichaam.
 Zuurstofrijk bloed gaat het lichaam in, zuurstofarm
bloed gaat naar de longen toe
- Kleine bloedsomloop,
 Zuurstof van de longen naar het hart (zuurstofrijk) en
terug (zuurstofarm)
- Bloed-hersenbarrière.
 Drugs gaat in het bloed, door het lichaam.
 De bloed-hersenbarrière voorkomt bacteriën ect. Die kunnen
er niet doorheen.
 Drugs kan makkelijk door de barrière heen, waardoor ze wél
effect hebben op de hersens. Ze gaan door de kleine gaatjes.




Opname drugs in het lichaam
- Hoe krijg je drugs in het lichaam?
- 5 manieren:
1. Eten, drinken of slikken. De drugs komen via mond, maag en darmen in het bloed
terecht. Na de darmen passeert het bloed de lever. Daar wordt een deel van de
drug afgebroken (first pass effect). Na de lever gaat het bloed naar het hart. Het