College 1+2
Definitie MO
Met de microscoop waarneembare organismen
Indeling MO (pro/eukaryoten, tree of life
Bacterien prokaryoten
Gisten en schimmels eukaryoten
Algen eukaryoten
Protisten eencellige eukaryoten; protozoa
(Virussen)
MO als modelsysteem (2 redenen)
Dezelfde basale principes als humane cellen
Makkelijk te kweken
Belang van MO (voorbeelden)
50% O2; hulp bij verteren voedsel; productie enzymen; oplossing milieuproblemen; etc.
Belangrijke Microbiologen en hun ontdekkingen
Hooke & van Leeuwenhoek: microscopen
Pasteur: vaccins; verworp spontane generatie; rol gis; streptococcen
Koch: Reincultuur
Beijerinck Principe verrijkingscultuur
Ophopingsproeven en reinstrijken
Ophoping: Bepaald MO kweken onder optimale omstandigheden (isoleren type bacterie)
Reinstrijken: zuivere stam isoleren (doorstrijken, verdunnen)
Bacteriële vormen (niet alle kolonie vormen)
Spherical; Cylindrical; Spiral
->chains; random; packets of 8 (or tetrads 4)
5 manieren van steriliseren en op welke materialen pas je welke techniek toe
● Vochtige warmte vloeistoffen
● Droge hitte gepropt glaswerk, pipetten
● Stralig Plastic petrischalen, voedsel
● Filtratie Hitte gevoelige oplossingen
● Afvlammen Entnaald, hals van fles
Wat zijn endosporen?
Gedifferentieerde cel binnen een cel, aangemaakt bij weinig voedsel. Kan redelijk extreme
omstandigheden overleven. Gevormd door gram+ bacterien (dikke peptidoglycaanlaag)
Waar bestaat een groeimedium uit
Koolstofbron, zouten, N, fosfaat, sulfaat, vitamines, sporenelementen
Groeicurve, exponentiële groei,
Exponentieel, stopt door limiterende factor
, Naamgeving extremofiele bacteriën en belang voor biotechnologie
Hoge Temp Hyperthermofiel (°C )
Lage Temp Psychrofiel (°C )
Hoge pH Alkalifiel (pH)
Lage pH Acidofiel (pH)
Hoge druk Barofiel (atm)
Hoog zout Halofiel ([c])
Te gebruiken voor industriële processen
Begrippen anaeroob/aeroob, fototroof/chemotroof en autotroof/heterotroof
Aeroob: Wel zuurstof nodig
Anaeroob: Geen zuurstof nodig
Fototroof: Energie uit zonlicht
Chemotroof: Energie uit chemische verbindingen
Heterotroof: Heeft organische stoffen nodig
Autotroof: Kan zelf organische stoffen maken
5 manieren om microbiële groei te meten en wanneer gebruik je welke techniek
● Telkamer Snelle bepaling cellen in suspensie (veel cellen nodig)
● Flow cytometer Snelle bepaling cellen in suspensie (dood+levend)
● Telplaat Levende cellen (geschikt medium, uitslag na 1 dag)
● Membraanfiltratie Lage concentratie (geschikt medium, uitslag na 1 dag)
● Drooggewicht Meercellige Mo (niet online, vereist veel cellen)
College 3+4
Noem vier belangrijke functies van celmembranen
Osmotische bescherming; barrière voor schadelijke stoffen; aanhechting oppervlakte; lading;
hydrofobiciteit; etc.
Wat is het verschil tussen een vet en een fosfolipide
Fosfolipiden bestaan uit vet maar bevatten ook fosfaat aan 1 van de 3 groepen.
Wat is het gevolg van een hoog gehalte aan onverzadigde vetzuren in een membraan
zorgt voor meer vloeibaarheid en doorlaatbaarheid
Wat is de functie van cholesterol/ergosterol en hopanoids in membranen
Verlagen beweegijkheid, verstevigen en zorgen dat membraan niet bevriest
Leg uit dat fosfolipiden in verschillen in lengte met stapjes van 2 (C14, C16, C18, etc)
terwijl dat voor archae bacteriën stappen van 5 zijn (C15, C20 etc)
Eukaryoten: In vetzuur biosynthese gaat het in stapjes van 2 Cs
Archaebacteriën: Zijketen bestaat uit isoprene C5 keten, wordt er in een keer aangebouwd
Wat zijn intrinsieke en extrinsieke membraan eiwitten
Intrinsic: Membrane anchored proteins & transmembrane proteins
Extrinsic: geheel buiten membrane, gebonden door zwakke moleculaire attractions
Hoe wordt O2 over de membraan getransporteerd ? en H+ ionen
Diffusie door membraan, protonenpomp
Noem twee manieren waardoor eiwitten zonder hydrofobe aminozuur domeinen toch
in de membraan verankerd kunnen worden
GPI anker, hydrofoob gedeelte wordt tijdens secretie aan het c-teminale uiteinde geplaatst
Benoem functies van celmembraan en celwand
Doorlaatbaarheidsbarrière; eiwitten verankeren; H+ gradient & ATP aanmaak;
compartimentalisatie; fixatiepunten in de cel
Definitie MO
Met de microscoop waarneembare organismen
Indeling MO (pro/eukaryoten, tree of life
Bacterien prokaryoten
Gisten en schimmels eukaryoten
Algen eukaryoten
Protisten eencellige eukaryoten; protozoa
(Virussen)
MO als modelsysteem (2 redenen)
Dezelfde basale principes als humane cellen
Makkelijk te kweken
Belang van MO (voorbeelden)
50% O2; hulp bij verteren voedsel; productie enzymen; oplossing milieuproblemen; etc.
Belangrijke Microbiologen en hun ontdekkingen
Hooke & van Leeuwenhoek: microscopen
Pasteur: vaccins; verworp spontane generatie; rol gis; streptococcen
Koch: Reincultuur
Beijerinck Principe verrijkingscultuur
Ophopingsproeven en reinstrijken
Ophoping: Bepaald MO kweken onder optimale omstandigheden (isoleren type bacterie)
Reinstrijken: zuivere stam isoleren (doorstrijken, verdunnen)
Bacteriële vormen (niet alle kolonie vormen)
Spherical; Cylindrical; Spiral
->chains; random; packets of 8 (or tetrads 4)
5 manieren van steriliseren en op welke materialen pas je welke techniek toe
● Vochtige warmte vloeistoffen
● Droge hitte gepropt glaswerk, pipetten
● Stralig Plastic petrischalen, voedsel
● Filtratie Hitte gevoelige oplossingen
● Afvlammen Entnaald, hals van fles
Wat zijn endosporen?
Gedifferentieerde cel binnen een cel, aangemaakt bij weinig voedsel. Kan redelijk extreme
omstandigheden overleven. Gevormd door gram+ bacterien (dikke peptidoglycaanlaag)
Waar bestaat een groeimedium uit
Koolstofbron, zouten, N, fosfaat, sulfaat, vitamines, sporenelementen
Groeicurve, exponentiële groei,
Exponentieel, stopt door limiterende factor
, Naamgeving extremofiele bacteriën en belang voor biotechnologie
Hoge Temp Hyperthermofiel (°C )
Lage Temp Psychrofiel (°C )
Hoge pH Alkalifiel (pH)
Lage pH Acidofiel (pH)
Hoge druk Barofiel (atm)
Hoog zout Halofiel ([c])
Te gebruiken voor industriële processen
Begrippen anaeroob/aeroob, fototroof/chemotroof en autotroof/heterotroof
Aeroob: Wel zuurstof nodig
Anaeroob: Geen zuurstof nodig
Fototroof: Energie uit zonlicht
Chemotroof: Energie uit chemische verbindingen
Heterotroof: Heeft organische stoffen nodig
Autotroof: Kan zelf organische stoffen maken
5 manieren om microbiële groei te meten en wanneer gebruik je welke techniek
● Telkamer Snelle bepaling cellen in suspensie (veel cellen nodig)
● Flow cytometer Snelle bepaling cellen in suspensie (dood+levend)
● Telplaat Levende cellen (geschikt medium, uitslag na 1 dag)
● Membraanfiltratie Lage concentratie (geschikt medium, uitslag na 1 dag)
● Drooggewicht Meercellige Mo (niet online, vereist veel cellen)
College 3+4
Noem vier belangrijke functies van celmembranen
Osmotische bescherming; barrière voor schadelijke stoffen; aanhechting oppervlakte; lading;
hydrofobiciteit; etc.
Wat is het verschil tussen een vet en een fosfolipide
Fosfolipiden bestaan uit vet maar bevatten ook fosfaat aan 1 van de 3 groepen.
Wat is het gevolg van een hoog gehalte aan onverzadigde vetzuren in een membraan
zorgt voor meer vloeibaarheid en doorlaatbaarheid
Wat is de functie van cholesterol/ergosterol en hopanoids in membranen
Verlagen beweegijkheid, verstevigen en zorgen dat membraan niet bevriest
Leg uit dat fosfolipiden in verschillen in lengte met stapjes van 2 (C14, C16, C18, etc)
terwijl dat voor archae bacteriën stappen van 5 zijn (C15, C20 etc)
Eukaryoten: In vetzuur biosynthese gaat het in stapjes van 2 Cs
Archaebacteriën: Zijketen bestaat uit isoprene C5 keten, wordt er in een keer aangebouwd
Wat zijn intrinsieke en extrinsieke membraan eiwitten
Intrinsic: Membrane anchored proteins & transmembrane proteins
Extrinsic: geheel buiten membrane, gebonden door zwakke moleculaire attractions
Hoe wordt O2 over de membraan getransporteerd ? en H+ ionen
Diffusie door membraan, protonenpomp
Noem twee manieren waardoor eiwitten zonder hydrofobe aminozuur domeinen toch
in de membraan verankerd kunnen worden
GPI anker, hydrofoob gedeelte wordt tijdens secretie aan het c-teminale uiteinde geplaatst
Benoem functies van celmembraan en celwand
Doorlaatbaarheidsbarrière; eiwitten verankeren; H+ gradient & ATP aanmaak;
compartimentalisatie; fixatiepunten in de cel