Samenvatting Boek AVW
Inhoud
Samenvatting Boek AVW........................................................................................................................1
Hoofdstuk 1 inleiding..........................................................................................................................1
Hoofdstuk 2 Begripsbepalingen..........................................................................................................2
Hoofdstuk 3 totstandkoming en uitleg...............................................................................................4
Hoofdstuk 4 onredelijk bezwarende bedingen...................................................................................6
Hoofdstuk 5 informatieplicht..............................................................................................................9
Hoofdstuk 6 inroeping vernietigbaarheid.........................................................................................12
Hoofdstuk 1 inleiding
1 algemene inleiding –
2 oud recht: controle via algemene leerstukken -
3 afdeling 6.5.3 en haar doelstellingen
Afdeling 6.5.3 AVW. Hierin is niet alleen de toetsingsmaatstaf neergelegd (art. 6:233 sub a BW) maar is ook
een aantal lijsten opgenomen waarin onereuze en verdachte bedingen worden opgesomd (art. 6:236- 238 BW).
Tegelijk worden gebruikers van AVW genoopt de wederpartij een redelijke mogelijkheid te beiden om van de
bedingen kennis te nemen (art. 6:233 sub b en 6:234 BW). Geeft ook regels ter zake van een collectieve actie
(art. 6:240- 243 BW)
Afdeling heeft 3 oogmerken:
1. Rechterlijke controle op het gebruik van algemene voorwaarden, ter bescherming van degenen jegens
wie die voorwaarden worden gebruikt
2. Zoveel mogelijk rechtszekerheid bieden, zowel ten aanzien van de toepasselijkheid van AVW al de (on)
geoorloofdheid van hun inhoud.
3. Overleg tussen (organisaties van) belanghebbenden stimuleren.
4 toepassingscriteria
Afdeling 6.5.3 is in beginsel toepasselijk op alle obligatoire overeenkomsten (art. 6:213 lid 1 BW), met inbegrip
van obligatoire overeenkomsten tussen meer dan twee partijen (art. 6:213 lid 2 BW)
De uitschakelbepaling van art. 6:245 BW omtrekt arbeidsovereenkomsten en collectieve
arbeidsovereenkomsten aan het bereik van afdeling 6.5.3
Op andere meerzijdige vermogensrechtelijke rechtshandelingen dan obligatoire overeenkomsten vinden
krachtens art. 6:216 BW de bepalingen van afdeling 6.5.3 BW in beginsel overeenkomstige toepassing
(wettelijke analogie). Daarbuiten blijft de mogelijkheid van rechterlijke analogie bestaan.
5 dwingend recht
Krachtens de regimebepaling van art. 6:246 BW kan van de art. 6:231-244 BW niet worden afgeweken. Verder
kan de bevoegdheid om een beding te vernietigen door een buitengerechtelijke verklaring krachtens afdeling
6.5.3, niet worden uitgesloten. (art. 6:246 BW). De sanctie op overtreding van dit artikel is normaliter
vernietigbaarheid, in te roepen door de wederpartij van de voorwaarden gebruiker.
6 internationaal privaatrecht
, In art. 6:247 BW zijn scope rules neergelegd met betrekking tot 3 situaties:
1. Partijen handelen beide in de uitoefening van een beroep of bedrijf, en zijn beide in Nederland
gevestigd. Ongeacht het recht dat de overeenkomst beheerst is afdeling 6.5.3 van toepassing (lid 1)
2. Partijen handelen beide in de uitoefening van een beroep of bedrijf, maar zijn niet beide in Nederland
gevestigd. Ongeacht het recht dat de overeenkomst beheerst is afdeling 6.5.3 buiten toepassing (lid 2)
3. De wederpartij van de voorwaardengebruiker is consument (natuurlijk persoon, die niet handelt in de
uitoefening van een beroep of bedrijf) en heeft haar gewone verblijfplaats in Nederland. Ongeacht het
recht dat de overeenkomst beheerst, is afdeling 6.5.3 toepasselijk (lid 4)
7 overgangsrecht –
8 Richtlijn 93/13/EEG
Deze richtlijn betreft oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten.
Richtlijn is geschreven voor B2C relaties (business to consumer).
De (nationale) rechter moet het (nationale) recht zoveel mogelijk in overeenstemming met de bewoordingen
en het doel van de richtlijn interpreteren.
8a verdere Europese ontwikkelingen
De komst van toezichthoudende instanties heeft de effectiviteit van de consumentenwetgeving van een nieuwe
dimensie voorzien. Op het terrein van de (jegens consumenten gebruikte) AVW is met name de Autoriteit
Consument en Markt (ACM) als toezichthouder actief.
9 Rechtsvergelijkende notities
Het Weense Koopverdrag (CISG) bevat geen specifiek op AVW betrokken bepaling. Bevat wel een algemene
regeling van aanbod en aanvaarding. Wanneer het verdrag van toepassing is, wordt de vraag of de wederpartij
met de toepasselijkheid van de AVW heeft ingestemd, ingevolge art. 7 lid 2 CISG door die verdragsregeling
beheerst (en dus via het internationaal privaatrecht aangewezen nationaal stelsel)
10 maatschappelijke betekenis
In ons rechtsverkeer wordt op grote schaal gebruik gemaakt van AVW.
Hoofdstuk 2 Begripsbepalingen
11 begrip algemene voorwaarden
Art. 6:231 sub a BW bepaalt dat onder AVW wordt verstaan:
1. Een of meer bedingen
2. Die zijn opgesteld ten einde in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen
3. Met uitzondering van bedingen die de kern van de prestaties aangeven, voor zover deze
laatstgenoemde bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.
12 één of meer bedingen
Het begrip beding omvat iedere contractuele afspraak. Ook één op zichzelf staand beding kan een AVW zijn.
Figuur van AVW moet wel worden onderscheiden van die van een standaard regeling zoals is bedoeld in art.
6:214 BW, welke niet de status heeft van contractuele bedingen maar van wetgeving in algemene zin.
13 bestemmingscriterium
Het bestemmingscriterium van art. 6:231 sub a BW: het beding c.q. de bedingen moet(en) zijn opgesteld ten
einde een aantal overeenkomsten worden opgenomen.
Inhoud
Samenvatting Boek AVW........................................................................................................................1
Hoofdstuk 1 inleiding..........................................................................................................................1
Hoofdstuk 2 Begripsbepalingen..........................................................................................................2
Hoofdstuk 3 totstandkoming en uitleg...............................................................................................4
Hoofdstuk 4 onredelijk bezwarende bedingen...................................................................................6
Hoofdstuk 5 informatieplicht..............................................................................................................9
Hoofdstuk 6 inroeping vernietigbaarheid.........................................................................................12
Hoofdstuk 1 inleiding
1 algemene inleiding –
2 oud recht: controle via algemene leerstukken -
3 afdeling 6.5.3 en haar doelstellingen
Afdeling 6.5.3 AVW. Hierin is niet alleen de toetsingsmaatstaf neergelegd (art. 6:233 sub a BW) maar is ook
een aantal lijsten opgenomen waarin onereuze en verdachte bedingen worden opgesomd (art. 6:236- 238 BW).
Tegelijk worden gebruikers van AVW genoopt de wederpartij een redelijke mogelijkheid te beiden om van de
bedingen kennis te nemen (art. 6:233 sub b en 6:234 BW). Geeft ook regels ter zake van een collectieve actie
(art. 6:240- 243 BW)
Afdeling heeft 3 oogmerken:
1. Rechterlijke controle op het gebruik van algemene voorwaarden, ter bescherming van degenen jegens
wie die voorwaarden worden gebruikt
2. Zoveel mogelijk rechtszekerheid bieden, zowel ten aanzien van de toepasselijkheid van AVW al de (on)
geoorloofdheid van hun inhoud.
3. Overleg tussen (organisaties van) belanghebbenden stimuleren.
4 toepassingscriteria
Afdeling 6.5.3 is in beginsel toepasselijk op alle obligatoire overeenkomsten (art. 6:213 lid 1 BW), met inbegrip
van obligatoire overeenkomsten tussen meer dan twee partijen (art. 6:213 lid 2 BW)
De uitschakelbepaling van art. 6:245 BW omtrekt arbeidsovereenkomsten en collectieve
arbeidsovereenkomsten aan het bereik van afdeling 6.5.3
Op andere meerzijdige vermogensrechtelijke rechtshandelingen dan obligatoire overeenkomsten vinden
krachtens art. 6:216 BW de bepalingen van afdeling 6.5.3 BW in beginsel overeenkomstige toepassing
(wettelijke analogie). Daarbuiten blijft de mogelijkheid van rechterlijke analogie bestaan.
5 dwingend recht
Krachtens de regimebepaling van art. 6:246 BW kan van de art. 6:231-244 BW niet worden afgeweken. Verder
kan de bevoegdheid om een beding te vernietigen door een buitengerechtelijke verklaring krachtens afdeling
6.5.3, niet worden uitgesloten. (art. 6:246 BW). De sanctie op overtreding van dit artikel is normaliter
vernietigbaarheid, in te roepen door de wederpartij van de voorwaarden gebruiker.
6 internationaal privaatrecht
, In art. 6:247 BW zijn scope rules neergelegd met betrekking tot 3 situaties:
1. Partijen handelen beide in de uitoefening van een beroep of bedrijf, en zijn beide in Nederland
gevestigd. Ongeacht het recht dat de overeenkomst beheerst is afdeling 6.5.3 van toepassing (lid 1)
2. Partijen handelen beide in de uitoefening van een beroep of bedrijf, maar zijn niet beide in Nederland
gevestigd. Ongeacht het recht dat de overeenkomst beheerst is afdeling 6.5.3 buiten toepassing (lid 2)
3. De wederpartij van de voorwaardengebruiker is consument (natuurlijk persoon, die niet handelt in de
uitoefening van een beroep of bedrijf) en heeft haar gewone verblijfplaats in Nederland. Ongeacht het
recht dat de overeenkomst beheerst, is afdeling 6.5.3 toepasselijk (lid 4)
7 overgangsrecht –
8 Richtlijn 93/13/EEG
Deze richtlijn betreft oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten.
Richtlijn is geschreven voor B2C relaties (business to consumer).
De (nationale) rechter moet het (nationale) recht zoveel mogelijk in overeenstemming met de bewoordingen
en het doel van de richtlijn interpreteren.
8a verdere Europese ontwikkelingen
De komst van toezichthoudende instanties heeft de effectiviteit van de consumentenwetgeving van een nieuwe
dimensie voorzien. Op het terrein van de (jegens consumenten gebruikte) AVW is met name de Autoriteit
Consument en Markt (ACM) als toezichthouder actief.
9 Rechtsvergelijkende notities
Het Weense Koopverdrag (CISG) bevat geen specifiek op AVW betrokken bepaling. Bevat wel een algemene
regeling van aanbod en aanvaarding. Wanneer het verdrag van toepassing is, wordt de vraag of de wederpartij
met de toepasselijkheid van de AVW heeft ingestemd, ingevolge art. 7 lid 2 CISG door die verdragsregeling
beheerst (en dus via het internationaal privaatrecht aangewezen nationaal stelsel)
10 maatschappelijke betekenis
In ons rechtsverkeer wordt op grote schaal gebruik gemaakt van AVW.
Hoofdstuk 2 Begripsbepalingen
11 begrip algemene voorwaarden
Art. 6:231 sub a BW bepaalt dat onder AVW wordt verstaan:
1. Een of meer bedingen
2. Die zijn opgesteld ten einde in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen
3. Met uitzondering van bedingen die de kern van de prestaties aangeven, voor zover deze
laatstgenoemde bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.
12 één of meer bedingen
Het begrip beding omvat iedere contractuele afspraak. Ook één op zichzelf staand beding kan een AVW zijn.
Figuur van AVW moet wel worden onderscheiden van die van een standaard regeling zoals is bedoeld in art.
6:214 BW, welke niet de status heeft van contractuele bedingen maar van wetgeving in algemene zin.
13 bestemmingscriterium
Het bestemmingscriterium van art. 6:231 sub a BW: het beding c.q. de bedingen moet(en) zijn opgesteld ten
einde een aantal overeenkomsten worden opgenomen.
