Symposium Euthanasie
Wat is euthanasie?
Euthanasie is het actief beëindigen van een leven door een ander. Bij euthanasie wordt
de patiënt eerst in coma gebracht. Daarna wordt een middel toegediend waardoor de
ademhaling stopt.
Euthanasie betekent in het Oudgrieks ‘de goede dood’. Een goede dood, milde dood of
genadedood, die verwijst naar de handelingen die sterven zonder veel lijden mogelijk
maken. Een patiënt slaapt in en ondervindt geen ongemakken van de handelingen die
zijn of haar leven beëindigen.
Veelal wordt om euthanasie gevraagd in de eindfase van een terminale ziekte
bijvoorbeeld bij kanker of alzheimer, maar ook ondraaglijk psychisch lijden valt binnen
de criteria van de wet. Wel moet de patiënt een medische aandoening hebben. Mensen
die ‘levensmoe zijn’ of hun leven ‘voltooid’ vinden, maar geen medische aandoening
hebben, vallen niet onder de euthanasiewet. Mensen die meerdere medische
(ouderdom)aandoeningen hebben, kunnen soms wel een beroep doen op de
euthanasiewet.
De levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding medisch zorgvuldig heeft uitgevoerd.
Het beëindigen van het leven van een ander is namelijk strafbaar. Ook als dit op verzoek
van de patiënt gebeurt. Maar mensen die ernstig ziek zijn en veel lijden ervaren, zoals
pijn en benauwdheid, kunnen soms de wens hebben om niet langer meer te leven. Als er
geen andere oplossingen meer zijn voor het lijden, kan een arts in bepaalde gevallen
euthanasie of hulp bij zelfdoding verlenen. Dit staat in de euthanasiewet. De arts is niet
strafbaar als hij zich houdt aan de 6 zorgvuldigheidseisen.
De wettelijke zorgvuldigheidseisen houden in dat de arts:
De overtuiging heeft gekregen dat er sprake was van een vrijwillig en
weloverwogen verzoek van de patiënt.
De overtuiging heeft gekregen dat er sprake was van uitzichtloos en ondraaglijk
lijden van de patiënt.
De patiënt heeft voorgelicht over de situatie waarin deze zich bevond en over
diens vooruitzichten.
Met de patiënt tot de overtuiging is gekomen dat er voor de situatie waarin deze
zich bevond geen redelijke andere oplossing was.
Ten minste één andere onafhankelijke arts heeft geraadpleegd, die de patiënt
heeft gezien en schriftelijk zijn oordeel heeft gegeven over de bovengenoemde
zorgvuldigheidseisen.
Wat is euthanasie?
Euthanasie is het actief beëindigen van een leven door een ander. Bij euthanasie wordt
de patiënt eerst in coma gebracht. Daarna wordt een middel toegediend waardoor de
ademhaling stopt.
Euthanasie betekent in het Oudgrieks ‘de goede dood’. Een goede dood, milde dood of
genadedood, die verwijst naar de handelingen die sterven zonder veel lijden mogelijk
maken. Een patiënt slaapt in en ondervindt geen ongemakken van de handelingen die
zijn of haar leven beëindigen.
Veelal wordt om euthanasie gevraagd in de eindfase van een terminale ziekte
bijvoorbeeld bij kanker of alzheimer, maar ook ondraaglijk psychisch lijden valt binnen
de criteria van de wet. Wel moet de patiënt een medische aandoening hebben. Mensen
die ‘levensmoe zijn’ of hun leven ‘voltooid’ vinden, maar geen medische aandoening
hebben, vallen niet onder de euthanasiewet. Mensen die meerdere medische
(ouderdom)aandoeningen hebben, kunnen soms wel een beroep doen op de
euthanasiewet.
De levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding medisch zorgvuldig heeft uitgevoerd.
Het beëindigen van het leven van een ander is namelijk strafbaar. Ook als dit op verzoek
van de patiënt gebeurt. Maar mensen die ernstig ziek zijn en veel lijden ervaren, zoals
pijn en benauwdheid, kunnen soms de wens hebben om niet langer meer te leven. Als er
geen andere oplossingen meer zijn voor het lijden, kan een arts in bepaalde gevallen
euthanasie of hulp bij zelfdoding verlenen. Dit staat in de euthanasiewet. De arts is niet
strafbaar als hij zich houdt aan de 6 zorgvuldigheidseisen.
De wettelijke zorgvuldigheidseisen houden in dat de arts:
De overtuiging heeft gekregen dat er sprake was van een vrijwillig en
weloverwogen verzoek van de patiënt.
De overtuiging heeft gekregen dat er sprake was van uitzichtloos en ondraaglijk
lijden van de patiënt.
De patiënt heeft voorgelicht over de situatie waarin deze zich bevond en over
diens vooruitzichten.
Met de patiënt tot de overtuiging is gekomen dat er voor de situatie waarin deze
zich bevond geen redelijke andere oplossing was.
Ten minste één andere onafhankelijke arts heeft geraadpleegd, die de patiënt
heeft gezien en schriftelijk zijn oordeel heeft gegeven over de bovengenoemde
zorgvuldigheidseisen.