Anatomie college week 1.1
Inleiding osteo- en arthokinematica
Kinematica = tak van biomechanica die bewegingen beschrijft zonder de krachten die deze
beweging veroorzaakt (dynamica)
Osteokinematica = beschrijft bewegingen van geledingen (lichaamsdelen, botstukken) van
het menselijk lichaam (extra-articulair)
Uitgangspunt: lichaamsvlakken en anatomische stand flexie, extensie enz
Arthrokinematica = beschrijft bewegingsbaan, bewegingen van gewrichtsoppervlakken ten
opzichte van elkaar (intra-articulair)
(ook wel: lokale beweging in het gewricht)
Uitgangspunt: posities en vorm van de gewrichtsvlakken
(rol, schuif, schommel, glij, tol)
Visie op bewegingsmogelijkheden van gewrichten
1. Omwentelingslichamentheorie
- Gewrichtsvormen zijn vereenvoudigde ruimtelijke figuren (bol, cylinder, etc) die
wiskundig beschreven kunnen worden
- Bewegingen van botstukken zijn rotatiebewegingen
- Beweging van de geleding =
bewegingsbaan
Te eenvoudig, niet uitsluitend rotaties rond
een as, ook vinden er translaties plaats
2. Theorie die uitgaat van 2 klassen gewrichten
- Gewrichten in 1 vlak bol en 1 vlak hol
(zadel)
o Kop = convex-concaaf, kom =
concaaf-convex, kop en kom +/-
congruent
- Gewrichten met alzijdige bolle kanten
(ei/ovaal)
o Kop = convex-convex, kom =
concaaf-concaaf
Ovale gewrichtsvorm heeft bepaalde
eigenschappen
- Krommingsgraad varieert constant
o Bij elke krommingsgraad hoort
een ander kromtemiddelpunt
(momentane draaipunt). Alle
verzamelde middelpunten is een
evoluut
,Evoluut is een afgeleide van de vorm
- Evoluut van een convex profiel ligt
in het bijbehorende botstuk
- Evoluut van een concaaf profiel ligt
buiten het bijbehorende botstuk
Vervolg eigenschappen ovale gewrichtsvorm
- Bij ovale profielen heeft het convexe gewrichtsdeel meer GKB dan het concave
- Convex en concaaf passen slechts op 1 plaats perfect op elkaar de closed
packed position (CPP)
CPP
- Optimaal contact tussen beide gewrichtsprofielen
- Optimale vormsluiting (minimaal energieverbruik)
- Evoluut van convex en concaaf overlappen elkaar
- Treedt op in het gewricht waar de krommingsgraad het minst is
- Als totaal: optimale vormsluiting wordt ondersteund door maximale passieve
krachtsluiting (gewricht staat op slot, in een eindstand): MCPP. Ook kapsel enz
maximaal op spanning
- ADL
Ovale gewrichtsvorm heeft bepaalde eigenschappen
- Alle andere standen van het gewricht zijn loose
packed positions (LPP)
• Vormsluiting is niet optimaal
, • Evoluut van kop en kom overlappen elkaar niet
• Stabiliteit ontstaat met name door actieve krachtsluiting
• MLPP als de grootste translatie tussen botstukken mogelijk is, meest mobiele
positie, spanning in kapsel is minimaal, passieve krachtsluiting minimaal
MLPP
- Spanning in kapsel is minimaal
- Anatomie: kapsel schouder is te vergelijken
met een hangmat
Art. talocrutalis
- (M)CPP: max dorsaalflexie
- LPP: 10gr plantairflexie
- MLPP:
Vormsluiting Passieve Actieve
krachtsluiting krachtsluiting
CPP Max - Min
MCPP Max Max Min
LPP Min - Max
MLPP Min Min Max
Bewegingen in een gewricht
- Bot draait rond lengte-as = draaibeweging (spin)
- Er ontstaat een hoekverandering tussen de lengte-assen van de
botstukken = zwaai of slingerbeweging (swing)
Rond 1 as = pure/cardinal swing
- Theoretisch, gebruikt voor vaststellen van anatomische benamingen in
1 vlak
Altijd secundaire beweging = arcuate
swing
Bij arcuate swing altijd toegevoegde
spin = conjunct rotation
Voorbeeld = art. humeri
Bij meeste angulaire bewegingen in de synoviale gewrichten vindt intra-articulair gezien een
combinatie van
- Rollen/schuiven/tollen of
- Schommelen/glijden/tollen plaats
Gebruik van begrippen is afhankelijk van vorm van bot dat beweegt
Inleiding osteo- en arthokinematica
Kinematica = tak van biomechanica die bewegingen beschrijft zonder de krachten die deze
beweging veroorzaakt (dynamica)
Osteokinematica = beschrijft bewegingen van geledingen (lichaamsdelen, botstukken) van
het menselijk lichaam (extra-articulair)
Uitgangspunt: lichaamsvlakken en anatomische stand flexie, extensie enz
Arthrokinematica = beschrijft bewegingsbaan, bewegingen van gewrichtsoppervlakken ten
opzichte van elkaar (intra-articulair)
(ook wel: lokale beweging in het gewricht)
Uitgangspunt: posities en vorm van de gewrichtsvlakken
(rol, schuif, schommel, glij, tol)
Visie op bewegingsmogelijkheden van gewrichten
1. Omwentelingslichamentheorie
- Gewrichtsvormen zijn vereenvoudigde ruimtelijke figuren (bol, cylinder, etc) die
wiskundig beschreven kunnen worden
- Bewegingen van botstukken zijn rotatiebewegingen
- Beweging van de geleding =
bewegingsbaan
Te eenvoudig, niet uitsluitend rotaties rond
een as, ook vinden er translaties plaats
2. Theorie die uitgaat van 2 klassen gewrichten
- Gewrichten in 1 vlak bol en 1 vlak hol
(zadel)
o Kop = convex-concaaf, kom =
concaaf-convex, kop en kom +/-
congruent
- Gewrichten met alzijdige bolle kanten
(ei/ovaal)
o Kop = convex-convex, kom =
concaaf-concaaf
Ovale gewrichtsvorm heeft bepaalde
eigenschappen
- Krommingsgraad varieert constant
o Bij elke krommingsgraad hoort
een ander kromtemiddelpunt
(momentane draaipunt). Alle
verzamelde middelpunten is een
evoluut
,Evoluut is een afgeleide van de vorm
- Evoluut van een convex profiel ligt
in het bijbehorende botstuk
- Evoluut van een concaaf profiel ligt
buiten het bijbehorende botstuk
Vervolg eigenschappen ovale gewrichtsvorm
- Bij ovale profielen heeft het convexe gewrichtsdeel meer GKB dan het concave
- Convex en concaaf passen slechts op 1 plaats perfect op elkaar de closed
packed position (CPP)
CPP
- Optimaal contact tussen beide gewrichtsprofielen
- Optimale vormsluiting (minimaal energieverbruik)
- Evoluut van convex en concaaf overlappen elkaar
- Treedt op in het gewricht waar de krommingsgraad het minst is
- Als totaal: optimale vormsluiting wordt ondersteund door maximale passieve
krachtsluiting (gewricht staat op slot, in een eindstand): MCPP. Ook kapsel enz
maximaal op spanning
- ADL
Ovale gewrichtsvorm heeft bepaalde eigenschappen
- Alle andere standen van het gewricht zijn loose
packed positions (LPP)
• Vormsluiting is niet optimaal
, • Evoluut van kop en kom overlappen elkaar niet
• Stabiliteit ontstaat met name door actieve krachtsluiting
• MLPP als de grootste translatie tussen botstukken mogelijk is, meest mobiele
positie, spanning in kapsel is minimaal, passieve krachtsluiting minimaal
MLPP
- Spanning in kapsel is minimaal
- Anatomie: kapsel schouder is te vergelijken
met een hangmat
Art. talocrutalis
- (M)CPP: max dorsaalflexie
- LPP: 10gr plantairflexie
- MLPP:
Vormsluiting Passieve Actieve
krachtsluiting krachtsluiting
CPP Max - Min
MCPP Max Max Min
LPP Min - Max
MLPP Min Min Max
Bewegingen in een gewricht
- Bot draait rond lengte-as = draaibeweging (spin)
- Er ontstaat een hoekverandering tussen de lengte-assen van de
botstukken = zwaai of slingerbeweging (swing)
Rond 1 as = pure/cardinal swing
- Theoretisch, gebruikt voor vaststellen van anatomische benamingen in
1 vlak
Altijd secundaire beweging = arcuate
swing
Bij arcuate swing altijd toegevoegde
spin = conjunct rotation
Voorbeeld = art. humeri
Bij meeste angulaire bewegingen in de synoviale gewrichten vindt intra-articulair gezien een
combinatie van
- Rollen/schuiven/tollen of
- Schommelen/glijden/tollen plaats
Gebruik van begrippen is afhankelijk van vorm van bot dat beweegt