HOOFDSTUK 1 BIOMECHANICA
Uitleggen wat biomechanica en bewegingsanalyse is
Biomechanica = het deel van de natuurkunde dat gaat over beschrijven van bewegingen en
het kijken naar de oorzaken van die bewegingen van het menselijk lichaam.
Bewegingsanalyse = het gebruiken van de biomechanica om het menselijk bewegen te
analyseren, om bijvoorbeeld een foutenanalyse te kunnen doen om tot leerhulp te komen
over beslissingen te maken voor het arrangement.
Uitleggen waarom bewegingsanalyse belangrijk is voor een docent LO
Voor een docent LO is een bewegingsanalyse van belang om gericht te helpen bij het
verbeteren van de bewegingsuitvoering, bij het maken van keuzes in het arrangement, en bij
het voorkomen van blessures.
De begrippen grootheid en eenheid beschrijven
Grootheden: zijn de dingen wat je wil meten bijvoorbeeld afstand, kracht. (snelheid)
Eenheid: hoe we de grootheid uitdrukken. (m/s)
De begrippen translatie en rotatie beschrijven
Translatie: verplaatsen ten opzichte van omgeving, maar niet draaien (wandelen)
Rotatie: niet verplaatsen, maar wel draaien (borstwaartsom rekstok)
vaak in combinatie met elkaar: salto
Voorbeelden benoemen van translatie, rotatie en combinaties van translatie en rotatie in
het bewegingsonderwijs
Zuivere translatie: sprinten en rechtstandige sprong
Zuivere rotatie: koppeltje duiken om de rekstok of een pirouette
Combinatie: salto springen of een bocht lopen.
HOOFDSTUK 2 PRINCIPES VAN NEWTON
De drie principes van Newton
Het traagheidsprincipe: betekend dat voorwerpen die stil staan, stil willen blijven staan en
zich verzetten om in beweging te komen. En voorwerpen die bewegen, willen blijven
bewegen en verzetten zich tegen het tot stilstand komen.
Het onafhankelijkheidsprincipe: betekend dat er een kracht geleverd moet worden om een
voorwerp in beweging te krijgen, en dat het voorwerp dan versnelt in de richting waarin die
kracht geleverd is.
Actie -reactieprincipe: elke actie heeft een tegengestelde gelijke reactie: of de krachten van
twee voorwerpen op elkaar zijn altijd gelijk en in tegengestelde richting.
De drie principes van Newton uitleggen en voorbeelden geven uit het bewegingsonderwijs
Het traagheidprincipe: als een bal stil ligt, dan moet je er tegenaan schoppen of je moet hem
gooien om deze in beweging te krijgen. Andersom ook, als een bal in beweging is dan moet
je een kracht leveren om de bal af te remmen.
Het onafhankelijkheidsprincipe: Je hebt een kracht nodig voor het gooien van een bal, stoten
van een kogel, springen en rennen. Het effect van een kracht is niet afhankelijk van de
beginsituatie het effect hiervan is onafhankelijk: -het kost even veel kracht om van 10 km/h
naar 20 km/h te versnellen als van 0 naar 10 km/h. – als meerdere krachten op een
voorwerp werken in verschillende richting, dan hebben die krachten geen invloed op elkaar.
Actie-reactieprincipe: als je wilt springen dan is er een net zo harde tegengestelde kracht
vanuit de grond. Als een bal (voorwerp A) ligt op de grond (voorwerp B). De zwaartekracht