WEEK 1A: INLEIDING: WERELDRECHT ALS UITDAGING
Internationaal recht als interstatelijk recht
Interstatelijk recht is het recht wat ontstaan is in de relaties tussen staten met als doel de individuele
belangen van elk land te dienen.Als je individuele belang niet gediend is, hoef je er ook niet aan mee
te doen. Het interstatelijke recht kent een viertal kenmerken, te weten:
1. Statelijke soevereiniteit: De soevereine staten willen een co-existente samenleving hebben,
waarin ze naast elkaar bestaan en hun eigen soevereiniteit behouden.
2. Gelijkheid van staten: Ze hebben juridisch allemaal gelijke stem, of je nou heel klein of heel
groot bent.
3. Statelijke belangen staan centraal
4. Exclusiviteit: grenzen. Het is bijna onmogelijk op supranationaal gezag uit te oefenen.
Internationaal recht als wereldrecht
Wereldrecht heeft een viertal kenmerken, te weten:
1. Begrenzing van soevereiniteit: supranationaliteit in juridische besluitvorming.
2. Menselijke gelijkheid
3. Gezamenlijke belangen van belang
4. Meer inclusiviteit
Wat is de juridische status van Palestina?
Het Britse mandaat was een soort compromis. Dit mandaat was een juridische oplossing voor een
geopolitiek probleem. Dat politieke probleem wordt veel groter als je de brief van Balfoer bekijkt,
waarin staat dat de Britse regering sympathiek te staan tegenover het idee dat er een thuisland voor
joden moet komen in Palestina. Men probeerde te bewerkstelligen dat er een mix tussen joodse en
niet-joodse mensen ontstond; dat gebeurde niet.
In 1945 ontstond de Verenigde Naties met als belangrijke regel dat er geen geweld gebruikt mocht
worden om conflicten op te lossen. In 1947 ontstond het verdelingsplan (partition plan). Dat
verdelingsplan hield in dat het gebied werd verdeeld tussen een joods gebied en een palestijns
gebied. De joden aanvaarden dit voorstel, maar de palestijnen niet. Dit resulteerde uiteindelijk in
oorlogen. Een land opdelen in tweeën lijkt wel heel eerlijk, maar is dat het ook? Het is dan niet zo gek
dat palestijnen er niet mee akkoord gingen. In mei 1948 trokken de Britten zich terug en heeft Israël
zich als staat uitgeroepen. De joden zijn op een gegeven moment opgestaan en uitgeroepen dat
Israël een staat is. Een deel van de wereld ging daarmee akkoord, een ander deel van de wereld niet;
dat leidde tot oorlogen.
De joodse troepen waren veel sterker dan de palestijnse troepen. Daarom leidde dat tot een hele
grote vlucht van palestijnen uit hun steden. Soms om de oorlog te ontvluchten, soms omdat ze
werden gedwongen. Als gevolg van de oorlog in 1949 zien we dat het gebit zich uitkristalliseert: het
gebied van de palestijnen wordt steeds kleiner.
Er is een afspraak gemaakt dat op een bepaald moment Palestina onafhankelijk zou worden. Het
uiteindelijke doel was dus om Palestina een staat te maken. De eerste stap zou dan zijn dat de West-
Bank en de Gaza verdeeld zouden worden in twee area’s: A, B en C. In A heeft Palestina gezag, in B
Israël en Palestina en in C Israël. Dat was een overeenkomst van 1993 tussen die twee partijen.
Feitelijke gebeurde dat niet. Er kwamen alleen maar meer mensen van Israël (settlers) naar de West-
Bank. Ze creëerden daar nederzettingen onder toezicht van de Israëlische handhaving.
Als Palestina echt een eigen staat wil worden, komt het voor het probleem wat ze met die settlers
moeten. Volgens het internationaal recht zijn die settlers daar illegaal aanwezig. Ook het bouwen van
zo’n muur is in strijd met het internationaal recht. Uiteindelijk houdt je een heel versnipperd gebied
1
,van Palestina over. Palestina heeft geprobeerd om een zetel in de Verenigde Naties te krijgen als
staat.
Monisme en dualisme
In internationaal recht heb je twee opvattingen over het samengaan van de internationale en nationale
rechtsorde. De dualistische opvatting neemt aan dat de internationale en de nationale rechtsorde
geheel gescheiden rechtssystemen zijn. De soevereiniteit van een staat zorgt ervoor dat
internationaal recht niet boven de staat kan staan. Deze opvatting is ontstaan door nationalistische
opvattingen. De monistische leer gaat uit van één rechtsorde waar internationaal en nationaal recht
een deel van uitmaakt. Internationaal recht werd gezien als recht dat de macht van de staat kon
beperken. De pluralistische opvatting gaat uit van een niet-hiërarchische ordening van naast elkaar
staande rechtsordes.
WEEK 1B: STATEN, VOLKEN, ZELFBESCHIKKING
Fundamentele dilemma’s
Zelfbeschikking
● Menselijke waardigheid Statelijke soevereiniteit: Deze twee botsen.
● Internationale zaak Interne aangelegenheid: Is het oplossen van
problematiek in staten een internationale of interne aangelegenheid?
● Interventie Non-interventie: Andere staten mogen zich in
beginsel niet met de interne aangelegenheden van een ander land bemoeien.
● Afscheiding Territoriale integriteit: Mag een volk zich afscheiden
of moeten we de bestaande territoriale integriteit respecteren?
● Keuze van het volk Keuze van de hele bevolking
Staatsvorming
● Objectieve criteria Politieke opportuniteit: Wordt een staat gevormd
o.b.v. objectieve criteria of o.b.v. politieke opportuniteit?
● Collectieve erkenning Door staten afzonderlijk: Moet elke Staat afzonderlijk
een staat erkennen voordat het als staat kan deelnemen aan de internationale rechtsorde?
● Niet-erkende staten als juridisch persoon Geen persoonlijkheid niet-erkende staten
Wat is de juridische status van Palestina?
- Is het een staat?
- Doet dat er toe?
- Waarom doet dat er toe?
- Wie of wat bepaald of een staat bestaat?
Waar komt het recht vandaan van de Palestijnen om wel of niet een eigen staat te vestigen?
Ze hebben het altijd over een twee staten oplossing; een staat voor Israël en een staat voor Palestina.
In de realiteit hebben heel veel mensen de fictie dat er twee staten kunnen zijn al opgegeven. Het is
zoeken naar een oplossing waarin recht wordt gedaan aan de Israëlische bevolking en de Palestijnse
bevolking.
1. Heeft het Palestijnse volk het recht op zelfbeschikking?
2. Betekent het zelfbeschikkingsrecht een recht op afscheiding van een bestaande staat?
3. Wat is de status van de bezette Palestijnse gebieden (West-Bank + Gaza Strook)?
4. Mogen andere staten een volk ondersteunen in hun streven naar zelfbeschikking en
afscheiding?
2
, [1] Heeft het Palestijnse volk het recht op zelfbeschikking?
Rechten van volken: De ontwikkeling van het zelfbeschikkingsrecht
Het zelfbeschikkingsrecht komt voort uit het tijdperk van na de WOI. Het werd in die tijd vooral als
politiek instrument gebruikt. Dat was de politieke opportuniteit in Europa.
● Externe zelfbeschikking (meestal: vormen nieuwe staat): Toepasselijk op koloniale volken
en volken die leven in niet-zelfbesturende gebieden.
→ Kolonie = Stuk grondgebied dat bezet is door een staat.
→ Niet zelfbesturend gebied = Gebieden waar de volkenbond in het verleden gezegd heeft
dat het gebieden zijn die nog niet op eigen benen kunnen staan en waar het bestuur in
handen is gegeven van een Westerse staat (vb. landen in Midden-Oosten bestuurd door
Frankrijk of VK, vb. Palestina).
○ Art. 1.2, 55 en hoofdstuk XI VN Handvest
○ AVVN Res. 1514 (1960): Alle volken die onder koloniaal bestuur leven hebben recht
op zelfbeschikking. De zelfbeschikking bestaat uit de keuze van het volk voor hun
toekomst. Ze kunnen een eigen staat vestigen, bij de moederstaat te blijven, bij een
staat samen te voegen. Deze verklaring is niet bindend.
○ Gemeenschappelijk art. 1 VN Mensenrechtenverdragen 1966 (BUPO en IVESCR)
○ AVVN Res. 2625 (1970)
○ Western Sahara case; East Timor case (right erga omnes); Wall Opinion
○ Chagos Island advisory opinion: Mauritius was een kolonie van VK. Daarbij hoorden
ook nog kleine eilandjes. VK wilde die Chagos eilanden houden. VK wilde de
dekolonisatie van Mauritius alleen als de Chagos eilanden van hen bleven, omdat het
strategisch was en goed voor visserij. De dekolonisatie die het VK moet doorvoeren
is niet voltooid en VK moet de dekolonisatie te voltooien en de Chagos eilanden bij
Mauritius laten horen.
● → Conclusie: Palestijnse volk heeft het recht op zelfbeschikking! Dit is uitdrukkelijk bevestigd
door het Internationaal Gerechtshof. Er is dus geen discussie over mogelijk; ja, het
Palestijnse volk heeft recht op zelfbeschikking.
● Uti possidetis-beginsel: Het respecteren van internationale en interne grenzen. Als er in de
kolonie een nieuwe staat tot stand komt, is er een afspraak gemaakt dat dat binnen de
grenzen is van de koloniaal gedefinieerde staten.
→ Het externe zelfbeschikkingsrecht is dus het recht om een eigen staat te vestigen dat toekomt
aan koloniale en niet-zelfbesturende gebieden.
● Interne zelfbeschikking: Het recht betekenisvol mee te doen in het publieke leven van een
staat en het hebben van recht op het uitoefenen van sociale/culturele/taalkundige of andere
(minderheids)rechten.
○ Territoriale integriteit vs. afscheiding
■ Secession of Quebec case: Als het volk dusdanig onderdrukt wordt, dan is
afscheiding wel te rechtvaardigen. De onderdrukking was in Quebec niet van
toepassing. Ze hebben wel recht op zelfbeschikking (= recht op eigen
cultuur), maar geen recht op afscheiding (= recht op eigen staat vormen).
■ Kosovo, Zuid-Ossetië, de Krim: Kan de vorming van een nieuwe staat of
aansluiting bij een bestaande staat gebaseerd worden op het
zelfbeschikkingsrecht?
■ Rol van referenda
■ ICJ advicsory opinion on Kosovo (july 2010): geen antwoord op deze vragen
(alleen dat de onafhankelijkheidsverklaring niet onrechtmatig was)
○ Zelfbeschikking van inheemse volken (vb. Indianen)
■ UN Declaration on Rights of Indigeous Peoples
■ ILO Verdrag #169
3