Concrete markt: markt met een zichtbare en vaste ontmoetingsplaats
Abstracte markt: markt zonder concrete ontmoetingsplaats waar de vragers en
aanbieders elkaar ontmoeten
Individuele vraaglijn geeft het verband aan tussen de prijs en de gevrraagde
hoeveelheid van een product van de individuele koper.
y-as De oorzaak (de veranderende prijs)
x-as gevolg van de veranderende prijs ( verschillende gevraagde hoeveelheden)
collectieve vraaglijn geeft het verband tussen de prijs en de gevraagde
hoeveelheid van een product van de gezamenlijke kopers.
Negatief verband: als er bij een prijsdaling meer wordt verkocht en andersom.
Formule: vraagfunctie
Qv = ap + b
waarbij :
Qv = gevraagde hoeveelheid van een product
p = prijs van een product
a en b zijn getallen die per situatie kunnen verschillen.
Bovendien geldt: a is kleiner dan 0.
Vraagfunctie in grafiek tekenen
1. Benoem de assen:
-Op de verticale as (Y-as) staat altijd de prijs (p).
-Op de horizontale as (X-as) staat altijd de gevraagde hoeveelheid (Qv).
2. Om de lijn te kunnen tekenen moet je twee punten uitrekenen.
3. Maak nu een tabel waarin je de waarden van p en Q die bij elkaar horen naast elkaar
zet. Vul de waarde van p in de formule in en reken q uit. Je kunt de uiterste punten
van de lijn tekenen door uit te rekenen welke waarde van p bij Qv = 0 hoort en welke
waarde van Qv bij p = 0 hoort. Omdat het de twee uiterste punten van de lijn zijn,
kun je je assenverdeling nu gemakkelijk maken.
4. Verdeel je assen en teken nu je twee punten in de grafiek en teken door die twee
punten een rechte lijn
1.2
Factoren die de vraag naar een product bepalen:
prijs
Inkomen consumenten
Prijs van andere goederen
Voorkeuren consumenten
Aantal consumenten
, Verschuiving op of langs de vraagcurve Verandering op de vraaglijn die wordt
veroorzaakt door prijsverandering van het betreffende goed.
Verschuiving van de hele vraagcurve Verandering van de vraaglijn die wordt veroorzaakt
door overige vraagfactoren (behalve prijs van het betreffende goed).
1.3
Elasticiteit is negatief negatief verband tussen prijs en vraag: als de prijs stijgt, daalt de
gevraagde hoeveelheid (en andersom). De prijselasticiteit van de vraag is meestal negatief,
want hoe goedkoper een product hoe meer mensen het zullen kopen.
Belangrijk!:
Prijselacticiteit van -0.8 --> als de prijs met 1% stijgt dan daalt de vraag met 0,8%
Inelastische vraag getal van elasticiteit tussen 0 en 1 de gevraagde hoeveelheid
reageert in verhouding minder sterk op een verandering van de prijs
Elastische vraag getal van elasticiteit groter dan 1 de gevraagde hoeveelheid reageert
in verhouding sterk op een verandering van de prijs.
1.4
Inkomensstijging verschuift de vraagcurve naar rechts
Inkomensdaling verschuift de vraagcurve naar links
Noodzakelijke goederen: eten, kleding etc.
Luxe goederen: dit komt pas van pas als je genoeg geld hebt voor noodzakelijke goederen.
Inferieure goederen als het inkomen stijgt, wordt er minder geld hieraan besteed.