STATISTIEK
Begrippen
Populatie: verzameling van personen/objecten waarover men een uitspraak wil
doen
Vb. Vlaamse jongeren tussen 14 en 18 jaar
Steekproef: deelverzameling van n onderzoekseenheden die representatief is
voor de populatie
Hoeveel personen wil/kan ik onderzoeken
Vb. n = 4000 Vlaamse jongeren werden ondervraagd
Representatief als kenmerk in gelijke mate voorkomt in de steekproef en
populatie
Vb. verhouding jongens en meisjes
Betrouwbaarder bij een grotere steekproef, maar vraagt veel tijd, geld,
personeel …
Toevalsvariabele: het kenmerk X kan verschillende (variabele) waarden
aannemen en ligt niet op voorhand vast, want het hangt ad van het toeval
Vb. persoon die wordt gekozen, resultaat dobbelsteenworp
Uitkomstenverzameling: de verzameling van alle mogelijke waarden
(uitkomsten) die het kenmerk X kan aannemen
Gegevensmatrix: tabel waarbij er rijen (onderzoekseenheden) en kolommen
(uitkomsten van toevalsvariabelen) zijn
Beschrijvende statistiek: verkennen/beschrijven/samenvatten van de
gegevens aan de hand van tabellen en kentallen
Kentallen: samenvattende getallen visualiseren aan de hand van een geschikte
grafische voorstelling
Inductieve statistiek: uitspraken over de populatie op basis van
steekproefgegevens
Meetniveau: aard van de gegevens
Bepaalt welke wiskundige bewerkingen/kentallen/grafische
voorstellingen/inferentie-technieken zinvol zijn
Nominaal meetniveau: de uitkomsten worden enkel gebruikt om de
onderzoekseenheden van elkaar te onderscheiden/klasseren
Geen ordening
Geen wiskundige berekeningen
Vb. de provincie waarin je geboren bent
Ordinaal meetniveau: de elementen van de uitkomstenverzameling kunnen
geordend worden volgens een bepaald ordeningscriterium
Cijfers
Begrippen
Populatie: verzameling van personen/objecten waarover men een uitspraak wil
doen
Vb. Vlaamse jongeren tussen 14 en 18 jaar
Steekproef: deelverzameling van n onderzoekseenheden die representatief is
voor de populatie
Hoeveel personen wil/kan ik onderzoeken
Vb. n = 4000 Vlaamse jongeren werden ondervraagd
Representatief als kenmerk in gelijke mate voorkomt in de steekproef en
populatie
Vb. verhouding jongens en meisjes
Betrouwbaarder bij een grotere steekproef, maar vraagt veel tijd, geld,
personeel …
Toevalsvariabele: het kenmerk X kan verschillende (variabele) waarden
aannemen en ligt niet op voorhand vast, want het hangt ad van het toeval
Vb. persoon die wordt gekozen, resultaat dobbelsteenworp
Uitkomstenverzameling: de verzameling van alle mogelijke waarden
(uitkomsten) die het kenmerk X kan aannemen
Gegevensmatrix: tabel waarbij er rijen (onderzoekseenheden) en kolommen
(uitkomsten van toevalsvariabelen) zijn
Beschrijvende statistiek: verkennen/beschrijven/samenvatten van de
gegevens aan de hand van tabellen en kentallen
Kentallen: samenvattende getallen visualiseren aan de hand van een geschikte
grafische voorstelling
Inductieve statistiek: uitspraken over de populatie op basis van
steekproefgegevens
Meetniveau: aard van de gegevens
Bepaalt welke wiskundige bewerkingen/kentallen/grafische
voorstellingen/inferentie-technieken zinvol zijn
Nominaal meetniveau: de uitkomsten worden enkel gebruikt om de
onderzoekseenheden van elkaar te onderscheiden/klasseren
Geen ordening
Geen wiskundige berekeningen
Vb. de provincie waarin je geboren bent
Ordinaal meetniveau: de elementen van de uitkomstenverzameling kunnen
geordend worden volgens een bepaald ordeningscriterium
Cijfers