100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

PUBLIEKRECHT SAMENVATTING

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
95
Geüpload op
27-12-2025
Geschreven in
2025/2026

Dit is een samenvatting van Bronnen en Beginselen voor het onderdeel "publiekrecht" . De samenvatting is gemaakt op basis van de syllabus, powerpoint's en lesnotities. De samenvatting is uitgebreid, en bestaat niet uit kernwoorden.

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
27 december 2025
Aantal pagina's
95
Geschreven in
2025/2026
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Elementen van het publiekrecht

Hoofdstuk 13: het staatsrecht
13.1. Algemene kenmerken van de Belgische staatsstructuur
13.1.1. DE NATIONALE SOEVEREINITEIT
In België ligt de hoogste macht bij de Natie, niet bij het volk afzonderlijk. Dit heet nationale
soevereiniteit. Art. 33 GW zegt: "Alle machten gaan uit van de natie". Soevereiniteit betekent dat
deze macht de hoogste is, niet van iets anders afhankelijk en aan niets ondergeschikt. Door de Natie
als soeverein te noemen, wil de GW duidelijk maken dat geen enkele macht, zoals de wetgevende,
uitvoerende of rechterlijke macht, volledig onafhankelijk is. Alle machten moeten zich houden aan de
GW en krijgen hun macht van de Natie.

Tegenwoordig is deze nationale soevereiniteit echter beperkt door internationale regels en vooral
door het supranationaal recht. Art. 34 GW laat toe dat sommige bevoegdheden worden uitgeoefend
door internationale instellingen bv. door België lid te maken van de EU.

13.1.2. EEN RECHTSSTAAT
België is een rechtsstaat, wat betekent dat de overheid gebonden is aan het recht en haar macht
beperkt is. Deze beperking komt onder andere door de scheiding van machten: de wetgevende,
uitvoerende en rechterlijke macht hebben elk hun eigen taken en kunnen elkaar niet volledig
overheersen. Ook de verdeling van bevoegdheden tussen het federale niveau, de gemeenschappen
en gewesten zorgt ervoor dat geen enkele overheid alle macht heeft.

Daarnaast wordt de macht van de staat inhoudelijk beperkt door de grondrechten in de GW en door
internationale mensenrechtenverdragen waaraan België zich houdt. Deze grondrechten zijn
essentieel voor een democratische rechtsstaat en omvatten zowel klassieke vrijheidsrechten als, de
laatste decennia, ook sociale rechten.

13.1.3. DE SCHEIDING DER MACHTEN
Volgens de leer van de trias politica moeten de wetgevende (Parlement), uitvoerende (Regering) en
rechterlijke macht (rechters) gescheiden zijn, zodat niet 1 persoon of orgaan te veel macht krijgt.
Montesquieu zei daarover: “Iedereen die macht heeft, heeft de neiging die te misbruiken.” Door deze
scheiding houden de verschillende overheidsorganen elkaar in balans.

In België is die scheiding niet volledig strikt; er is een systeem van checks and balances, waarbij de
machten elkaar controleren. Zo werken Parlement en Regering samen bij het maken van wetten, en
rechters en de uitvoerende macht werken samen bij strafzaken en bij de uitvoering van straffen.

Daarnaast is er echte controle op elkaar. De Regering moet bv. een meerderheid in het Parlement
hebben, zodat het Parlement kan controleren wat de Regering doet. Rechters mogen volgens art.
159 GW onwettige overheidsbesluiten niet toepassen, en het Rekenhof controleert de financiële
handelingen van de federale Staat, gemeenschappen, gewesten, provincies en de instellingen die
eraan verbonden zijn.

De scheiding der machten is vooral belangrijk om de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te
garanderen. Rechters mogen beoordelen of een beslissing van de overheid wettig is, maar ze mogen


1

,niet oordelen of het verstandig of handig is. Dat laatste behoort tot de uitvoerende macht, die zelf
weer onder toezicht staat van het Parlement.

13.1.4. EEN REPRESENTATIEVE EN PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE
België is een representatieve en parlementaire democratie. Dat betekent dat het volk niet zelf
rechtstreeks bestuurt, maar vertegenwoordigers kiest die in zijn naam beslissingen nemen. Daarom
spreekt men van een “regering van, voor en door het volk” via onrechtstreekse vertegenwoordiging.

De vertegenwoordigers die door het volk worden verkozen, zitten in het parlement en oefenen daar
de wetgevende macht uit. Zij stemmen over wetten en keuren die goed; pas dan worden het wetten
in formele zin.

De regering, die de uitvoerende macht uitoefent, kan alleen functioneren als zij het vertrouwen van
het parlement heeft. Dat vertrouwen blijkt uit de steun van een meerderheid in de
volksvertegenwoordiging. Bovendien moet de regering aan het parlement uitleg geven over haar
beleid en kan zij daar politiek ter verantwoording worden geroepen.

13.1.5. EEN ERFELIJKE CONSTITUTIONELE MONARCHIE
België is een erfelijke constitutionele monarchie. Dat betekent dat het staatshoofd een koning of
koningin is die niet verkozen wordt, maar de functie erft. De opvolging gebeurt binnen de rechte lijn
van Leopold I volgens het eerstgeboorterecht, zoals bepaald in art. 85 GW. Sinds 1991 geldt dit
ook voor vrouwen, omdat de Salische wet, die het koningschap alleen aan mannen gaf, werd
afgeschaft.

Als er geen rechtstreekse erfgenamen zijn, kan de Koning zelf een opvolger aanduiden, maar alleen
als beide Kamers van het parlement daarmee akkoord gaan.

De Koning(in) is volgens art. 88 GW onverantwoordelijk en onschendbaar. Dat betekent dat hij of
zij politiek niet verantwoordelijk kan worden gesteld en dus ook niet ter verantwoording kan worden
geroepen voor daden als staatshoofd. Daarom kan de Koning(in) niet zelfstandig handelen. Elke
officiële handeling moet gebeuren onder de verantwoordelijkheid van een minister, die de beslissing
mee ondertekent. Zonder die medeondertekening heeft de handeling geen rechtsgevolg, zoals
bepaald in art. 106 GW.

Tot slot betekent dit ook dat de Koning(in) niet aangesproken kan worden voor beslissingen die door
de regering worden gedragen; de politieke verantwoordelijkheid ligt altijd bij de ministers.

13.1.6. EEN FEDERALE STAAT
A. Staatsvormen
Staten kunnen op verschillende manieren georganiseerd zijn, gaande van 1 centrale macht tot een
systeem waarin de macht verdeeld is. In een eenheidsstaat (of unitaire staat: vb. Luxemburg) ligt de
wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht bij 1 centrale overheid. Wel kan die centrale overheid
bepaalde taken doorgeven aan lagere niveaus bv. via decentralisatie of deconcentratie, maar de
echte macht blijft centraal.




2

,Een confederatie of statenbond is een samenwerking tussen soevereine staten die via een verdrag
bepaalde bevoegdheden samen uitoefenen. Die confederatie is zelf geen aparte staat. In België
wordt het begrip confederalisme soms gebruikt om een mogelijke volgende stap na het federalisme
te beschrijven, nog steeds binnen België. Daarbij zouden de deelstaten zeer veel autonomie krijgen
en zou het federale niveau een kleinere rol spelen.

Een federale staat of bondsstaat is een staat waarin de deelstaten eigen bevoegdheden hebben op
wetgevend, uitvoerend en rechterlijk vlak, die niet door het federale niveau kunnen worden
overgenomen. Geen enkele federale staat is exact hetzelfde, maar ze hebben wel
gemeenschappelijke kenmerken.

-​ Zo zijn er verschillende bestuursniveaus met eigen instellingen en machten
-​ De verdeling van bevoegdheden is vastgelegd in de GW. Die bevoegdheden kunnen
exclusief aan 1 niveau toebehoren, verdeeld zijn tussen niveaus (parallel), of door beide
niveaus worden geregeld (concurrerend), met een voorrangsregel wanneer er een conflict is
vb. federal paramountcy. Bevoegdheden worden uitdrukkelijk toegewezen en wat niet
expliciet is toegekend, behoort meestal tot het niveau van de deelstaten.
-​ Daarnaast nemen de deelstaten deel aan de totstandkoming van federale wetgeving en zelfs
aan grondwetswijzigingen.
-​ Er bestaan ook regels over hoe de verschillende niveaus worden gefinancierd en belastingen
heffen.
-​ Ten slotte is er een systeem om bevoegdheidsconflicten op te lossen wanneer een overheid
ingrijpt in het bevoegdheidsdomein van een ander niveau.

België was oorspronkelijk een unitaire staat, maar is vandaag een federale staat, net zoals bv. de VS,
Canada en DL. Wat België bijzonder maakt, is dat het een bi-dimensionele federale structuur heeft.
Dat betekent dat België is opgedeeld in zowel 3 gemeenschappen als 3 gewesten. Die dubbele
indeling bestaat niet in landen zoals de VS, Canada of DL, waar men slechts 1 soort deelstaten kent.
Deze specifieke Belgische structuur is het gevolg van de historische ontwikkeling van het Belgisch
federalisme.

B. België: van unitaire staat naar federale staat
1) Het unitaire België
België werd in 1831 opgericht als een Franstalige unitaire staat. Dat betekent dat er 1 centrale
wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht was voor het hele land. Frans werd vastgelegd als de
enige officiële taal voor wetten en bestuur, waardoor het openbare leven, de administratie en de
rechtspraak gedurende ongeveer een eeuw uitsluitend in het Frans gebeurden.

Vanaf de 2de helft van de 19de eeuw groeide vooral in Vlaanderen het streven naar culturele
autonomie en erkenning van de Nederlandse taal. Dit kwam onder meer door schrijnende
gebeurtenissen, zoals de terechtstelling van Coucke en Goethals na een Franstalig proces dat zij niet
begrepen. Geleidelijk werd het gebruik van het Nederlands toegestaan in strafzaken, bestuurszaken
en het onderwijs. In 1898 werd het Nederlands officieel gelijkgesteld met het Frans. Deze evolutie
mondde in 1962 uit in de wettelijke vastlegging van 4 taalgebieden in België: het Nederlandse,
Franse en Duitse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Daarbij geldt het



3

, territorialiteitsbeginsel, wat betekent dat de bestuurstaal wordt bepaald door het gebied waar het
bestuur zich bevindt.

Ook in Franstalig België ontstond een vraag naar meer autonomie, maar dan vooral om
economische redenen. In 1960 leidde een ontwerp van de Eenheidswet, die besparingen en
belastingverhogingen voorzag om de werkgelegenheid te verbeteren, tot een algemene staking. Die
staking werd gesteund door de Franstalige socialistische vakbond ABVV, maar kreeg weinig steun in
Vlaanderen, waar de christelijke vakbond ACV zich ervan distantieerde. Dit zorgde voor spanningen
tussen Vlaanderen en Wallonië.

Na de mislukking van de staking richtte ABVV-leider André Renard de Mouvement Populaire
Wallon op. Deze beweging pleitte voor anti-kapitalistische hervormingen en voor een federale
herinrichting van België, waarbij Wallonië meer sociaal-economische beslissingsmacht zou krijgen.

De Vlaamse vraag naar culturele autonomie en de Waalse vraag naar economische autonomie
samen leidden uiteindelijk tot de huidige bi-dimensionele federale staatsstructuur van België. Die
werd stap voor stap opgebouwd via 6 staatshervormingen, door aanpassingen van de GW en
bijzondere meerderheidswetten (belangrijk: bijzondere wet van 8 augustus 1980 over de bevoegdheden).

2) 1970: De eerste staatshervorming
De eerste staatshervorming van 1970 voerde nog geen echt federalisme in, maar probeerde wel
oplossingen te bieden voor verschillende problemen in België. Een belangrijk onderdeel daarvan is
de zogenaamde Grendelgrondwet.

De Grendelgrondwet bevat beschermingsmechanismen (grendels) die moeten voorkomen dat een
Vlaamse meerderheid, via gewone meerderheidsstemmen, de belangen van de Franstalige
minderheid zou schaden. Zo werd de techniek van de bijzondere meerderheidswet ingevoerd voor
belangrijke communautaire aangelegenheden, kwam er een communautaire alarmbelprocedure en
werd bepaald dat de Ministerraad paritair moet zijn samengesteld uit Nederlandstalige en
Franstalige ministers, met uitzondering van de eerste minister.

Daarnaast werd een beperkte autonomie ingevoerd op het vlak van taal, onderwijs en cultuur. Dit
leidde tot de oprichting van de cultuurgemeenschappen, namelijk de Nederlandse en de Franse
Cultuurgemeenschap, die de voorlopers zijn van de huidige gemeenschappen. Deze
cultuurgemeenschappen kregen wetgevende bevoegdheid en konden regels uitvaardigen in de
vorm van decreten.

De wetgevende organen van deze cultuurgemeenschappen, de zogenaamde cultuurraden,
bestonden uit de nationale parlementsleden van de betrokken taalgroep. Er bestond toen nog geen
aparte regering per cultuurgemeenschap; de uitvoering van hun bevoegdheden gebeurde door de
ministers van Cultuur binnen de nationale regering.

Naast deze 2 cultuurgemeenschappen werd ook de Duitse Cultuurgemeenschap opgericht. Itt de
andere kreeg deze wel een eigen verkozen raad.




4

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
RechtenUantwerpen Universiteit Antwerpen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
11
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
1
Documenten
5
Laatst verkocht
1 maand geleden

4,0

1 beoordelingen

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen