Frans: didactiek
Hoofdstuk 1: inleiding
Verschil tussen Formeel onderwijs Frans en Taalinitiatie Frans
Formeel onderwijs frans
= Frans dat verplicht is vanaf 3e graad (mogelijk vanaf 3e leerjaar)
Taalinitiatie
= mogelijk vanaf de kleuterklas, op een speelse manier kinderen kennis laten maken met
Frans
Doel leren van een vreemde taal
= communicatie!
Taal = communicatiemiddel
We spreken hier van communicatieve taaldidactiek
In basisonderwijs: correct begrijpen en overbrengen van eenvoudige
boodschappen
Woordenschat en grammatica
= bouwstenen die nodig zijn om tot communicatie te komen
= worden ingeoefend via taalvaardigheden
Vijf vaardigheden die bij communicatieve didactiek centraal staan
1. Luisteren
2. Spreken
3. Lezen
4. Schrijven
5. Mondelinge interactie
Drie categorieën
- Kennis: woordenschat, grammatica, uitspraak
- Vaardigheden: luisteren, spreken, schrijven, lezen, gesprek voeren
- Attitudes: iets willen leren, willen, inzet, durven
,Spreken – mondelinge interactie
Spreken
De lln krijgen even de tijd om zich voor te bereiden. Je kan op voorhand nadenken. Je
spreekt in monoloog.
Mondelinge interactie
Bij mondelinge interactie ga je in gesprek met iemand. Je moet zowel luisteren als
spreken = interactieve vaardigheid = combinatie van receptief en productief.
, Doelgerichte communicatie
Leerlingen leren communiceren met een bepaald doel. Deze doelen zijn voor de
basisschool heel concreet:
- Iemands kledij beschrijven
- Zich voorstellen
- De weg vragen en uitleggen
- Zeggen waar je pijn hebt
Enkel wanneer grammatica en woordenschat correct worden opgeslagen in het
geheugen van de leerlingen kan een doelgerichte communicatie plaatsvinden
Receptieve vaardigheden
= vaardigheden waarbij je taal ontvangt, je produceert geen taal
mondeling ( luisteren), schriftelijk (lezen)
Productieve vaardigheden
= je produceert taal
Mondeling (spreken, mondelinge interactie), schriftelijk (schrijven)
Oefening
Strategieën ( pg 19-21)
Hoofdstuk 1: inleiding
Verschil tussen Formeel onderwijs Frans en Taalinitiatie Frans
Formeel onderwijs frans
= Frans dat verplicht is vanaf 3e graad (mogelijk vanaf 3e leerjaar)
Taalinitiatie
= mogelijk vanaf de kleuterklas, op een speelse manier kinderen kennis laten maken met
Frans
Doel leren van een vreemde taal
= communicatie!
Taal = communicatiemiddel
We spreken hier van communicatieve taaldidactiek
In basisonderwijs: correct begrijpen en overbrengen van eenvoudige
boodschappen
Woordenschat en grammatica
= bouwstenen die nodig zijn om tot communicatie te komen
= worden ingeoefend via taalvaardigheden
Vijf vaardigheden die bij communicatieve didactiek centraal staan
1. Luisteren
2. Spreken
3. Lezen
4. Schrijven
5. Mondelinge interactie
Drie categorieën
- Kennis: woordenschat, grammatica, uitspraak
- Vaardigheden: luisteren, spreken, schrijven, lezen, gesprek voeren
- Attitudes: iets willen leren, willen, inzet, durven
,Spreken – mondelinge interactie
Spreken
De lln krijgen even de tijd om zich voor te bereiden. Je kan op voorhand nadenken. Je
spreekt in monoloog.
Mondelinge interactie
Bij mondelinge interactie ga je in gesprek met iemand. Je moet zowel luisteren als
spreken = interactieve vaardigheid = combinatie van receptief en productief.
, Doelgerichte communicatie
Leerlingen leren communiceren met een bepaald doel. Deze doelen zijn voor de
basisschool heel concreet:
- Iemands kledij beschrijven
- Zich voorstellen
- De weg vragen en uitleggen
- Zeggen waar je pijn hebt
Enkel wanneer grammatica en woordenschat correct worden opgeslagen in het
geheugen van de leerlingen kan een doelgerichte communicatie plaatsvinden
Receptieve vaardigheden
= vaardigheden waarbij je taal ontvangt, je produceert geen taal
mondeling ( luisteren), schriftelijk (lezen)
Productieve vaardigheden
= je produceert taal
Mondeling (spreken, mondelinge interactie), schriftelijk (schrijven)
Oefening
Strategieën ( pg 19-21)