SOCIALE
RECHTVAA
RDIGHEID
,LES 1 – DE SHIFT VAN ‘GUNST’ NAAR
‘RECHT’ IN HET JEUGDDOMEIN
Deze verschuiving kan worden samengevat aan de hand van vier kenmerken:
• Van Kwetsbaarheid – Bescherming naar
Participatie & Autonomie.
• Van Sociale controle naar Emancipatie.
• Van Private sfeer naar Publieke sfeer.
• Van Selectiviteit naar Universaliteit.
VAN HET ‘KWETSBARE KIND’ NAAR HET ‘AUTONOME KIND’
KINDBEELDEN
Kindbeeld: de wijze waarop we naar kinderen kijken
de vaak impliciete aannames zoals biologische of psychologische kenmerken die mee vorm
geven aan de wijze waarop we omgaan met kinderen.
Professioneel handelen krijgt (deels) vorm vanuit aannames over kinderen
o De manier waarop je naar kinderen kijk heeft invloed op hoe je met hem omgaat.
o Onze beelden bepalen hoe we met hen omgaan.
Deze aannames zijn historisch en contextueel bepaald (sociale klasse, gender etc.): kindbeeld als sociaal
construct. Kindbeelden veranderen doorheen de tijd en van cultuur tot cultuur.
Ons denken over en handelen met kinderen wordt beïnvloed door mengvormen van kindbeelden:
kindbeelden liggen verankerd in het verleden en worden opnieuw vorm gegeven in het heden
BELANGRIJKE DATA
1889 Verbod kinderarbeid
1912 Wet op kinderbescherming
1914 Leerplicht ≠ schoolplicht (mocht ook thuisonderwijs)
1918 Nationale werk voor kinderwelzijn (NWK) → voorloper Kind en Gezin
1930 Wet op kinderbijslag
Op een tijd van 40 jaar worden alle systemen voor jongeren (die we nog steeds
kennen) oprichten
Deze worden na WOII uitgebreid, een hervorming op basis van wat er al was
Vanaf hier ontstaat het idee van het kwetsbare kind
,VAN KWETSBAARHEID & BESCHERMING NAAR PARTICIPATIE & AUTONOMIE
DE 19DE – 20STE EEUW: KINDERBESCHERMINGSBEWEGING
o Focus op de kwetsbaarheid van kinderen, die hen onderscheidt van volwassenen.
o Deze kwetsbaarheid maakt dat we hen anders moeten behandelen
o Kinderen worden gezien als een aparte groep met eigen kenmerken.
o Focus op beschermingsrechten.
o Het kind als ‘object’ van bescherming.
o Uitsluiting van kinderen uit de arbeidsmarkt.
o Kind als “nog-niet” >< volwassene.
o Verklaring van Genève (1924) – Verklaring voor de Rechten van het Kind (1959)
Beschermingsrechten
Waar kunnen we ze het best beschermen? Op school, weg van de fabriek. Ze
kunnen daar experimenteren en langzaamaan experimenteren/groeien naar
volwassenen
Kenmerkend voor de kindertijd = ‘moratorium-status’: Jeugdmoratorium – Jeugdland
- Verwijst naar de historische en sociaal-culturele structurering en institutionalisering van de
leefwereld van kinderen in de samenleving.
- Kindertijd wordt een wachtstation, wachten op volwassenheid
- Voordien was de aparte kindertijd er niet
In westerse samenlevingen verbonden met de idee van ‘pedagogisering’: het in pedagogische termen
gaan omkleden van de kindertijd
- Oprichting van onderwijs, jeugdzorg, jeugdwerk, etc. (cf. institutionalisering)
- Professionalisering van deze werkvelden (opleidingen voor kinderverzorgers, pedagogen,
leerkrachten, sociaal werkers, etc.)
NA WOII
o Jaren ‘60-’70: maatschappelijke contestatiebeweging stelt de kwetsbaarheid van kinderen in
vraag.
Ontstaan van protesten en meer aandacht voor zaken (vb. huidskleur, holebi)
In deze jaren wordt er veel in vraag gesteld
Ook kinderen worden in vraag gesteld: ‘Zijn kinderen wel zo kwetsbaar?’ Ze
kunnen ook hun eigen autonomie hebben.
o Focus op zelfbeschikkingsrechten
o Kindbeeld van het “autonome kind”
o Kinderbevrijdingsbeweging: The Bill of Rights for the Young (Farson, 1978):
• The right to live elsewhere than with one’s parents;
• The right to environmental design scaled for people
less than five feet tall;
• The right to the same moral standards that are applied
to adults;
• The right to self-directed education;
• The right to freedom from physical punishment;
, • The right to sexual liberation;
• The right to vote;
IN VLAANDEREN: JEUGDHULP
Het verhaal van de kinderbevrijdingsbeweging zien we hier terug
- Erkenning rechtsbekwaamheid → Vermogen om te beschikken over rechten en plichten
- Pleidooi voor verhoging van de handelingsbekwaamheid van minderjarigen
o Gaat over zelf handelingen stellen om een bepaald recht uit te voeren
o Je wordt erkend als bekwaam om zelf mee te beslissen
- Verwerpen van moratorium-idee (cf pedagogisering): jeugdland = sociaal probleem
o Het idee van het wacht station moest weg
o Kinderen moeten opnieuw in de samenleving gebracht worden
- Alternatieve jeugdhulpverlening (oprichting JIAC → Kinderrechtswinkel)
o Jeugdhulp waarbij we kinderen ernstig nemen, waarbij we naar hen luisteren
o JAC was één van de eerste die deze filosofie toepaste
o Alternatieve jeugdhulp die kritisch was naar reguliere jeugdhulp
- 1976 - OCMW wet: elk éénn heeft recht op MA dienstverlening → ook kinderen
Het kwetsbare kind Het autonome kind
‘Nog-niet’, op weg naar volwassenheid Sociale actoren, betekenisverleners
Geen verantwoordelijkheid (onbekwaam) Autonomie, handelingsbekwaamheid
Bescherming: jeugdland, moratorium Kinderen als deelgenoot in de samenleving
(‘bring childeren back in society’)
Kinderen worden beschermd en opgevoed Kinderen als mede-actor (>< paternalisme)
Kinderbeschermings-beweging kinderbevrijdingsbeweging
ACTUELE DISCUSSIE
Verschillende opvattingen over de jeugdperiode lopen door elkaar en blijven naast elkaar bestaan
• Antagonistische beweging:
a) Erosie (verdwijning) van het jeugdland
• Kinderen verwerven meer en meer formele burgerschapsstatus
• Idee dat kinderen al vroeger meer kunnen doen, gelijkgesteld aan volwassenen
• Voornamelijk in commerciële (bank, rekening openen) en culturele sfeer (jeugdgevang,
kinderen heropvoeden + kunnen straffen op mildere manier dan volwassene → gelijklopen)
b) Versterking van jeugdland
• Geen radicale gelijkschakeling van kinderen en volwassenen