Anatomie
1. Osteologie
1.1 Inleiding
= de studie van het skelet in de studie van het raamwerk van het dierlijk lichaam.
- Hoewel er bij zoogdieren kleine verschillen tussen soorten zijn, zijn de
algemene kenmerken hetzelfde.
- De structuur van botten valt in enkele hoofdcategorieën:
Lange en korte pijpbeenderen (bv. Scheenbeen (lang of teenkootje
(kort))
Platte beenderen (bv. Schouderblad)
Onregelmatige beenderen (bv. Onderkaak of wervels)
Sesambeenderen (bv. Knieschijf)
1.2Opbouw van beenderen
De belangrijkste taken van skelet beenderen:
- Het ondersteunen en beschermen van de organen
- Het vormen van een hefbomensysteem die de spierkracht van spieren
overbrengt op de beenderen en dit omzet in beweging
- Het dienen als aanhechtingsplaats van spieren en pezen
- Het dienen als voorraadplaats voor mineralen
- Het aanmaken van bloedcellen ter hoogte van het beenmerg
Opbouw
Osteoclasten: cellen die
betrokken zijn bij de afbraak van
bot
Osteoblasten: cellen die
betrokken zijn bij de vorming van
bot
Capillairen: bloedvaatjes die diep
in het botweefsel doordringen
Zuren en enzymen: geven
mineralen af via resorptie
Beenmerg: bevat de stamcellen
(uit de stamcellen ontstaan alle verschillende soorten vloedcellen) en
het gele merg wat bestaat uit vetcellen
Bindweefselvlies: belangrijk voor de voeding van het bot en het
aanleveren van osteoblasten door zenuwen en bloedvaten
o Endost (endosteum): is het beenvlies aan de zijde van de
beenmergholte binnen in het bot
o Periost (periosteum): is het beenvlies dat een bot aan de
buitenkant omgeeft
, - Pijpbeen
Epifysairschijf: is de groeischijf of groeiplaat,
plaats waar pijpbeenderen toenemen in lengte
Diafyse: middenstuk
Metafysen (twee): zit aan de twee uiteinden van
het diafyse
Epifysen (twee): bovenop elk metafyse (=
episairschijf)
1.3Positionele termen
, 1.4De wervelkolom
Opdeling:
- De halswervels: cervicale wervelkolom = vertebrae cervicalis (C1,…)
- De borstwervels: thoracale wervelkolom = vertebraebthoracicae (T1,…)
- De lendenwervels: lumbale wervelkolom = vertebrae lumbales (L1,...)
- De heligbeenwervels zijn vergroeid tot het heiligbeen = (os) sacrum (S,…)
- De staartwervels = vertebrae caudalis (Cd1,…) ; = vertebrae coccigeae
(Cy1,…)
Zoogdieren hebben 7 halswervels ( met uitzondering op de luiaard,
caraïbische zeekoe en lamantijn)
o Eerste twee wervels hebben een specifieke naam
C1 = Atlas
C2 = Axis
1.5Skelet van zoogdieren
- Alle botten starten met het Latijnse woord ‘os’ (dit wordt in praktijk vaak
weggelaten)
1. Osteologie
1.1 Inleiding
= de studie van het skelet in de studie van het raamwerk van het dierlijk lichaam.
- Hoewel er bij zoogdieren kleine verschillen tussen soorten zijn, zijn de
algemene kenmerken hetzelfde.
- De structuur van botten valt in enkele hoofdcategorieën:
Lange en korte pijpbeenderen (bv. Scheenbeen (lang of teenkootje
(kort))
Platte beenderen (bv. Schouderblad)
Onregelmatige beenderen (bv. Onderkaak of wervels)
Sesambeenderen (bv. Knieschijf)
1.2Opbouw van beenderen
De belangrijkste taken van skelet beenderen:
- Het ondersteunen en beschermen van de organen
- Het vormen van een hefbomensysteem die de spierkracht van spieren
overbrengt op de beenderen en dit omzet in beweging
- Het dienen als aanhechtingsplaats van spieren en pezen
- Het dienen als voorraadplaats voor mineralen
- Het aanmaken van bloedcellen ter hoogte van het beenmerg
Opbouw
Osteoclasten: cellen die
betrokken zijn bij de afbraak van
bot
Osteoblasten: cellen die
betrokken zijn bij de vorming van
bot
Capillairen: bloedvaatjes die diep
in het botweefsel doordringen
Zuren en enzymen: geven
mineralen af via resorptie
Beenmerg: bevat de stamcellen
(uit de stamcellen ontstaan alle verschillende soorten vloedcellen) en
het gele merg wat bestaat uit vetcellen
Bindweefselvlies: belangrijk voor de voeding van het bot en het
aanleveren van osteoblasten door zenuwen en bloedvaten
o Endost (endosteum): is het beenvlies aan de zijde van de
beenmergholte binnen in het bot
o Periost (periosteum): is het beenvlies dat een bot aan de
buitenkant omgeeft
, - Pijpbeen
Epifysairschijf: is de groeischijf of groeiplaat,
plaats waar pijpbeenderen toenemen in lengte
Diafyse: middenstuk
Metafysen (twee): zit aan de twee uiteinden van
het diafyse
Epifysen (twee): bovenop elk metafyse (=
episairschijf)
1.3Positionele termen
, 1.4De wervelkolom
Opdeling:
- De halswervels: cervicale wervelkolom = vertebrae cervicalis (C1,…)
- De borstwervels: thoracale wervelkolom = vertebraebthoracicae (T1,…)
- De lendenwervels: lumbale wervelkolom = vertebrae lumbales (L1,...)
- De heligbeenwervels zijn vergroeid tot het heiligbeen = (os) sacrum (S,…)
- De staartwervels = vertebrae caudalis (Cd1,…) ; = vertebrae coccigeae
(Cy1,…)
Zoogdieren hebben 7 halswervels ( met uitzondering op de luiaard,
caraïbische zeekoe en lamantijn)
o Eerste twee wervels hebben een specifieke naam
C1 = Atlas
C2 = Axis
1.5Skelet van zoogdieren
- Alle botten starten met het Latijnse woord ‘os’ (dit wordt in praktijk vaak
weggelaten)